Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Historie uit stad en streek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Historie uit stad en streek

Over Lampegiet en vettebeesten in Veenendaal

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

VEENENDAAL — Houden de Veenendalers Lampegietersavond, ossenmarkt en bijenmarkt in stand om een feestje te kunnen bouwen of om stil te staan bij het verleden? Gevoeglijk mogen wij aannemen dat van beide walletjes gegeten wordt. Het is zowel het een als het ander. Toch hebben deze folkloristische gebruiken een oorsprong. Wij nemen u even mee naar de wieg van deze Veenendaalse tradities.

Voor eerdergenoemde Veenendaalse feestjes moeten wij heel ver terug in het verleden. Overleveringen lieten veel na, maar deze waren soms niet helemaal waterdicht. Over enige zaken tast men nog in het duister.
Daarna geven geschiedschrijvers aan de Veenendaalse tradities een verschillende uitleg.
Een voorbeeld daarvan is Lampegietersavond. Door sommigen wordt de oorsprong teruggevoerd naar de Vlaamse afkomst van Veenendalers. Algemeen wordt echter aangenomen dat de feestelijke avond is ontstaan in de tijd dat de fabrieken nog niet bij kunstlicht werkten. Midden september — er werd vroeger nog in de avonduren gewerkt — werden de lampen voor het eerst weer aangestoken en dat ging gepaard met enige feestelijkheid. Dat gebeurde op de maandag die het dichtst bij de zeventiende september lag en dat is nog altijd de dag waarop Lampegietersavond wordt gevierd.
Tientallen jaren geleden gingen de kinderen bij het vallen van de duisternis de straat op met lampions en lantaarns gemaakt van uitgesneden kalebassen en zongen hun lampegieterslied. Na afloop dronk men in huiselijke kring saliemelk en at men daarbij kaneelbeschuitjes. Ook ontbrak het vlees niet. Ook nu nog worden optochten gehouden. Alleen wordt er nu meestal na afloop geen saliemelk meer gedronken, maar iets „pittigs", vandaar de naam Lampegiet.

Vette beesten

De laatste twee jaar verliep Lampegietersavond weer rustig. Dit in tegenstelling tot de jaren daarvoor. Toen moesten ME'ers nogal eens in actie komen om de jongelui tot bedaren te brengen.
Iets wat ook al zeer oud is, is de ossenmarkt, ook wel de vette-beesten-markt genoemd. De oorsprong daarvan is terug te voeren tot het jaar 1689. In dat jaar ging Veenendaal, toen nog ressorterend onder de gemeente Rhenen, over tot de instelling van de vette-beestenmarkt.
Rhenen, de moeder van Veenendaal, zag met lede ogen het kind tot zelfstandigheid komen. Rhenen beschouwde de instelling van de vettebeestenmarkt als een inbreuk op het eigen privilege en verbood het. Het mocht echter niet baten. Veenendaal ging een eigen weg. Hiermee was de ruzie tussen kind en moeder geboren. Het heeft trouwens nooit zo geboterd tussen deze twee.
In 1784 schijnt de twist zo hoog opgelaaid te zijn, dat Rhenen overging tot het heffen van belasting op alle vee dat bestemd was voor Veenendaal. Ook dit was geen reden voor Veenendaal om ermee te stoppen. Tot 1914 heeft de markt zich gehandhaafd. De oorzaak dat ze werd afgeschaft moet het meest gezocht worden in het feit dat de markt langzamerhand meer op een kermis ging lijken.
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog achtte men het moment rijp om een punt te zetten achter de kermisachtige activiteiten. Enige jaren geleden echter, werd de traditie weer nieuw leven ingeblazen. Op de ossenmarkt die vorige maand op de Patrimoniumlaan werd gehouden werden ook daadwerkelijk vette beesten verhandeld. Daarnaast pikken de winkeliers een flink graantje mee door hun waar opstraat uit te stallen.

De bijenmarkt is ook al eeuwenoud. Veenendaal lag, en ligt nog steeds, in de vallei die de afscheiding vormt tussen twee gebiedenmet een totaal verschillende bodemgesteldheid. Ten zuiden van Veenendaal aan de andere kant vande Rijn, de Betuwe met haar vruchtbare kleigrond waarop sinds mensenheugenis de fruitteelt wordt bedreven.

Aan de Noordoostkant van Veenendaal ligt de Veluwe, een gebied van schrale zandgronden waar het houden van heideschapen broodwinning was voor de boer. De Betuwnaren gebruikten de bijen als bevruchter in hun boomgaarden. De produktie van de bijenhoning en bijenwas kon de fruitkweker ook nog meenemen. Als na mei de vruchtbomen waren uitgebloeid vertrokken de Betuwnaren in juli met hun mini-veestapel naar de Veluwe, waar de hei in bloei begon te komen.

Wol

De tocht naar het Veluwse was te lang omdat in een dag met paard en wagen 3f te leggen. Er werd gerust in Veenendaal. In dezelfde maand juli schoren de Veluwse boeren hun schapen en brachten hun wol naar Veenendaal waar hun afnemers, de wolkammers, aan de opkomst van de Veenendaalse industrie werkten.

De Betuwe en de Veluwe vonden elkaar dus in Veenendaal. En het verhaal wil dat hieruit een levendige handel ontstond, die nagenoeg de hele maand juli duurde. De Veluwse boeren wilden het ook wel eens met de bij proberen. Zij zagen ook brood in de bijen. In de loop der eeuwen is veel veranderd. Het zijn niet meer specifiek de Betuwenaren en de Veluwse boeren die elkaar op de huidige bijenmarkt treffen. De imkers komen uit het hele land, zelfs van over de grens. Niet meer de hele maand juli, maar op een dinsdag van die maand. Zo heeft ook deze folklore de vergetelheid overleefd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 oktober 1986

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Historie uit stad en streek

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 oktober 1986

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's