Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Godsdienstvrijheid in Rwanda blijkt beperkt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Godsdienstvrijheid in Rwanda blijkt beperkt

Slechts een van 296 verdachten vrijuit

2 minuten leestijd

KIGALI - Bij het opmaken van de balans van het proces tegen 296 sekteleden uit Rwanda blijkt dat slechts een verdachte vrijuit gaat en dat de overigen tot vaak langdurige vrijheidsstraffen werden veroordeeld. Minister van justitie Jean-Marie Vianney Mugemana heeft in het tijdschrift "Dialoog" laten weten dat elke religieuze stroming die in Rwanda aan het werk wil gaan, eerst registratie moet aanvragen.

Het land garandeert vrijheid van godsdienst, maar dat betekent volgens de minister niet dat iedereen zomaar zijn gang kan gaan. In elk geval staat voorop dat geldende wetten moeten worden geëerbiedigd, aldus de minister.

Naar zijn mening kunnen mensen die de wet aan hun laars lappen en daarom achter de tralies verdwijnen, niet als gewetens-gevangenen worden beschouwd. De minister motiveerde dit met de mededeling dat de meeste sekteleden lezen noch schrijven kunnen of wegens wangedrag uit wel erkende religieuze gemeenschappen zijn gezet.

 Geen winst

Ten slotte deelde hij mee dat elke beweging die niet is geregistreerd als niet op winst gerichte organisatie, moet rekenen op een algeheel verbod op het houden van samenkomsten. Buitenlanders die sekten willen stichten, drukte hij op het hart eerst maar eens te kijken wat de wet al of niet toelaatbaar acht.

De aanklacht tegen de 296 sekteleden luidde dat zij weigerden zich aan de wetten des lands te onderwerpen, ook geen lid wilden worden van de enige toegelaten politieke partij, de vlag geen eer wensten te bewijzen en hun lippen op elkaar hielden als het volkslied diende te worden gezongen.

De verdachten brachten als argument om hun houding te rechtvaardigen naar voren dat zij alleen Gode gehoorzaamheid zijn verschuldigd en aan aardse wetten geen boodschap hebben. Sommigen wilden ook niet werken omdat het eindoordeel over de mensheid in hun ogen zo aanstaande is dat arbeiden toch niets meer zou uithalen.

Jehova's Getuigen kregen de zwaarste straffen opgelegd wegens dienstweigering. De twee leiders, Augustin Murayi Nduhira en zijn echtgenote, Rachel Ndayishimiye, gaan beiden twaalf jaar de gevangenis in. Nduhira is de vroegere directeur-generaal van het ministerie voor het lager onderwijs van Rwanda.

Terechtstonden verder leden van allerhande bewegingen die in Rwanda als sekten te boek staan, zoals de Zevende Dags Adventisten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 november 1986

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Godsdienstvrijheid in Rwanda blijkt beperkt

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 november 1986

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's