Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sociale verzekeringen per 1 januari 1986

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sociale verzekeringen per 1 januari 1986

8 minuten leestijd

DEN HAAG — Het minimumloon en de sociale uitkeringen zijn per 1-11986 bevroren. Ondanks de bevriezing stijgen de netto-uitkeringen in het algemeen licht door een verlaging van de percentages van de sociale premies. De bevriezing geldt niet voor de kinderbijslag. De kinderbijslagbedragen worden aangepast aan de gemiddelde prijsstijging.

aow en aww

D.e bruto-uitkeringen op grond van de Algemene Ouderdomswet en de Algemene Weduwen- en Wezenwet worden met ingang van 1 januari 1986 gewijzigd. Deze uitkeringen zijn op netto-basis gekoppeld aan het minimumloon. Het netto aow-pensioen voor gehuwden is gelijk aan 50 procent van het netto minimumloon. Het aow-pensioen voor gehuwden met een volledige toeslag is netto gelijk aan het netto minimumloon, terwijl het netto-ongehuwden-pensioen overeen komt met 70 procent van het netto minimumloon. De bedragen zijn: aow: bruto maand-bruto vakantieuitkering per maand • Gehuwde bejaarden zonder toeslag ƒ793.98 ƒ48.03 Gehuwde bejaarden met toeslag ƒ1587,96 ƒ96,05 Ongehuwde bejaarden ƒ 1113,01 ƒ67,24 aww: Weduwen met kinderen 1587,96 ƒ96,05 Weduwen zonder kinderen ƒ1113,01 ƒ67,24 Wezen tot 10 jaar ƒ356,16 ƒ21,52 Wezen van 10 tot 16 jaar ƒ5.34,24 ƒ32,28 Wezen van 16 tot 27 jaar ƒ712,33 ƒ43,03

Kinderbijslag

De basiskinderbijslagbedragen worden per 1 januari 1986 verhoogd met 0,91 procent. Dit wil echter niet zeggen dat de bedragen in alle gevallen stijgen. Per diezelfde datum wordt namelijk ook de volgende stap gezet op weg naar een leeftijdsafhankelijke kinderbijslag. Voor gezinnen met kinderen in de leeftijd van 0-6 jaar kan daardoor een verlaging van de kinderbijslag optreden.

Bovendien wordt op de bedragen voor de kinderen van 0-18 jaar een korting toegepast. Deze korting die in 1985 1,89 procent bedroeg, wordt per 1 januari 1986 verhoogd tot 2,60 procent. De kinderbijslagbedragen per kind en per kwartaal worden: O t/m 5 jaar: 6 t/m 11 jaar: 70 pet 80 pet. 100 pet. Gezinnen met: Ikind 205,03 234,32 292,90 2 kinderen 268,92 307,34 384,17 3 kinderen 287,96 329,10 411,37 4 kinderen 314,53 359,47 449,34 5 kinderen 330,48 377,69 472,11 6 kinderen 347,85 397,55 496,93 7 kinderen 360,27 411,74 514,67 8 kinderen 375,10 428,68 535,86 9 kinderen 386,64 441,88 552,35 10 kinderen 395,87 452,43 565,53 12 t/m 17 jaar: 18 t/m 26 jaar: 125 procent Ikind 2 kinderen 3 kinderen 4 kinderen 5 kinderen 6 kinderen 7 kinderen 8 kinderen 9 kinderen 10 kinderen 366,13 480,22 514,21 561,67 590,13 621,17 643,34 669,82 690,43 706,92 300,72 394,43 422,35 461,33 484,71 510,20 528,41 550,16 567,09 580,63.

