Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Top Slavenburg wist van zwart geld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Top Slavenburg wist van zwart geld

Directeur V. had er geen behoefte aan de f linke jongen te spelen

4 minuten leestijd

ROTTERDAM - De raad van bestuur van Slavenburg's Bank was op de hoogte van de zwart-geidpaktijken. Men beschouwde het als een geaccepteerd verschijnsel, waarmee men had te leven. De praktijken werden niet gestimuleerd door de leiding.

Dit verklaarde de directeur van de divisie kredieten bij de bank, mr. M. C. V. (65), gisteren tijdens zijn verhoor door de Rotterdamse rechtbank. V. staat terecht voor het leiding geven aan en opdracht geven tot valsheid in geschrifte. Bij V. kwam dit neer op het niet vermelden in de algemene kredietovereenkomsten van dekkingen voor de kredieten die zich in de kluis van de bank bevonden Deze dekkmgen bestonden uit zwart geld of effecten gekocht met zwart geld.

Verkeer
De opmerkingen over de ' zwart-geldpraktijken moest de rechtbank volgens V. aldus zien: „Je zit in het verkeer. Dat verkeer heeft een bepaalde snelheid, daaraan moet je je aanpassen".

Het gerommel met zwart geld kwam, zo stelde V., bij alle banken voor en Slavenburg kon er niet aan ontkomen daaraan mee te doen. „Je moet leven met de maatschappelijke realiteit. Er gaat erg veel zwart geld om in dit land. Daar kan je als bank niet buiten blijven. Wij wonen nu eenmaal niet in Utopia". De overheid werkte volgens de verdachte de zwart-geldpraktijken mede in de hand door bij voorbeeld het kopen van spaarbewijzen aan toonder toe te staan.

Hoewel V. het gerommel met zwart geld niet goed vond, accepteerde hij het beleid van de bank in dezen. Dat beleid kwam er op neer dat men de praktijken tolereerde maar niet aanmoedigde. „De bank was niet inventief bezig als het er om ging de fiscus te misleiden. Daar waren legio mogelijkheden voor, zoals de Curasao- en Bahamaconstructie of de lijfrentepolissen".

Klappers

V. kwam rond begin '78 op de hoogte van het bestaan van kredieten met een vertrouwelijke (zwarte) dekking. Ook V. noemde evenals medeverdachte S. dinsdag de zaak rond F. en S. Properties. V. had in eerste instantie begrepen dat F. en S. het geld in de kluis had om er 'klappers' mee te kunnen maken bij de aankoop van onroerend goed. Later was hem duidelijk geworden dat het geld in de kluis diende als een dekking voor het krediet.

V. achtte vertrouwelijk dekking in wezen uit den boze, maar omdat de banktop hét goed vond, accepteerde hij het alleen als de zwarte dekking een klein onderdeel van de dekking vormde. Hij noemde dat gisteren een achtergestelde dekking, of appeltje voor de dorst voor do bank als het mis zou gaan met de aflossing van de kredieten. Deze achterdekkingen waren volgons V. voor heel veel kantoordirecteuren van de bank een gewoonte geworden.

Gallisch

Kredieten met een geheel zwarte dekking waren voor hem onaanvaardbaar. „Een zwarte dekking is geen dekking".

Begin '80 besloot de raad van bestuur van de bank dat het uit moest zijn met de kredieten met een vertrouwelijke dekking. Dat besluit werd vooral ingegeven doordat er onofficiële kredieten waren, waar „met name de voorzitter, mr. Piet, gallisch over was".

V. zag in deze beslissing geen aanleiding om de onder hem ressorterende kredietcentrale nog eens extra aan te pakken. Hij dacht dat medeverdachte' R. S. dat zou doen. „Ik had er geen behoefte aari de flinke jongen uit te gaan hangen tegenover de kredietcentrale".

Zijn niet-optreden toen kwam bovendien voort uit V.'s overtuiging dat er niet zoveel kredieten met zwarte dekking waren. „Ook uit de stukken' blijkt dat het om een minimaal verschijnsel ging". Daarnaast had het besluit ook niet zijn instemming.

Laatste woord

Verder hield V. de rechtbank voor dat er geen enkel krediet met een vertrouwelijke dekking door hem gefiatteerd was. Uit het verhoor ter zitting bleek dat er nogal wat kredieten door anderen dan V. gefiatteerd werden. Dat gebeurde zowel door ondergeschikten als door „hogere echelons". Met de laatste worden door V. bedoeld R. S. en de voorzitter van de raad van bestuur, mr. Piet Slavenburg. In beginsel had bij verschillen van inzicht over te verlenen kredieten R. S. het laatste woord, sporadisch nam mr. Piet de beslis-^ sing.

Dat V. soms buiten de kredietverlening werd gehouden, bleek uit een briefwisseling tussen het hoofdkantoor van de bank en het Haagse kantoor uit 1975. 'Den Haag' vraagt dan wat zij moet doen als een cliënt ter dekking van een krediet certificaten in een kluis wil stoppen. Deze certificaten zouden door de cliënt worden gekocht met gold met een „sombere kleur". Het hoofdkantoor antwoordt daarop dat het met de Haagse handelwijze akkoord gaat en keurt de overeenkomst goed. V. was niet op de hoogte van deze gang van zaken. Vandaag werd het proces voortgezet met het verhoor van twee getuigen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 mei 1987

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Top Slavenburg wist van zwart geld

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 mei 1987

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's