Oecumene, geen modaliteiten en een dubbele dooppraktijk...
Dr. K. Blei, het nieuwe 'gezicht' van de Hervormde Kerk
De generale synode van de Nederlandse Hervormde Kerk benoemde in haar vergadering van 20 november vorig jaar de 54-jarige dr. K. Blei tot haar nieuwe secretarisgeneraal. Per 1 mei volgt hij dr. R. J. Mooi op, die met emeritaat gaat. Wie is dr. Blei? Wie wordt eigenlijk de hoogste functionaris, en daarmee het 'gezicht' van de Nederlandse Hervormde Kerk?
De nieuwe secretaris-generaal van de Nederlandse Hervormde Kerk staat bekend als een theoloog die de breedte van de kerk op het oog heeft. Hij heeft zich nimmer denigrerend over de rechterflank uitgelaten. Blei is aanzienlijk impulsiever dan zijn voorganger, dr. R. J. Mooi, en hij zal vermoedelijk duidelijker uitspraken doen. Het vermoeden is niet ongegrond dat er in allerlei kerkelijke bladen —waaronder De Waarheidsvriend— regelmatig 'discussies' met hem zullen plaatshebben.
De eerste discussie is al achter de rug. In een interview in het nummer van 7 maart van Woord en Dienst, het ambtelijk orgaan van de Nederlandse Hervormde Kerk, verklaarde dr. Blei dat hij op grond van de Bijbel van mening is dat de kinderdoop eigenlijk niet kan. Hij plaatste grote vraagtekens bij traditonele argumenten voor de kinderdoop.
Tegelijk pleitte hij echter voor kerkordelijke handhaving van de kinderdoop, terwijl hij voorstander is van een dubbele dooppraktijk. Dat betekent dus dat de leden van de Hervormde Kerk de vrij keuze zouden hebben tussen kinderdoop en volwassendoop. Blei constateerde dat de hervormde kerkorde zich niet uitspreekt over het opdragen van pasgeboren kinderen en dat het daarom niet verboden is.
Ernstig bezwaar
Deze uitlatingen leverden een omvangrijk, waarschuwend artikel op in De Waarheidsvriend. Ir. Van der Graaf maakte er ernstig bezwaar tegen dat de doop op deze manier tot een vrijblijvende zaak zou worden. Ouders die hun kind niet laten dopen, zouden daarmee immers ook de vragen in het doopformulier omzeilen.
Een dubbele dooppraktijk houdt volgens Van der Graaf in, dat we geen raad meer weten met Gods beloften en toezeggingen en daarom ook aan de eisen van het genadeverbond niet meer toekomen. Van der Graaf verwees tevens naar artikel 34 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis: „Een gouden kleinood over de doop" noemde hij dat.
Gereformeerd?
Blei zegt desondanks zichzelf nog steeds op gereformeerd spoor te bewegen met zijn visie op de dubbele dooppraktijk.
Van der Graaf daarentegen schreef dat het zaak zal zijn „dat diegenen, die vandaag nog echt gereformeerd willen zijn en naar Schrift en belijdenis willen leven", opkomen voor het goed recht van de kinderdoop. Het is jammer, zo schreef Van der Graaf, dat de nieuwe secretaris-generaal juist de gereformeerde confessie niet serieus neemt op het punt waar zij zulke rijke perspectieven heeft, ook voor de moderne mens.
De secretaris van Gereformeerde Bond verbond er in De Waarheidsvriend trouwens een waarschuwing aan: Gereformeerden die bij de confessie willen leven, hebben de plicht voor de kinderdoop te blijven staan en de waarde ervan door te geven in een levend geloof.
Geen modaliteiten
Wie is dr. Blei, zo werd gevraagd? Karel Blei wordt op 2 juni 1932 in Den Haag geboren. Hij groeit op in een kerkelijk meelevend gezin. Zijn vader is ouderling. In het gezin Blei heeft men niet veel op met het onderscheiden in modaliteiten. Dat is typerend gebleven voor de opvatting van de huidige dr. Blei.
