Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vuyk-scheepswerf maakt plaats voor huizen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vuyk-scheepswerf maakt plaats voor huizen

5 minuten leestijd

CAPELLE A/D IJSSEL — Capelle-dorp; ooit bakermat van de Nederlandse scheepsbouw. Kiel en kiel werd hier gelegd. En noeste arbeid maakte van romp en boeg een volwaardige schip. We spreken over de Capelse scheepswerf van A. Vuyk- & Zonen, waar in een tijdsbestek van iets meer dan een mensenleven ongeveer 1000 schepen gebouwd werden. Maar aan alles komt een einde, ook aan de roemruchte Vuyk werf die begin 1986 uit het Capelse dorpsbeeld verdwijnt om plaats te maken voor een nieuwe woonwijk van ongeveer 350 huizen.

  Op 15 december 1873 begon Adrianus Vuyk op het toenmalige Keeten een scheepswerf. De plaats was gunstig langs de rivier de IJssel en onder de rook van Rotterdam, waar veel rederijen gevestigd waren. In die beginperiode werden er alleen kleine, houten binnenschepen gebouwd. In zes jaar tijd maar liefst 45 in getal. Dan volgt de overstap naar metalen schepen. Als eerste gaat in 1879 de Immanuel (605 ton) te water.
  Het bedrijf ontwikkelt zich gunstig zodat de pionier nog een grondstuk enkele kilometers hogerop aan de IJssel koopt en daar een tweede helling laat aanleggen. Het eerste schip dat op die helling gebouwd wordt is voor een Engelse reder en meet 650 ton. Dit is tevens het begin van een nieuw tijdperk,   waarin Vuyk zich op de bouw van zeeschepen gaat toeleggen. Schepen aan de lopende band, zeeschepen, steeds groter, steeds ingenieuzer.

Hollands glorie 
  Oprichter Adrianus Vuyk overlijdt. Zijn drie zoons zetten het bedrijf voort. Men heeft goede contacten met de Rotterdamse rederij Vinke & Co die met haar dochters de rederij Oostzee en rederij Hillegersberg een top-klant van Vuyk & Zonen wordt. Tot 1922 lopen de „sum" en „berg"-series van de Capelse helling. Echte oerdegelijke schepen, de „Hilversum" (6300 ton), de „Aalsum" (8500 ton) en de „Larenberg" van 5500 ton. Hollands glorie van Capelse bodem!
  
De crisis van de jaren dertig gaat ook Capelle niet voorbij. De poorten van de Vuyk-werf zijn van 1932 tot 1934 gesloten. Dan breken er betere tijden aan. In 1936 wordt het eerste schip na de crisis, „Koningin Emma" aan de eigenaars overgedragen.
  
Tot aan de Tweede Wereldoorlog wordt er duchtig gebouwd. Daarna „met de laars op de nek" is het werken aan een „aangepast programma". Dat er met het werk de hand gelicht wordt laat zich raden. En niet zonder risico. Op een dag ontbreken er acht zakken kolen en de bezetters, die dit merken eisen dat de zakken terugkomen; zo niet dan moest er voor elke zak een werknemer doodgeschoten worden. Het dreigement wordt gelukkig niet volvoerd. 

Dorpsbeeld
   Na deze moeilijke tijd kwam er een periode van „Holland bloeit weer, Holland groeit weer" en aan die groei nam ook de scheepsbouw deel. Twee duchtige concurrenten waren verdwenen: Duitsland mocht niet meer en Japan lag plat. Bij Vuyk werd al snel weer gebouwd. In een tempo dat nauwelijks bij te houden was. De helling was al gereserveerd voordat het bouwcontract afgesloten was(!). In die „gouden tijd" had A. Vuyk & Zonen ongeveer 600 mensen in dienst. Zij bouwden schepen, grotere en modernere schepen: De „Srbya" en de „Makedonija" die als  herstelbetaling van Duitsland aan Joegoslavië dienden. Het m.s. „Banka", het langste schip tot dan toe. De kolos was 150 meter lang en had een draagvermogen van 11.250 ton.
  
Het dagblad Trouw schreef hierover: „De romp van deze aanwinst voor de Nederlandse koopvaardijvloot beheerst momenteel het dorpsbeeld van Capelle a/d IJssel. De voorkant van het schip ligt precies vijf meter van de dijk af". En steeds nieuwe schepen steken hun boeg als drakenkoppen boven de Capelse dorpsstraat. De „Amstelkroon" (8010 ton), de „Amstelmeer" (8371 ton) en de „Anzère" met een lengte van 152 meter.

Concurrentie 
  In 1952 viert het scheepsbouwbedrijf zijn tachtigjarig bestaan. In dat jaar wordt de naam A. Vuyk & Zonen's Scheepswerven N. V. en zijn er acht jubilarissen die er veertig jaar op hebben zitten. Hierna wordt de Algerabrug gebouwd. In 1960 gaat het eerste bij Vuyk gebouwde schip door de Algersluizen. Prinses Margriet verricht in 1966 de doop van het naar haar genoemde schip. 
  En dan pakken zich donkere wolken samen boven de Nederlandse scheepsbouw wereld. Landen als W-Duitsland en Japan lopen de achterstand in. De concurrentie wordt moordend en eind 1972, het jaar van het 100-jarig bestaan, kan Vuyk niet meer aan de betalingsverplichting voldoen en vraagt surséance van betaling aan.

Inzet
  Het personeel laat dan merken hoe zeer men zich verbonden voelt met z'n werkgever. Men doet spontaan het aanbod om elke dag één uur langer te werken en wel zonder beloning om zo het bedrijf er weer bovenop te helpen. Met gezamenlijke inspanning lukt dit.
  In het voorjaar van 1975 wordt de surséance opgeheven. Het personeel krijgt als blijk van waardering een gouden tientje en een oorkonde.
  
En ondanks de algemene flauwte boekt Vuyk nieuwe opdrachten: drie loodsboten voor de marine en een Ro-Ro-schip voor een Zwitserse opdrachtgever. Verder twee chemicaliën-tankers, drie zeegaande splijtbakken en een viertal binnenvaartschepen. Dan komt echter het einde. Als de regering immense bedragen in bepaalde scheepsbouwsectoren gaat steken ziet de dan fungerende Vuyk-directie geen werkelijk toekomstperspectief meer en besluit men het bedrijf — op een dan nog redelijk gunstig tijdstip — te beëindigen. Alle medewerkers worden verplaatst naar een ander scheepsbouwbedrijf.

Rust
  
Op de plaats waar vroeger een 45-tons kraan draaide en z'n last liet zakken is al enkele jaren absolute rust. Die rust wordt echter verstoord, niet opnieuw door klinkhamers, sissende lasapparatuur en ratelende lieren, maar door vrachtauto's die nu al bezig zijn dat terrein leeg te rijden.
  
En daarna komen de heistellingen die de basis zullen leggen voor de ongeveer 400 huizen die hier zowel binnen- als buitendijks zullen verschijnen. Huizen die bij het rivierbeeld passen. Die ook in het „oude Capelle" passen. Ballast Nedam Projectontwikkeling BV is al vergevorderd met de planontwikkeling voor totaal 84 van de 350 woningen. Nog maar even en de metamorfose van Capelle-dorp is een feit.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 24 december 1985

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

Vuyk-scheepswerf maakt plaats voor huizen

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 24 december 1985

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's