KNMG wil publikatie richtlijnen euthanasie

Het KNMG-bestuur heeft de bewindslieden een uitvoerige brief geschreven over het advies dat de Raad van State in juli heeft uitgebracht over het wetsvoorstel Wessel-Tuinstra en de „proeve" van een euthanasiewet van het vorige kabinet. Volgens het regeerakkoord heeft het huidige kabinet zes maanden de tijd om op dat advies te reageren.

Overhaast

De Raad van State waarschuwt tegen een overhaaste wettelijke regeling. De KNMG zet vraagtekens bij dat „overhaast" gezien de jarenlange discussie rond euthanasie. Aan die discussie is volgens het KNMG-bestuur de laatste twee jaar weinig nieuws meer toegevoegd. Het vreest dan ook dat het met de euthanasiewetgeving dezelfde kant opgaat als met de abortuswet: „een jarenlang slepend politiek debat met als uiteindelijk resultaat een wetgeving

waarvan de naleving moeilijk te controleren is”.
De Raad van State heeft voorgesteld, de rechtszekerheid te vergrotendoor onderdelen van het „euthanase-rend handelen" te regelen.
Het KNMG-bestuur heeft daar echtergrote twijfels over. Het opnemen vanzorgvuldigheidseisen in een wettelij-ke regeling buiten het Wetboek vanStrafrecht betekent nog niet dat hetresultaat van een beroep op een straf-uitsluitingsgrond vaststaat. DeKNMG vraagt zich dan ook af in hoe-verre zo'n wettelijke regeling werke-lijk meer rechtszekerheid zou bieden dan het huidige vervolgingsbeleid.

Privacy
Volgens de Raad van State moetende inspecteurs van de volksgezondheid de aantekeningen van artsen kunnen opvragen. Aan de hand daarvan kunnen ze zonodig de officier van Justitie inschakelen. Als hierbij de privacy van de patiënt wordt gewaarborgd heeft het KNMG-bestuur daar geen bezwaar tegen. Wel vraagt het zich af of een dergelijke regeling wel enige zin heeft in het door de raad voorgestelde systeem waarin euthanasie volledig strafbaar blijft en dus in elk geval bij de officier van justitie terechtkomt.
Het bestuur betreurt het dat het advies van de raad de rechtszekerheid van patiënten en artsen voorlopig niet of nauwelijks zal bevorderen. Het noemt de opstelling van de raad verre van consequent: „Enerzijds wordt gesteld dat men nog niet aan wetgeving toe is, anderzijds wordt daarna een uiterst nauwkeurige regeling voorgesteld van zorgvuldigheidseisen".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen