Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pulpbladen doen lezersharten nog steeds sneller kloppen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pulpbladen doen lezersharten nog steeds sneller kloppen

Ook lezersmarkt in gereformeerde gezindte

11 minuten leestijd

De roddelbladen verkeren in feeststemming. Story bestaat twaalf en een half jaar, Privé bereidt een feestjaar voor omdat het begin '87 de tien jaar hoopt vol te maken en Weekend maakt zich ook al op voor de viering van het koperen jubileum. ,^en mooie gelegenheid voor jullie om weer eens breed uit te meten hoe erg die roddelbladen wel niet zijn", reageert de eindredactrice van laatstgenoemd blad snibbig. Want zo de waardin is, vertrouwt ze haar gasten.

Het meest mystieke huwelijk van het jaar. Zwangere Liz Snoyink wil trouwen. Minister onthult huwelijksproblemen van prinses Irene. Alles over de dag dat Bernhard van Juliana wilde scheiden. Hij heeft me verleid.

Het zijn koppen, bij voorkeur kapitaal gezet, waarmee Story, Privé en Weekend iedere week weer hun lezerspubliek weten te lokken. Samen zijn ze goed voor een betaalde oplage van 1,2 miljoen exemplaren. Hun formule is even simpel als succesvol: het leesvoer moet de harten van de lezers en vooral lezeressen sneller doen kloppen.

Sensatie

Story, eigendom van de Amsterdamse uitgeversreus VNU, beet de
spits af. Het idee was geleend van onze oosterburen, die een niet te
verzadigen pulpmarkt kennen. Zelfs dagbladen met een roddelformule
bereiken in de Bondsrepubliek topoplagen.
Nog geen jaar na Story werd Weekend gelanceerd. Ook deze gok was
in commercieel opzicht raak: de totale oplage van beide bladen steeg in
recordtijd naar de voor Nederlandse begrippen ongekende hoogte van
900.000. Vervolgens beweerde het uitgeversconcern De Telegraaf dat de
lezersmarkt voor dit soort bladen nog meer dan voldoende ruimte bood
voor een derde blad, dat Privé ging heten en genoemd was naar de
showpagina van de befaamde of zo men wil beruchte sterreporter Henk van
der Meyden in het dagblad De Telegraaf. Na bijna tien jaar voert dit
blad nu onbetwist de lijst van de pulpbladen aan met een betaalde oplage
van 580.000 exemplaren.

Het leeuwendeel van de oplage van Privé, Story en Weekend vindt
zijn weg naar de lezer via de losse verkoop in kiosken, boekhandels en
supermarkten. Dat maakt dat aan het omslag hoge ei'^éH? worden gesteld.
De schrikbarende dosis sensatie die in de koppen wordt verwerkt, moet
het lezerspubliek tot (herhalings)aankoop verleiden.

Oeroud


„De formule van de pulpbladen is gebaseerd op een oeroud recept:

verstrooiing bieden", zegt dr. J. Hemels, expert op mediagebied en zeer

onlangs benoemd tot hoogleraar in de communicatiewetenschappen aan de

Universiteit van Amsterdam. Hij wijst erop dat al eeuwenlang in de

behoefte aan populaire leesstof wordt voorzien en dat de pulpbladen een

moderne variant daarop vormen.

„Het publiek dat deze bladen leest", vervolgt Hemels, „is ongeveer

hetzelfde als de lezers van de Bouquetreeksen. Het is ook hetzelfde

genre, met dit verschil dat het in de pulpbladen over bestaande figuren

gaat. Door de televisie is het glitterwereldje bezit van het publiek

geworden. De mensen kennen de sterren van de tv. De pulpbladen spelen

daar op in door hun droomwereldje te beschrijven. Daarmee bieden ze de

lezer de gelegenheid om aan de dagelijkse werkelijkheid te ontsnappen.

Of ze schrijven over de ellende, de tegenslagen van de sterren en dat

roept dan weer herkenning bij de lezers op. De gedachte dat het lot ook

hen treft, geeft de lezers als het ware troost.

Ach, het zijn allemaal oermenselijke trekjes. Dat de pulpbladen
een bepaalde behoefte kweken, is dan ook niet waar. Het gaat vaak om
roddel, borrelpraat. Wat de dag- en opinieweekbladen laten liggen,
pikken zij op. Een journalist van een krant vertelde me pas dat het
vertrek van staatssecretaris Brokx mede verband hield met omstandigheden
' in de persoonlijke levenssfeer, waar De Vries kennelijk moeite mee
had. Die journalist wilde dat niet publiceren maar de pulpbladen zijn
juist tuk op dat soort nieuwtjes."

Onthullend

Hemels gelooft niet dat de pulpjournalistiek een smet werpt op de journalistiek in het algemeen. „Er is een vrij strikte scheiding met de meer serieuze journalistiek. De lezers zijn daar heus niet blind voor. Dat zijn echt niet van die arme schapen. Ze weten dat het allemaal

erg is aangedikt," „Wat je je wel af kunt vragen", voegt de media-expert eraan toe, „is wat iemand drijft om voor die pulpbladen werken. Ik vermoed louter geldgewin." Zijn vermoeden is meer dan een slag

de lucht. Door de Nieuwe-Revu-journalist Ruud Hollander is vorig jaar onthuld dat bij Privé jaarsalarissen worden uitgekeerd die schommelen tussen de één en vier ton.

Hollander infiltreerde twee maanden lang bij de redactie van Privé om

achterhalen hoe zij haar leesvoer bijeen gaart of, om in het pulptaaltje te blijven, hoe zij deuren opent die voor anderen gesloten blijven. Bij Hollanders undercovermethode kan men vraagtekens plaatsen, zijn relaas is er niet minder schokkend om.

Een van Hollanders eerste opdrachten bij Privé is een verhaal te
schrijven over de eens zo populaire zanger Max van Praag, die
ongeneeslijk ziek is en bovendien failliet is. Na een telefoontje met
Van Praag zelf en diens naaste familie stelt Hollander zijn superieuren
voor om het artikel te laten schieten. De dochter van de vroegere zanger
heeft hem gesmeekt om haar ernstig zieke vader toch vooral met rust te
laten. Twintig jaar lang is er niets meer over hem geschreven en nu moet
er plotseling in details worden getreden over zijn ellende.

Grote baas van der Meyden is echter onverbiddelijk. Het verhaal

moet er komen. Hollander doet dan wat van hem wordt gevraagd maar

probeert het nieuws over de ongeneeslijke ziekte zoveel mogelijk weg te

moffelen. Opnieuw kennen zijn superieuren geen enkel mededogen.

Redactiechef Willem Smitt herschrijft de kopij om de aankomend

journalist te leren hoe je spannende verhalen schrijft.

Hollander krijgt van Smitt ook nog een aantal welgemeende
adviezen mee. „Je moet niet te amicaal met mensen omgaan. Ze moeten
ahijd een beetje bang voor je zijn. Wat zou die Smitt nou weer willen?
Je moet ze ook laten denken dat je alles van ze weet; dat maakt ze
angstig." Volgens Smits is Privé net porno: het moet de mensen opwinden.
„Mensen willen ellende lezen. Scheidingen, ongelukkige liefdes, dood,
etcetera. Aan verhalen over gelukkige mensen hebben we niets". dat de
prins door een hartinfarct zou zijn getroffen en het andere dat hij
bijna niet meer kon lopen.
Ook de jaarlijkse wintersportvakantie in Lech deed de fantasie op
hol slaan. Privé wist te melden dat de vakantie voor de koningin-gemaal
een ware kwelling was geweest. „Een winkelende koningin, skiënde
prinsen, maar een lijdende prins Claus", vatte het blad voor zijn lezers
samen. Story „onthulde" diezelfde week dat de wintersportvakantie in
Lech de prins juist goed had gedaan.
„Wat heerlijk prins Claus zo blij
en zorgeloos met zijn vrouw en kinderen te zien", jyl^elde de nog nieuwe
feiten en omstandigheden na de eerste uitspraak aan de orde waren
gekomen. Immers, als dat zo zou zijn, had de raad de bevoegdheid een
andere beslissing te nemen. Dat bleek echter niet het geval te zijn. Het
argument over het ledenverloop ging volgens de rechter niet op: dat was
ook bekend tijdens het nemen van de eerste beslissing terwijl de
tennisvereniging aan kon tonen dat het argument onjuist was.

Hemels gelooft niet dat de pulpjournalistiek een smet werpt op de

journalistiek in het algemeen. „Er is een vrij strikte scheiding met de

meer serieuze journalistiek. De lezers zijn daar heus niet blind voor.

Dat zijn echt niet van die arme schapen. Ze weten dat het allemaal erg

is aangedikt."


„Wat je je wel af kunt vragen", voegt de media-expert eraan toe, „is wat

iemand drijft om voor die pulpbladen te werken. Ik vermoed louter

geldgewin." Zijn vermoeden is meer dan een slag in de lucht. Door de

Nieuwe-Revu-journalist Ruud Hollander is vorig jaar onthuld dat bij

Privé jaarsalarissen worden uitgekeerd die schommelen tussen de één en
vier ton.
Hollander infiltreerde twee maanden lang bij de redactie van Privé om
te achterhalen hoe zij haar leesvoer bijeen gaart of, om in het

pulptaaltje te blijven, hoe zij deuren opent die voor anderen gesloten

blijven. Bij Hollanders undercovermethode kan men vraagtekens plaatsen,
zijn relaas is er niet minder schokkend om.

Een van Hollanders eerste opdrachten bij Privé is een verhaal te

schrijven over de eens zo populaire zanger Max van Praag, die

ongeneeslijk ziek is en bovendien failliet is. Na een telefoontje met

Van Praag zelf en diens naaste familie stelt Hollander zijn superieuren

voor om het artikel te laten schieten.

De dochter van de vroegere zanger heeft hem gesmeekt om haar ernstig zieke vader toch vooral met rust te laten.

Twintig jaar lang is er niets meer over hem geschreven en nu moet er

plotseling in details worden getreden over zijn ellende.


Grote baas van der Meyden is echter onverbiddelijk. Het verhaal moet er

komen. Hollander doet dan wat van hem wordt gevraagd maar probeert het
nieuws over de ongeneeslijke ziekte zoveel mogelijk weg te moffelen.

Opnieuw kennen zijn superieuren geen enkel mededogen. Redactiechef

Willem Smitt herschrijft de kopij om de aankomend journalist te leren

hoe je spannende verhalen schrijft.

Hollander krijgt van Smitt ook nog een aantal welgemeende adviezen mee.

„Je moet niet te amicaal met mensen omgaan. Ze moeten ahijd een beetje
bang voor je zijn. Wat zou die Smitt nou weer willen? Je moet ze ook
laten denken dat je alles van ze weet; dat maakt ze angstig." Volgens Smits is Privé net porno: het moet de mensen opwinden. „Mensen willen
ellende lezen.

Scheidingen, ongelukkige liefdes, dood, etcetera. Aan verhalen over gelukkige mensen hebben we niets".


Genadeloos


De sterren over wie het in de pulppers gaat, zijn willige slachtoffers.

De meesten beschouwen de roddels over hun privéleven als de

onvermijdelijke prijs die ze voor hun populariteit moeten betalen.

Nogmaals dr. Hemels: „Ze zijn er eigenlijk een beetje aan overgeleverd.

Ik heb het er, toen ik daar eens voor in de gelegenheid was, met de

zangeres Liesbeth List over gehad. Ja, zei ze, het is vervelend maar ik

ga toch weer met hen in zee want ik start een nieuwe show en daar heb ik
publiciteit voor nodig."

Zo zijn de sterren hun eigen gevangenen. Wie niet mee doet aan het

pulpcircus, wordt genadeloos teruggepakt. Ruud Hollander bevestigt dat.