Hij wil de opvattingen van 'thuis' zelfs niet als „confessioneel" omschrijven. „Neen, ik wil helemaal niet bij een bepaalde modaliteit ingedeeld worden".
Na het 's-Gravenhaagsch Christelijk Gymnasium te hebben doorlopen, studeert hij van 1951 tot 1957 in Leiden theologie. Daar raakt hij vooral geboeid door het theologiseren van Miskotte. In zijn respect voor Miskotte zijn er wel gemeenschappelijke wortels met de 'linkerflank' van de Gereformeerde Bond geconstateerd. Miskottes boek' "Als de goden zwijgen" was voor hem richtinggevend en heeft mede zijn visie op Israël gestempeld.
In 1958 trouwt Blei en wordt hij vicaris in Utrecht bij de zogenaamde Stadszending. Sinds 3 juli 1960 is hij predikant. Hij stond achtereenvolgens te Austerlitz (1960-1965), Vlaardingen (1965-1970) en sindsdien in Haarlem. In december 1972 promoveerde hij tot doctor in de godgeleerdheid bij prof. dr. H. Berkhof op "De onfeilbaarheid van de kerk".
Carrière
De nieuwe -voor het leven benoemde- secretaris-generaal heeft tot nu toe een veelomvattende kerkelijke carrière achter de rug. Hij was enkele jaren visitator-provinciaal, was meermalen voorzitter van de centrale kerkeraad te Haarlem en was diverse keren lid van de generale synode en van het breed moderamen van de synode.
Twee jaar lang was hij voorzitter van de Raad voor de verhouding van Kerk en Israël. Onder zijn voorzitterschap werd het conflict met de hervormde man in Jeruzalem, dr. G. H. Cohen,Stuart, afgewikkeld.
Israël en Zuid-Afrika
De Israëlvisie van dr. Blei benadert zeer sterk de tweewegenleer, al kan hij zichzelf in dat schema niet vinden. Hij is van mening dat de uniciteit van Jezus Christus voor christenen onopgeefbaar is.
Blei behoort tot de categorie theologen die in het contact met joden grote nadruk leggen op het „leren van Israël". In zijn visie lijken de Messiasbelijdende joden tussen wal en schip te vallen.
Wat heeft Blei dan -zoals hij zelf zegt— geleerd van de joden? Ten aanzien van de eschatologie zegt hij geleerd te hebben dat het heil hier en nu nog niet ten volle verwerkelijkt is.
Op het eerste gezicht lijkt het dus, dat de nieuwbenoemde hervormde 'topambtenaar' met zijn bij het jodendom verworven kennis het horizontalisme in de Hervormde Kerk te lijf wil. Immers, in uitspraken over Zuid-Afrika en in wat genoemd wordt de bevrijdingstheologie vindt men toch vrijwel uitsluitend uitspraken die gaan over het hier en nu? Toch blijkt dr. Blei niet bij voorbaat de bevrijdingstheologie af te wijzen. Hij kan zich aardig vinden in termen als „het oprichten van tekenen" en „heil en bevrijding sluiten elkaar niet uit".
Oecumene
Als men dr. Blei een etiket op zou willen plakken, zou dat van "oecumene" -in de moderne zin van het woordwellicht het beste passen. De waslijst van zijn zowel nationale als internationale activiteiten is indrukwekkend te noertipn. Hij was in het begin van de jaren zeventig lid van de commissie Intercommunie en ambt van de Raad van Kerken. Hij nam deel aan gesprekken tussen vertegenwoordigers van dopersen en wat genoemd wordt de calvinistische traditie in ons land. Jarenlang was hij lid van de werkgroep voor kerkordelijke aangelegenheden van de Raad van deputaten.
Samen op Weg en lid van de door de modern getinte rooms-katholieke Sint Willibrord Vereniging ingestelde commissie ter bestudering van bilaterale dialogen. Hiermee is zijn lijst van „nationale oecumenische inspanningen" overigens nog niet compleet.
