Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Feiten weerspreken soepeler opstelling Sowjetautoriteiten tegenover religie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Feiten weerspreken soepeler opstelling Sowjetautoriteiten tegenover religie

Ondanks uitlatingen over 'democratiseringsplan' door Chartsjev

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het proces tot democratisering van de Sowjetmaatschappij zal ook het religieuze leven omvatten". Met deze opmerking wekte Konstantin Chartsjev, sedert 1985voorzitter van de Russische raad voor religieuze aangelegenheden,tijdens een recente tiendaagse reis naar de Verenigde Staten, de gedachtedat het er goed uitziet voor de godsdienstvrijheid in de Sowjet-Unie. Toch zijn kenners het niet eens met Chartsjev. Hij heeft immers niet concreet gezegd watmogelijke 'hervormingen' zouden inhouden. Mogelijk veranderen de communistische autoriteiten hun godsdienstpolitiek wel enigszins.Er zijn echter geen aanwijzingen dat zij de druk op christenen ook maar enigszins verlichten.

Weliswaar verschilt de houding van Chartsjev met die van zijn

voorgangers. Hij is pas vanaf begin 1985 in functie. Chartsjev praat

namelijk niet publiekelijk de uiterst slechte behandeling van gevangenen

goed. Er is echter weinig aanleiding om te denken dat de

godsdienstvrijheid onder Gorbatsjov groter is dan voorheen. Het

sleutelwoord in de genoemde opmerking is immers „democratisering". En
hoe leg je dat woord uit? Democratisering in de zin van het Kremlin kan toch niet anders dan de opbouw van het communisme tot doel hebben? Dan
blijft dus het atheïsme centraal staan.

'Ondergronds'


Chartsjev zinspeelde bij het gebruik van het woord democratisering op

het gebruik van kerkelijke eigendommen en op de al of niet geoorloofde

activiteiten van geestelijken. Op dit moment is het zo dat de officiële

kerk best een huis mag bouwen dat dient als vergaderplaats voor de

gemeente. Zowel dat huis als een bestaande kerk moet echter direct als

eigendom aan de staat geschonken worden. De plaatselijke kerk heeft

namelijk geen rechtspersoonlijkheid. De zo geregistreerde gemeente mag
'haar' kerk gratis gebruiken van de staat. Van de ene op de andere dag
kunnen de autoriteiten echter deze overeenkomst opzeggen.
Bovendien mogen leden van een geregistreerde gemeente niet in het

publiek vrij en frank tegen ieder medemens het Evangelie als de goede

boodschap aanprijzen. Kinderen mogen wel in de kerk komen i maar

catechisatie e.d. is verboden. Ook mag in een officiële gemeente niet

gebeden worden voor gevangenen.

Een aantal gemeenten gaat daarom 'ondergronds'. Dit betekent niet,

dat die gemeente voortaan alleen bestaat als een geheimzinnige

organisatie waar niemand iets van merkt. Leden van zo'n gemeente komen

gewoon bijeen in een particulier huis ot in een stal en verstoppen zich niet.

Zij krijgen geldboetes, maar gaan gewoon door. Een aantal leden wordt soms gearresteerd. En het kan gebeuren dat pas na jaren zo'n huis verwoest wordt.Daarna vergadert de gemeente in de open lucht, echter niet zonder medeweten van de autoriteiten. Wel moet evangelisatiewerk, het vergaderen van voorgangers en het drukken en uitgeven van Bijbels en boeken in het geheim gebeuren. En het ziet er nog niet echt naar uit dat de Sowjets hun opvattingen verruimen.

In tegenspraak

De feiten zijn immers in tegenspraak met de voorgewende vriendelijkheid van Chartsjev. Een paar weken voordat Chartsjev sprak over het 'democratiseringsplan' -op 27 septemberwerd de Russisch-Orthodoxe diaken Wladimir Roesak in Moskou wegens antisowjet-agitatie en -propaganda veroordeeld tot zeven jaar werkkamp en vijf jaar verbanning. Roesak had de grote invloed van de staat op de officieel geregistreerde kerken aan de kaak gesteld. Deze invloed krijgt onder andere gestalte via censuur op de uitgaven van de kerk.

Roesak wordt vooral kwalijk genomen dat hij zich als kerkhistoricus te kritisch heeft uitgelaten over de geschiedenis van zijn kerk sinds 1917.  Tot 1983 werkte Roesak bij de uitgeverij van het Moskouse patriarchaat onder aartsbisschop Pitirim. In 1980 voltooide hij onder het pseudoniem Wladimir Stepanov een geschiedschrijving van de Russisch-Orthodoxe Kerk onder de titel "Getuigenis van de aanklacht".

Ik heb kritische vragen bij de theologische opvattingen die leven in de Russisch-Orthodoxe Kerk. Het is echter een feit dat de staat zich beijvert om -onder geestelijk gewaad- in vele kerken te infiltreren. Dat is, alle theologische kritiek ten spijt, niet slechts gemeen, daarmee is Roesaks aanklacht gegrond.

In een brief aan de zesde assemblee van de Wereldraad gaf Roesak in 1983 een overzicht van de manier waarop de leiding van de Russisch-Orthodoxe Kerk de schone schijn ophoudt. De kerkelijke leiding draagt er zorg voor dat de kerkleden zo weinig mogelijk tot nadenken komen over actuele kerkelijke problemen. Roesak schreef zijn keric lief te hebben maar haar niet „om de prijs van aanpassing" te willen dienen.

Het blijft inmiddels een twijfelachtige zaak of de Wereldraad van Kerken behalve het kritiseren van Zuid-Afrika, ook nog iets doet aan de situatie in Oost-Europa dat effect heeft. De Wereldraad zegt dat hij, zonder daaraan naar buiten ruchtbaarheid te geven, langs eigen kanalen iets voor christenen die in conflict met de staat verkeren, kan betekenen. Secretaris-generaal Emilio Castro heeft bij zijn reis naar de Sowjet-Unie aan Konstantin Chartsjev een lijst overhandigd met de namen van in moeilijkheden geraakte christenen. De Canadese theoloog verklaarde vorige week dat Roesak daar ook op voorkwam.


Hard optreden

Ik ben er echter persoonlijk getuige van geweest dat de leiding van de Wereldraad zich in 1983 niet wenste te bemoeien met mensen als de Russisch-orthodoxe Gleb Yakoenin of de niet geregistreerde baptisten Georgi en Natasja Vins.

De Engelse baptist David Russell, lid van de adviescommissie voor mensenrechten van de Wereldraad, heeft gezegd van plan te zijn in januari de kwestie aan de orde te stellen tijdens de vergadering van het Centraal Comité van de Wereldraad in Genève. Hij zal die bijeenkomst bijwonen namens van de Europese Baptistenfederatie, zo bericht het Engelse instituut Keston College.

£n het Zwitserse instituut Glauben in. der Zweiten Welt is van mening dat de zware straf van Roesak de in christelijke kring in de Sowjet-Unie opgedane indruk bevestigt dat er een hardere koers wordt gevaren tegen de kerk. Konstantin Chartsjev zou daarvan zelfs de aanstichter zijn.

Laten we beginnen met te hopen dat de voorgenomen activiteiten van Russell iets uithalen. Hoewel ik er weinig verwachting van heb moet ik tegelijk vaststellen dat elke vorm van publiciteit ten gunste van Russische christenen voordelig schijnt te zijn. Dat zegt ook de in 1979 op initiatief van president Carter van de Verenigde Staten voor spionnen 'geruilde' Vins. Hij is zestien jaar 'van huis' geweest, acht jaar gevangen en acht jaar 'ondergronds'.


Publiciteit

In een gesprek met Georgi en zijn dochter Natasja, kortgeleden, werd mij opnieuw duidelijk hoe belangrijk zij het vinden dat de westerse pers berichten over de situatie van christenen in Rusland publiceert. Ook petities aan het adres van de Sowjetregering zijn volgens hen van belang. Zij menen dat Moskou -ondanks de schone berichten van Chartsjev- bezig is deze publiciteit onmogelijk te maken.

Publiciteit betekent onder andere dat gevangenen in de kampen post krijgen. Het betekent ook dat dan hun medegevangenen gaan vragen naar de bron, waardoor een gesprek kan ontstaan over het christelijk geloof. Het is moeilijk te zeggen hoeveel post aan gevangenen echt terecht komt. Dat er een bepaald percentage aankomt staat vast. Waarom de autoriteiten die post niet volledig tegenhouden? Waarschijnlijk koesteren zij de vrees door schending van de internationale afspraken over postzaken nadeel te ondervinden. Een belangrijk deel van de berichtgeving over Russische christenen naar het Westen loopt via de zogeheten Verwantenraad van niet geregistreerde baptisten. De Verwantenraad neemt niet alleen de materiële en pastorale ondersteuning van de achtergebleven gezinnen van gevangenen op zich, maar ziet ook kans om gegevens over gevangenen naar het Westen te smokkelen.

Oprollen

Volgens Vins probeert de communistische overheid momenteel om diverse redenen de Verwantenraad op te rollen. Het feit dat de achtergebleven

familieleden van de gevangenen redelijk onderhouden worden, maakt het

de autoriteiten moeilijk om een onverzorgd achterblijven te gebruiken

als argument. Bovendien is het de overheid bekend dat de Verwantenraad

namen en adressen van in concentratie- of werkkampen gevangen christenen

en hun foto's in het Westen weet te krijgen.

Er zijn diverse leden van de Verwantenraad gearresteerd. Volgens Vins

is het niet onmogelijk dat de Sowjetautoriteiten nu eerst kijken hoe

het Westen reageert, om afhankelijk daarvan voort te gaan met nieuwe arrestaties. De autoriteiten zijn een nieuwe politiek begonnen, aldus

Vins, namelijk om de vrouwen van gevangenen te vervolgen.

Want wat gebeurt er met de kinderen van die gezinnen waarvan zowel

vader als moeder in een strafkamp zit? Zij lopen risico in atheïstische

tehuizen van de staat geplaatst te worden. Bovendien wordt de

informatieverstrekking naar het Westen op deze manier moeilijk zo niet

onmogelijk gemaakt.

Veranderde tactiek

Overigens heeft de gemeente in Kiëw waartoe Vins behoorde zich na
zijn gevangenschap laten registeren. Toen bleek dat de
overheidsinmenging de perken te buiten ging, heeft een deel zich nu
ongeveer twee jaar geleden afgescheiden om in de bossen te gaan
vergaderen. Volgens Vins is er geen sprake van grotere soepelheid van de
Russische regering. Slechts de tactiek verandert.

Niet alleen richt de aanval zich onder andere op de vrouwen van
gevangenen. Maar ook verschilt de mate van vervolging regionaal. Dat is
geen toevalligheid. Het is niet zo dat lokale afdelingen van politie
meer of minder interesse hebben in 'godsdienstoorlog'. Alles wordt
centraal vanuit Moskou geregeld. Indien er in enkele regio's meer
vrijheid bestaat dan elders lijkt het totale beeld minder ernstig dan
het in werkelijkheid is. Dat is politiek interessant. Zo verkoop je als
regering het beeld van godsdienstvrijheid beter aan het vrije Westen!

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 november 1986

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Feiten weerspreken soepeler opstelling Sowjetautoriteiten tegenover religie

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 november 1986

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's