Bij Privé stonden onder anderen de tv-presentatoren Sonja Barend en

Willem Ruis op de zwarte lijst. Als gezegd werd: schrijf jij eens een

stuk over Willem Ruis, dan wist Hollander dat het de bedoeling was om hem te grazen te nemen.



Fantasieën


Nog weerlozer zijn de leden van het koningshuis. Geruchten en vermoedens
leveren een niet te stelpen kopijstroom op zonder dat de betrokkenen veel kunnen uitrichten. Dat laatste nodigt de pulppers voortdurend uit
tot vrijmoedige suggesties en wilde fantasieën. Tijdens de ziekte van
prins Claus, toen de redacties van de roddelbladen overuren draaiden,
kwamen daar sterke staaltjes van aan het licht. Het ene verhaal wilde dat de prins door een hartinfarct zou zijn getroffen en het andere dat hij bijna niet meer kon lopen.
Ook de jaarlijkse wintersportvakantie in Lech deed de fantasie op hol
slaan. Privé wist te melden dat de vakantie voor de koningin-gemaal een
ware kwelling was geweest. „Een winkelende koningin, skiënde prinsen,
maar een lijdende prins Claus", vatte het blad voor zijn lezers samen. Story „onthulde" diezelfde week dat de wintersportvakantie in Lech de prins juist goed had gedaan. „Wat heerlijk prins Claus zo blij en zorgeloos met zijn vrouw en kinderen te zien", jubelde de Story-reporter. Hij had het met eigen ogen gezien.
De tragiek is dat uitgerekend diezelfde prins Claus als enige van het koningshuis ooit fel naar de roddelpers heeft uitgehaald. Hij deed dat in een interview met de NCRV dat op 14 februari 1979 werd uitgezonden. Geconfronteerd met een aantal recente pulppublikaties, reageerde de prins; „Er klopt helemaal niets van, er zit nog geen vonkje waarheid in. Maar," vervolge hij, „het ellendige is dat'leugenachtige verhalen wel invloed hebben op levens; omdat ze met de regelmaat van de klok worden gelanceerd, kan men gaan denken dat er toch iets van waar moet zijn."

De schrijvers van zulke verhalen noemde hij stakkers die ook iets moeten doen om wat te verdienen. „Maar achter hen staan", aldus de prins, „de keurige heren uitgevers, die deze produkten mogelijk maken, uitsluitend om commerciële redenen." Hij pleitte ervoor om deze mensen te raken waar ze gevoelig voor zijn. „Geld willen ze maken, geld zullen ze betalen". Als het aan de prins zou liggen, werden aan de pulpbladen hoge schadevergoedingen opgelegd als straf voor aantasting van de privésfeer.

Vorig jaar onderstreepte prins Claus nog eens dat het hem menens is. Toen Privé met een verhaal kwam onder de kop „Willem-Alexander met blondine in Amsterdams hotel", spande de prins onmiddellijk een kort geding aan. Door de rechter werd het blad vervolgens een rectificatie opgelegd. Een eis tot schadevergoeding moest Claus achterwege laten omdat dit in kort geding niet mogelijk is.

„Iets lager"

Er zijn aanwijzingen dat de pulpbladen ook in de gereformeerde gezindte gretig aftrek vinden. Uit marktonderzoeken rollen zelfs getallen tussen de honderd- en tweehonderdduizend. Daar moet dan wel bij aangetekend worden dat het begrip „gereformeerde gezindte" in die onderzoeken zeer ruim IS gedefinieerd.

Bij de Telegraaf Tijdschriftengroep houdt men het erop dat een blad als Privé in sommige godsdienstige groeperingen „iets lager" scoort dan onder gereformeerden in het algemeen. Een kleine steekproef onder wederverkopers in een aantal als orthodox bekend staande plaatsen roept in ieder geval niet het beeld op dat de gereformeerde gezindte de pulpbladen categorisch buiten de deur houdt. Veelzeggend is de reactie van een supermarkteigenaar: „U moet eens weten wie de bladen kopen..."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 november 1986

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

Pulpbladen doen lezersharten nog steeds sneller kloppen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 november 1986

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's