Bezwaar tegen tennis op zondag
Het is weer de tijd van de gemeentelijke begrotingsbehandeling. Regelmatig leest u op dit moment op de regiopagina's van deze krant dat verschillende partijen allerlei verschillende financiële wensen op tafel leggen. Terecht wordt er in deze krant ook aandacht geschonken aan de wensen van de partijen ter rechterzijde, die nog wel eens tegen stemmen als er overheidsbijdragen moeten worden gegeven aan activiteiten die de toets der principiële kritiek niet kunnen doorstaan.En soms leidt dat tot een rechtszaak.
Het ging om een tennisvereniging in de gemeente Waardenburg. Deze vereniging wenste een aantal tennisbanen in te richten maar kwam tot de conclusie dat er onder de leden niet zoveel geld aanwezig was dat alles uit eigen middelen kon worden bekostigd. En in zo'n geval stap je „natuurlijk" naar de overheid met het verzoek bij te dragen in de kosten. In dit geval ging het om een gemeentelijke garantie voor een geldlening en een subsidie gelijk aan het jaarlijkse exploitatietekort.
Bezwaren
B en W van Waardenburg moesten een advies uitbrengen aan de gemeenteraad. En de meerderheid van het college adviseerde geen medewerking te verlenen. Niet, zo stond in het raadsvoorstel fë lezen, omdat men nu tegen het tennissen op zich was. „Ons college is een voorstander van een verantwoorde sportbeoefening en heeft tegen de voorgenomen tennissport als zodanig dan ook geen enkel bezwaar. Maar tijdens de besprekingen met het bestuur van de tennisvereniging is gebleken dat de mogelijkheid aanwezig is dat in de nabije toekomst gelegenheid zal worden gegeven op zondag de tennissport te beoefenen, en daar heeft ons college in meerderheid principiële bezwaren tegen."
Deze bezwaren werden gedeeld door de gemeenteraad zodat het subsidieverzoek werd afgewezen. De tennisvereniging tekende onmiddellijk beroep aan en uiteindelijk werd het beroep behandeld door de afdeling Rechtspraak van de Raad van State, die de tennisvereniging in het gelijk stelde. Dat omdat de gemeenteraad van Waardenburg gehandeld zou hebben in strijd met de Zondagswet: „Uit de stukken is gebleken dat er een positieve beslissing zou zijn genomen indien de vereniging de banen op de zondag niet zal openstellen.
En een dergelijk soort beslissing is in strijd met het bepaalde in art. 7 van de Zondagswet."
Opzeggen
De zaak was hier niet mee afgelopen, want de gemeenteraad weigerde zich min of meer neer te leggen bij het besluit van de afdeling Rechtspraak. In het normale geval dient een overheidsorgaan dat in het ongelijk is gesteld opnieuw een beslissing te nemen met inachtneming van de gerechtelijke uitspraak.
De gemeenteraad van Waardenburg nam ook een nieuwe beslissing maar besloot het eerste besluit te handhaven. Weer om pricipiële redenen, terwijl er ook nog een nieuw argument werd toegevoegd: openstelling op zondag zou inhouden dat er veel leden van de tennisvereniging zouden opzeggen als lid. In die zin wilde de gemeenteraad de vereniging tegen zichzelf beschermen. Weer werd er beroep aangetekend tegen het raadsbesluit maar de toon van het beroepschrift was nu wat feller, terwijl er ook een forse dwangsom werd geëist. De rechter ging eerst na of er nog nieuwe feiten en omstandigheden na de eerste uitspraak aan de orde waren gekomen. Immers, als dat zo zou zijn, had de raad de bevoegdheid een andere beslissing te nemen. Dat bleek echter niet het geval te zijn. Het argument over het ledenverloop ging volgens de rechter niet op: dat was ook bekend tijdens het nemen van de eerste beslissing terwijl de tennisvereniging aan kon tonen dat het argument onjuist was.
De afdeling Rechtspraak kwam dan ook tot de conclusie dat de gemeente Waardenburg niet had voldaan aan de eerste rechterlijke uitspraak. En om te bewerkstelligen dat er alsnog een „juist" besluit werd genomen werd de gemeenteraad veroordeeld binnen drie maanden na de dag van de uitspraak alsnog de subsidie te verlenen.
Dwangsom
Kennelijk had de rechter weinig vertrouwen in deze principiële gemeenteraad want om te voorkomen dat er voor de derde keer een in de ogen van de rechter verkeerd besluit werd genomen, werd er ook bepaald dat er bij in gebreke blijven een dwangsom zou worden verbeurd: „Wij bepalen voorts dat indien niet binnen de genoemde drie maanden een juist besluit is genomen door de gemeenteraad van Waardenburg, een dwangsom wordt verbeurd groot 90.000 gulden, te voldoen aan de tennisvereniging Waardenburg."
Dat was dus duidelijk. Maar in wezen werd er voor de gemeente meteen een ontsnappingsmogelijkheid geboden: indien men zonder meer geen besluit wilde nemen ten gunste van sport op zondag, dan kon men gedurende drie maanden stil zitten waarna de dwangsom werd verbeurd. En men kan redeneren dat men voor een zelf genomen besluit wel verantwoording hoeft af te leggen, maar voor een opgelegd besluit niet.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 november 1986
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 november 1986
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's