Voor kinderen van O tot en met 5 jaar zijn dus twee percentages-mogelijk. Het percentage van 80 geldt voor kinderen die na 1 januari 1980 doch vóór 1 januari 1983 zijn geboren en die — voor het recht op kinderbijslag — niet het oudste kind in het gezin zijn en ook nimmer het oudste kind in het gezin zijn geweest (uiteraard zolang het kind de leeftijd van zes jaar nog niet heeft bereikt). Het percentage van 70 geldt voor alle overige kinderen van O tot en met 5 jaar.

aaw

Voor de vaststelling van de grondslagen voor de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet geldt eveneens de koppeling met het minimumloon. De grondslagen bedragen vanaf 1 januari 1986: Algemene grondslag voor 21-jarigen en ouder ƒ 81.94 20-jarigen ^2,90 19-jarigen ƒ63,85 18-jarigen ƒ54,80 middengrondslag /iii'n^ hoge grondslag , • i u De algemene grondslag geldt voor iedereen. Gehuwden en ongehuwden met een kmd beneden de 18 jaar kunnen, als het overige inkomen van de uitkeringsgerechtigde en/of zijn/haar echtgeno(o)t(e) beneden respectievelijk 30 procent en 15 procent van de hoge grondslag ligt, een uitkering krijgen naar respectievelijk de middengrondslag of de hoge grondslag.

WWV en wao

De daglonen waarnaar de uitkeringen op grond van de wwv en de wao worden berekend, zullen per 1 januari 1986 niet worden aangepast aan de stijging van de loonindex. Wel zullen als gevolg van de premieverlaging de netto-bedragen vanaf die datum iets hoger liggen dan in 1985.

Ziektewet
bij 22 jaar ƒ175,50 ƒ760,60 bij 18 t/m 21 jaar ƒ168,45 ƒ730,05 Het vakantiegeld voor alleenstaanden bedraagt per maand: Het vakantiegeld wordt eens per jaar, in juni, uitbetaald. ringspercentage per 1 januari 1986 van 75 naar 70 geregeld. In verband hiermee wordt het minimumdagloón in de.Ziektewet per 1 januari 1986 overeenkomstig aangepast.

Woonkosten

Minimumdagloon

Als gevolg van de verlaging van de premies zullen ook de netto-uitkeringen voor mensen van wie de uitkering is gebaseerd op het minimumdagloon in de ww en de wwv met ingang van 1 januari 1986 iets hoger uitkomen dan in 1985.

Huurders met een huur tussen ƒ246,70 en ƒ 670,- per maand hebben meestal recht op huursubsidie. Bijstandsontvangers met een eigen huis waarvan de woonkosten tussen ƒ 246,70 en ƒ 670,- per maand liggen, kvmnen een toeslag krijgen die gelijk is aan de huur subsidie. Bij woonkosten boven ƒ 670,- per maand kan hooguit tijdelijk een toeslag worden gegeven.

Het minimumdagloon in de wao is met ingang van 1 januari 1984 officieel afgeschaft, behalve voor aaw-verzekerden, die op 1 oktober 1976 reeds een wao-uitkering hadden en slechts een aaw-uitkering krijgen toegekend als de aaw-uitkering de wao-uitkering overtreft. Voor deze gevallen blijft het minimumdagloon wao gehandhaafd, voor zover zij aanspraak zouden hebben op de hoge grondslag aaw. De minimumdagloon-bedragen zijn: ww ƒ 140,87 WWV ƒ 140,75 wao (alleen in zgn. artikel 90 aaw-gevallen) ƒ 140,10 Ziektewet , ƒ 131,04 Per 1 januari 1985 zijn de reeds lang voorziene stappen in de gefaseerde verlaging van de wao-en wwv-uitkeringen van mensen die vóór 1 januari 1983 een uitkering hadden gebaseerd op het minimumdagloon en die niet in het onderhoud van anderen voorzien of over neven-inkomsten beschikken voor één jaar uitgesteld. Bij de behandeling door de Tweede Kamer van het wetsvoorstel om in 1986 het minimumloon en de sociale uitkeringen te bevriezen, is deze gefaseerde verlaging opnieuw met een half jaar uitgesteld en zal derhalve per 1 juli 1986 worden doorgevoerd. Dit houdt in dat per 1 juli 1986 het wao-dagloon voor deze groep niet lager gesteld wordt dan 107,5 procent v^n het (op 31 december 1983 geldende) minimumloon en na 1 januari 1987 niet lager dan het minimumloon.

