Kruidje roer me niet
griendbeheer en onderhoud van essenhakhout. Erg nuttig, want men kan overal nog steeds meer vrijwilligers voor dit werk gebruiken.
Mimosa is lid van een familie met een moeilijke naam. Je mag hem meteen weer vergeten, en het staat niet dom als je de familienaam twee keer moet lezen. Het is de familie van de Leguminocae. Toch wel een belangrijke familie voor ons. Deze planten kunnen niet alleen mooie bloemen voortbrengen maar ook nog peulen dragen. Bepaalde familieleden worden weer gebruikt als voedergewas zoals bijvoorbeeld klaver. Het kruidje-roerme-niet is de enige kamerplant in deze groep.
De mimosa is erg gemakkelijk te kweken in de kamer. De temperatuur moet minimaal 20 graden'bedragen en de lucht om de plant heen moet voChtig zijn. Zet haar bij voorkeur op een eilandje, dus wat stenen onder in de sierpot met daartussen wat water. Het mag echter niet zo zijn dat zij last krijgt van hoog water. Lekker vaak sproeien met vooral lauw water. De mimosa heeft natuurlijk niet voor niets zo'n welluidende bijnaam: "kruidjeroer-me-niet".
En dan bedoel ik niet dat jongetje dat steeds op z'n stoel zit te draaien. Want als je die een tik(je) geeft hij zit weer stil. Als je de mimosa echter aanraakt, dan begint het pas goed. Van de weeromstuit zal zij haar bladeren dichtvouwen. Wat je dan overhoudt is een zielig takkebosje met hangende blaadjes waar niks moois aan te zien is.
Zelfs een wat al te dartele vlieg kan deze toestand op z'n geweten hebben. We zeggen dat "de plant slaapt". Gelukkig herstelt de plant zich weer, maar het moet niet al te vaak voorkomen. Hetzelfde verschijnsel zal zich voordoen als je de lamp boven de plant 's avonds uitdoet. Het kruidje-roer-me-niet gedraagt zich alleen zo 'gevoelig' bij een temperatuur van ongeveer 20 graden.
Deze echte mimosa heeft heel mooie bladeren, en de plant kan van mei tot september bloeien. Dit doet zij met lilarose bolvormige bloemen. Geef haar niet te veel water. Normaal vochtig houden is voldoende. Om de veertien dagen wat extra mest geven. Je kunt haar heel makkelijk zaaien. Laat haar dan wat zaad vormen en bewaar dat. Uitzaaien kan goed in maart. Doe enkele zaadjes in een potje met bladaarde die je goed vochtig maakt. Doe het in een doorzichtige plastic zak, blaas die een beetje op en bind lv;m dicht aan de bovenkant. We maken er dus een soort broeikasje van. Binnen veertien dagen zullen de zaden kiemen en zodra de eerste blaadjes komen, mag de plastic zak eraf. Hierna gaat zij vanzelf haar gang. Verpotten hoeft niet, want je hebt haar al in de pot gezaaid. Je ziet, een vrolijke vrijbuiter in de vensterbank die niet al te veel problemen oplevert.
Ardisia crispa
De Ardisia is eigenlijk een heestertje. Maar in de kamer doet zij het erg leuk. Oorspronkelijk komt ze uit China. Ja, het kan raar lopen, tegenwoordig wordt zij weer veel als kamerplant gekweekt.
Meestal zullen ze in het najaar op de veiling worden aangeboden. Maar je hebt er het hele jaar plezier van, in de zomer van haar bloempjes die als rose, witte trosjes rondom de plant zitten. Daarna ontwikkelt zich een groot aantal erwtachtige besjes die later rood kleuren. Deze blijven eraan zitten zodat de plant met bes van de winter tot ver in het voorjaar sierwaarde heeft.
De vorm van de plint is ook heel mooi. Onder zien we een kalende steel met daarboven een pruik van mooi diepgroen blad. Houd er wel rekening mee, dat als je haar in de kamer zet zij een hekel heeft aan droge warmte. Je zult haar dan ook regelmatig moeten sproeien met lauw water. Kruip zelf maar eens onder een koude douche, dan schrik je ook wel even. Het scheelt ook als je haar op een 'eiland- • je' zet. Dit is een laagje grind in de pot waarin steeds water staat. Zorg er wel voor dat de plant niet in het water staat. De grond moet goed vochtig gehouden worden en om de twee weken mag je kunstmest geven.
Het is niet noodzakelijk om hier te vertellen welk soort mest het beste is. De beste ervaringen zijn er met" vloeibare mest. Daar zitten geen zouten in waardoor de grond niet kan verzilten. Er zijn soorten genoeg verkrijgbaar. De een nog beter dan de ander. Kijk maar waar je zelf de beste resultaten mee boekt.
Na bepaalde tijd zal de Ardisia de neiging hebben om wat uit te groeien. Mocht het nodig zijn dan kun je haar wat snoeien. Dit moet echter niet te rigoureus gebeuren.
Het mag pas gebeuren als de besjes zijn verdroogd. De wilde stukjes wegknippen, dan blijft zij het mooist. Op het moment van het snoeien kun je haar mooi even verpotten. Gebruik er goede potgrond voor en doe onder in de pot een scherf. De Ardisia kan veel zon hebben voor zover die er is. Er hoeft dus niet gauw geschermd te worden.
Zet haar een beetje apart neer. Daardoor valt zij wat meer op. Want enige bewondering verdient zij wel. Floriand
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 oktober 1986
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 oktober 1986
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's