Onderzoek naar klederdracht Overijssel
ZWOLLE — Het is nu of nooit. Met deze gedachte in het achterhoofd zijn ruim600 mensen in Overijssel aan de slag gegaan met een enquête over de klederdracht in Overijssel. Men hoopt in gesprekken en aan de hand van een uitvoerige vragenlijst de Overijsselse klederdracht tot in de kleinste details in kaart te brengen, voordat het te laat is. Want de klederdracht verdwijnt snel en de generatie die vroeger nog dagelijks in klederdrachten gehuld ging is inmiddelshoog bejaard. Het is zaak dat, nu het nog kan, dat wat bekend en bewaard is boven water te halen.
De ouderen van vandaag moesten . met lede ogen aanzien dat hun kinderen en kindskinderen de voorkeur gaven aan eigentijdse kleding. Zo krijgen we een beeld te zien van een naoorlogse generatie die alleen bij hoge uitzondering de klederdracht aantrekt. En dan nog heeft het meer weg van een verkleedpartij. Het is maar een enkeling, in de ogen van velen een zonderling, die nog rondloopt in klederdracht. Ook in plaatsen zoals Staphorst en Urk neemt de hedendaagse kleding meer en meer de plaats in van de traditionele. Kortom de klederdracht verdwijnt.
Dat met dit verdwijnen ook de kennis over de specifieke kleding van het platteland geringer wordt realiseert men zich niet altijd. Hoewel er in de loop der tijd wel enig onderzoek is verricht bestaan er toch nog veel leemten. Een aantal organisaties in Overijssel is een even omvangrijk als grondig onderzoek gestart in de hoop dat de leemte die bestaat aangevuld kan worden. De coördinatie hiervan is in handen van de IJsselacademie in Kampen.
Aanzet
Drs. H. Bloemhoff, hoofd wetenschap van de IJsselacademie zet het een en ander uiteen. „De Overijsselse Vrouwenraad gaf de aanzet tot het onderzoek. De Vrouwenraad wil namelijk werklozen betrekken bij de overdracht van ons culturele bezit. Zo werd geopperd de klederdrachten weer wat meer onder de aandacht van de mensen te brengen door het organiseren van tentoonstellingen en wedstrijden, bijvoorbeeld in het maken van mutsen. Dat is allemaal wel leuk, maar als je niet precies weet hoe de verschillende klederdrachten precies in elkaar zitten, dan begin je niet zoveel", aldus de heer Bloemhoff.
De Vrouwenraad klopte bij de IJsselacademie aan met het voorstel een onderzoek te starten. Dit voorstel werd overgenomen en er werd een begeleidingscommissie gevormd. In deze commissie hebben zitting vertegenwoordigers van de Twente Academie, het Provinciaal Overijsselse Museum, de Rijksuniversiteit van Groningen en de IJsselacademie.
Enquête
De heer Bloemhoff: „Alvorens er met een groot onderzoek begonnen werd, werd een kleine enquête gehouden, waarmee we als het ware poolshoogte namen van wat er nog bekend is. Er werden mensen van historische verenigingen, heemkundekringen en dialectverenigingen en dergelijke benaderd. Vervolgens is een tweede uitgebreide enquête opgesteld. Deze enquête is ver
zonden aan ruim duizend mensen, wonend in 250 gemeenten, per gemeente drie a vijf personen. De verwachting is dat ongeveer 600 mensen daadwerkelijk met de enquête aan de gang gaan. Dat kan op verschillende manieren. Er zijn mensen die het op eigen houtje doen. Het kan ook anders. Zo heeft de oudheidkamer in Brederwiede de coördinatie in handen."
De beer Bloemhoff laat weten dat de resultaten minder snel op tafel komen dan verwacht was. „De enquête is dermate technisch en veelomvattend, dat we een afronding pas tegen de zomervakantie verwachten. Wat er met de resultaten gaat gebeuren is nog niet duidelijk. Ik voel er voor de gegevens in ieder geval te publiceren. Mocht nader onderzoek nodig zijn dan kan dat alsnog. Uiteindelijk zal er een geïllustreerd boek verschijnen".
Traditie
Het onderzoek is niet alleen gericht op de zogenaamde echte klederdrachten. Ook de traditionele klederdracht, die de laatste 100 a 150 jaar werd gedragen wordt er ook bij betrokken; vrouwenkleding zowel als kinder- en mannenkleding. Van groot belang is dat naast de gewone daagse werkkleding ook de doop-, trouw-, zondagse-, rouw- en begrafeniskleding wordt onderzocht. In plaatsen waar geen klederdracht meer gedragen wordt zal geïnformeerd worden naar foto's en andere afbeeldingen. En zoals al gezegd is men ook geïnteresseerd in de details, zoals sieraden, doeken, spelden enz.
Een van de opstellers van de enquête is mevrouw T. Hesselink-van der Riet, woonachtig in Albergen. Zij is sinds 1978 bezig met een diepgaand onderzoek naar klederdrachten in het bijzonder van Noordoost-Twente. Daarover is van haar hand in 1982 het boek „Klederdrachten in Noord-Oost-Twente; 1920: het begin van het einde" verschenen. Hoe haar belangstelling voor deze kleding uitgegroeid is tot een dagelijkse bezigheid vertelt zij in haar woning aan een tafel vol met boeken en foto's die getuigen van een grondige aanpak.
Interesse
„Mijn interesse in klederdrachten is ontstaan, toen de Heemkundekring van Albergen, waarvan ik bestuurslid ben, een tentoonstelling over klederdrachten organiseerde. Tijdens het organiseren van de tentoonstelling rezen er al een heleboel vragen. Bijvoorbeeld hoe strik je die bepaalde muts. Het bezoekersaantal van de tentoonstelling was boven verwachting hoog".
Mevrouw Hesselink besloot zich te verdiepen in de klederdracht. Dat
leidde tot de publikatie van een boek,
het houden van 100 lezingen tot nu
toe, en het dagelijks bezoeken van
mensen van wie zij verwacht dat zij
waardevolle informatie kunnen geven.
Kledingstukken die bewaard
zijn legt zij vast op de gevoelige
plaat. De bezoeken die mevrouw Hesselink
aflegt, bij veelal mensen van
80 en 90 jaar, geven veel voldoening
Tijdrovend
„De mensen vinden het fijn wanneer ze over vroeger kunnen praten. Deze bezoeken nemen echter wel veel tijd in beslag, want het is voor deze bejaarden toch niet zo eenvoudig helemaal in hun herinneringen terug te gaan naar het verleden". Sommige bezoeken leveren bijzondere gegevens op. Ook komen er zeer oude kledingstukken boven water. Daarvan heeft mevrouw Hesselink twee voorbeelden in huis. Een betreft een jak met een korte schoot en het ander is een hes. Deze kledingstukken zijn een paar honderd jaar oud.
Na haar studie van de Twentse klederdracht kon mevrouw Hesselink duidelijk lijnen trekken wat betreft de verschillen in klederdracht. Mevrouw Hesselink: „De kerkelijke gezindte waartoe men behoort en de maatschappelijke positie zijn in hoge mate bepalend voor de klederdracht. De roomskatholieken waren na de eerste wereldoorlog veel pronkeriger. Ze droegen meer sieraden, kant en pluimen. Daarentegen zag de protestant er soberder uit. Nu bestaan die verschillen op dit vlak in Twente overigens nog steeds. De rooms-katholiek zal als hij naar buiten gaat., al is het maar voor een kleine boodschap, zijn nette kleren aantrekken.
De protestanten houden hun gewone plunje aan".
Kleurrijk
„De klederdracht uit de 18e en 19e eeuw zag er veel kleurrijker uit", vertelt mevrouw Hesselink verder. „Pas de laatste 100 jaar is de kleur donkerder geworden. Hoewel de klederdracht een eigen karakter heeft veranderde er toch veel onder invloed van de modenormen van toen, alleen werden die op het platteland wat later opgevolgd. Zo kwam rond het midden van de negentiende eeuw de wespentaille in zwang. In Overijsssel werd dit een a twee jaar later opgevolgd zowel door rooms-katholieken als protestanten. Standsverschillen kwamen bijvoorbeeld verder tot uiting in de hoeveelheid kant of meer of minder plooien in het kant.
De verschillen in de Overijsselse klederdrachten noemt mevrouw Hesselink onnoemelijk. Ook de haardracht is een hoofdstuk apart. De muts is een onderdeel van de klederdracht, dat over het algemeen meer in de belangstelling staat dan de overige onderdelen. Dat is niet zo vreemd, want mutsen zijn soms ware kunststukken.
Het onderzoek dat momenteel op zo'n grote schaal gaande is in Overijssel is uniek in Nederland, temeer daar alle onderdelen van de klederdracht in het onderzoek betrokken worden. Van onderkleding en bovenkleding, tot het kleinste sieraad.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 december 1985
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 december 1985
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's