Van het geld dat een bijstandsontvanger verdient, wordt 25 procent niet van de uitkering afgetrokken. Voor één-oudergezinnen geldt, dat de eerste ƒ 74,65 van wat de ouder per maand verdient, niet wordt afgetrokken.

Inwonende kinderen

Op de uitkering van ouders met meerderjarige inwonende kinderen en inwonende kinderen met eigen inkomsten wordt — ongeacht het aantal kinderen — een bedrag van ƒ 36,30 per week of ƒ 157,35 per maand in mindering gebracht. Dezelfde aftrek geldt voor bijstandsgerechtigden met één onderhuurder of kostganger, dan stelt de gemeente per geval vast welk gedeelte van het kostgeld of de bruto onderhuur wordt aangemerkt als netto inkomsten die op de uitkering in mindering worden gebracht.

Van alle verdiensten samen mag niet meer worden behouden dan: ƒ 223,95 per maand voor het hoofd van een één-oudergezin en voor een echtpaar met of zonder kinderen; ƒ 156,75 per maand voor een alleenstaande van 23 jaar of ouder; ƒ 64,75 per maand voor een thuisinwonende van 20 jaar.

Voor alleenstaanden beneden de 23 jaar en thuisinwonenden onder de 20 jaar gelden aparte bedragen.

Voor wat betreft de wwv-uitkering geldt met ingang van 1 juli 1986, dat deze' niet lager wordt gesteld dan 82,5 procent van het voor betrokkene op 31 december 1982 geldende dagloon en na 1 januari 1987 niet lager dan 70 procent van het dagloon.

Eigen vermogen

Niet al het spaargeld behoeft te worden aangesproken voordat men voor bijstand in aanmerking komt. Het vrij te laten vermogen is:

Maximum-dagloon f is aOO,- voor gezinnen:

Het maximum-dagloon voor de berekening van de ww-, wwv-, wao- en ziektewetuitke' ringen verandert per 1 januari 1986 niet. Dit dagloon wordt gehandhaafd op ƒ 262,28. De percentages van de sociale premies worden als volgt: Totaal werkgevers - werknemers aow aww akw aww awbz wao Wachtgeldverzekering WW zw zfw 11,35 1,35 3,55 5,70 4,25 15,10 1,00 2,10 7,00 9,60 3,55 5,70 4,25 0,05 0,50 0,85 6,00 4,80 11,35 1,35 15,05 0,50 1,25 1,00 4,80 Bij de volksverzekeringen aow, aww, akw, aaw en awbz is het maximum waarover premie wordt geheven, vastgesteld op 63.750 gulden per jaar. Voor de wao, de wachtgeldverzekering, de werkloosheidsverzekering en de ziektewet is dat 262 gulden per dag en bij de ziekenfondspremie 159 gulden per dag. Voor de wao gaat een premievrije voet van 91 gulden per dag gelden.

Bij de premie voor de ziektewet kunnen verschillen optreden, omdat die premie per bedrijfstak wordt vastgesteld. De loongrens voor toelating tot de verplichte ziekenfondsverzekering bedraagt 48.500 gulden per jaar.

Bijstand

Als gevolg van de lagere premies worden de bijstandsuitkeringen ondanks de bevriezing van minimumloon en sociale uitkeringen per 1 januari 1986 hoger dan in 1985. De bedragen worden als volgt: Voor echtparen zonder en met kinderen is het normbedrag: per week ƒ344,50 per maand ƒ1492,85 Voor één-oudergezinnen is het normbedrag: per week ƒ310,05 permaand ƒ1343,55 Het vakantiegeld bedraagt bij echtparen ƒ 80,96 per maand en bij één-oudergezinnen ƒ 72,62 per maand. Voor thuiswonende (werkloze) kinderen zijn de normbedragen: per week bij 20 jaar ƒ 99,65 bij 19 jaar ƒ79,60 bij 18 jaar ƒ79,10 Het vakantiegeld bedraagt per maand: bij 20 jaar bij 19 jaar ƒ38,24 ƒ 45,36 per maand ƒ431,80 ƒ344,90 ƒ342,80 bij 18 jaar ƒ32,90 Voor alleenstaanden (niet woningdelers) zijn de normbedragen: bij 23 jaar en ouder bij 22 jaar bij 21 jaar bij 18-19-20 jaar Voor alleenstaanden (woningdelers) zijn de normbedragen: per week ƒ241,15 ƒ206,90 ƒ180,20 per maand ƒ1045,00 ƒ 896,60 ƒ 780,85 ƒ 168,45 ƒ 730,05 per week ƒ204,85 per maand ƒ887,65 ƒ 7.950,-voor alleenstaanden.

Voor mensen die een bijstandsuitkering ontvangen voor hun dagelijkse levensonderhoud, jonger zijn dan 65 jaar en een eigen vermogen in het huis namelijk nog eens ƒ 15.000,- volledig vrijgelaten en van het meerdere de helft. De totale vermogensvrijlating is begrensd tot ƒ 75.700,-voor gezinnen en ƒ 67.750,-voor alleenstaanden.

Minimumloon

Per 1 januari en per 1 juli 1986 zullen het wettelijk minimumloon en het minimumjeugdloon niet worden gewijzigd. De bruto-bedragen die in 1985 gelden, blijven ook in 1986 van toepassing. Door een verlaging van de sociale premies zullen de netto-bedragen echter stijgen. Voor een werknemer van 23 jaar of ouder blijft het bruto minimumloon per 1 januari! per week: ƒ 458,70 per dag: ƒ 91,74 De bruto minimumjeugdlonen bedragen per 1 januari 1986: Leeftijd: minimumloon Volwassenen: 22 21 20 19 18 17 f 16 15 percentage van: 85,0 72,5 61,5 52,5 45,5 39,5 34,5 30,0 Per maand: ƒ 1.689,50 ƒ1.441,10 ƒ 1.222,40 ƒ 1.043,50 ƒ 904,40 ƒ 785,10 ƒ 635,80 ƒ 596,30 Per week ƒ389,90 ƒ332,60 ƒ282,10 ƒ240,80 ƒ208,70 ƒ181,20 ƒ158,30 ƒ137,60

Voor een 16-jarige is het minimumjeugdloon per 1 januari 1986 bij twee dagen partiële leerplicht en een werkweek van drie dagen ƒ 411,48 per maand en ƒ 94,98 per week.

De netto minimumloon- en minimumjeugdloon-bedragen kunnen per bedrijfstak ver schillen. Dit komt onder andere door verschillen in premieheffing door bedrijfsverenigingen en door andere inhoudingen. De onderstaande netto bedragen geven daarom alleen eer! globale aanduiding.

De netto minimumloonbedragen voor werknemers van 23 jaar en ouder zijn afgerond globaal als volgt: Per maand: Per week Belastinggroep I ƒ 1396 (was ƒ 1376) ƒ 32: II ƒ 1467 (was ƒ 1447) ƒ 33! III ƒ 1516 (was ƒ 1495) ƒ 35(

Voor ongehuwde werknemers van 22 jaar en jonger bedraagt het netto minumumloon globaal: Leeftijd 22 jaar 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 jaar 16 jaar 15 jaar Per maand ƒ1226 ƒ1062 917 799 707 ƒ 630 550 479 Per week ƒ283 ƒ245 ƒ212 ƒ184 ƒ163 ƒ145 ƒ127 ƒllC

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 januari 1986

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Sociale verzekeringen per 1 januari 1986

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 januari 1986

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's