De daden op het internationale oecumenische front beslaan ook bijna een hele pagina in Bleis curriculum vitae. Van 1974 tot 1976 bij voorbeeld vertegenwoordigde hij de Hervormde Wereldbond (WARC) in het theologische gesprek met de wereldorganisatie van baptisten. Sedert 1976 neemt hij jaarlijks deel aan de zogenaamde Evangelische Tagungen van de Arbeitskreis für Konfessionskunde in Europa. Verder is hij lid van de Europese Commissie van de WARC en raakte hij steeds meer betrokken bij de Leuenberger Lehrgesprache.
Rooms-katholieke theologie
Typerend voor dr. Blei is zijn sterke belangstelling voor de moderne roomskatholieke theologie, zoals die zich na Vaticanum II manifesteerde en op geheel eigen wijze doorwerkte in de Nederlandse kerkprovincie. Blei behoort tot het type optimisten dat dacht los van Rome zaken te kunnen doen met moderne, eigentijdse theologie bedrijvende rooms-katholieken in Nederland.
De desillusie kwam spoedig na Vaticanum II. Die teleurstelling had velen overigens bespaard kunnen blijven als zij beter kennis genomen hadden van het canonieke recht van de kerk van Rome.
In zekere zin gaf Blei er toch blijk van door zijn ervaringen meer inzicht verworven te hebben in het wezen van de Rooms-Katholieke Kerk. Ter synode diende hij namelijk een motie in met het verzoek niet op bezoek te gaan bij de paus. Die motie haalde het niet, maar vormde voor een krant wel aanleiding om bij de benoeming van Blei te schrijven dat er nu anti-papisme ging rondwaaien in de hervormde dreven.
Geen anti-papisme
Die typering was in die zin juist, dat Blei niet veel moet hebben van de paus als 'de grote beterweter'. Aan de andere kant zou volkomen ten onrechte gesuggereerd kunnen worden dat de Hervormde Kerk in Blei een degelijke antiroomse secretaris-generaal krijgt.
Hij is namelijk erg actief, en voelt zich al jaren gelukkig, in een stuk praktische samenwerking met rooms-katholieke parochies. Hij denkt er beslist niet over dat terug te draaien.
Zijn anti-Rome-reis-motie moet verklaard worden uit sympathie voor zijn roomse broeders en zusters die zich door de ontmoeting met Karol Woytila, Romes hoofd, in hun theologische vernieuwingsdrang in de kou voelden staan, omdat de Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken in Rome rond de tafel gingen zitten met de paus
Samen Op Weg
Samen op Weg is, zo blijkt steeds meer, een onomkeerbaar proces. De voorganger van dr. Blei, dr. Mooi, gaat de geschiedenis in als iemand die getracht heeft het samengaan van gereformeerden en hervormden te remmen om heel de kerk, inclusief de vrijzinnigen en de Gereformeerde Bond, mee te krijgen in dat proces. Blei deelt dit verlangen van Mooi, maar vindt wel dat het proces niet mag stagneren.
Dr. Blei erkent overigens het gevaar dat het, praktisch gezien, in het SOW-proces gaat uitlopen op het ontstaan van drie kerken. Hij heeft in een interview gezegd dat gereformeerden inderdaad gauw de neiging hebben te drammen. Van der Graaf, algemeen secretaris van" de Bond, zei dat ooit een keer tijdens een combi-synode, maar kreeg vervolgens fiolen van toorn over zich heen. Blei heeft aan zijn opmerking over de gereformeerden overigens toegevoegd dat de hervormde houding soms ook niet van hardnekkigheid is vrij te pleiten.
Zelf werkte Blei tot aan zijn benoeming jaren praktisch samen met zowel rooms-katholieken als met de gereformeerde kerk van Haarlem-Oost. Dr. Blei is er zich heel goed van bewust dat in de rechterflank van de Bond al gezegd wordt dat de Samen-op-weg kerken zich afscheiden en dat men in deze rechterflank de kerk der vaderen blijvend zal voortzetten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 april 1987
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 april 1987
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's