Bestrijdingsmiddel erger dan de kwaal

Op grond van deze bevindingen heeft Rijkswaterstaat alvast besloten geen gebruik meer te maken van de tonnen dispersiemiddelen die voor het geval van een olieramp op zee op verschillende plaatsen langs de kust zijn opgeslagen.

In nauwe samenwerking met het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) en het Rijksinstituut voor Natuurbeheer (RIN) op Texel onderzocht het TNO-instituut voor maritiem onderzoek in Den Helder de afgelopen twee jaar de gevolgen van olieverontreiniging en de bestrijding ervan op het leven in de Waddenzee. In grote bakken met water uit dit kustgebied werden diverse kleine en grote olierampen en het gebruik van dispersiemiddelen nagebootst.

Het onderzoek, dat financieel wordt gesteund door Rijkswaterstaat, de Europese Gemeenschap en de oliemaatschappijen, toont aan dat olieresten zich gaan vastzetten in de bodem. Daardoor wordt het hele biologische systeem veel langer belast dan ooit was gedacht. Men had aangenomen dat er niets meer aan de hand was als de olievlek van het oppervlaktewater was verdwenen.

Lagere diersoorten

De experimenten van TNO laten zien dat lagere diersoorten, die een belangrijke voedselbron voor de vissen en vogels vormen, bij een grote olieramp in groten getale sterven. Tevens wordt de voortplanting van deze diertjes ernstig gehinderd, wat gevolgen heeft voor de voedselvoorziening in dit gebied op langere termijn.

Deze voor het leefmilieu in zee nadelige gevolgen worden niet minder als men gebruik maakt van dispersiemiddelen om de olievlek op te ruimen. Integendeel, vooral de effecten op langere termijn worden nog ernstiger.

Bij een betrekkelijk kleine olie morsing is slechts sprake van een geringe stijging van het aantal dodelijke slachtoffers onder de kleine levende organismen. Na toevoeging van dispersiemiddelen stijgt het dodental echter in zeer sterke mate.

Consequenties

Duidelijk is volgens TNO-onderzoeker M. Scholten dat het leefmilieu in het Waddengebied en andere ondiepe wateren sterk te lijden heeft van olieverontreinigingen. De sterke wijzigingen in de levende voedselvoorraad moet ook voor de hogere diersoorten consequenties hebben, aldus de bioloog.
De TNO-medewerker, die het gebruik van genoemde bestrijdingsmiddelen in ondiepe wateren sterk afwijst, beveelt aan om olievlekken af te schermen en van het water te scheppen. De olie
die zich in de bodem heeft afgezet, zou met bulldozers tijdens laag water kunnen worden verwijderd. Het TNO-instituut onderzoekt tevens de mogelijkheid om de op het water drijvende olie met behulp van speciale korrels te verbranden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen