Stopera Amsterdam kost 97 miljoen meer

„Schokkend", aldus de eerste reactie van de Amsterdamse gemeenteraadsleden C. Dirkmaat (PvdA), F. Kohier (Links Akkoord) en B. Oranje (D66) op de mededeling van de wethouder. Fractievoorzitter P. Luijten van de WD sprak van een „schandelijke gang van zaken". Th. Heijne van het CDA was niet voor commentaar bereikbaar.

In april 1986 had de gemeenteraad al een extra bouwkrediet van 16,7 miljoen gulden verleend om de uit de hand gelopen kosten te kunnen dekken. Nu zal de raad worden gevraagd nog eens ruim 80 miljoen beschikbaar te stellen.

Ongeveer 33 miljoen daarvan komt voort uit extra werken die op verzoek van de architecten of de opdrachtgever, de gemeente, zijn uitgevoerd. Meer dan 32 miljoen bestaat uit extra rekeningen van installateurs en van de aannemerscombinatie Stamuco, die zijn onstaan door vertragingen in de bouw als gevolg van het te laat opleveren van tekeningen door de architecten Holzbauer en Dam. De resterende 16 miljoen waren onder meer nodig voor het aantrekken van adviseurs om het ernstig vertraagde bouwproces weer beheersbaar te maken.

Het college van B en W wil op dit moment geen uitspraak doen over de schuldvraag rond de enorme budgetoverschrijdingen. Het wil eerst het resultaat afwachten van een onderzoek dat zal worden ingesteld door een commissie van onafhankelijke externe deskundigen, die nog voor de zomervakantie aan het werk zal gaan. De gemeenteraad had eerder tot de vorming van zo'n commissie besloten.

Opk

'evenng

De kans is groot dat de extra kosten uiteindelijk de 100 miljoen gulden zullen halen of zelfs zullen overschrijden. Er ligt namelijk nog een aantal aanspraken van Stamuco van in totaal vele miljoenen guldens voor de extra kosten die zijn gemaakt wegens vertragingen in de bouw. De Eaad van Arbitrage van het Bouwbedrijf heeft over een deel van de aanspraken nog geen uitspraak gedaan. Het deel waarover wel een uitspraak i# gedaan, is verrekend in de extra kredietaanvragen die B en W aan de raad hebben voorgelegd.

De bijna 100 miljoen gulden aan extra bouwkosten komen vrijwel geheel voor rekening van de gemeente. Het Rijk zal slechts het bedrag dat is gemoeid met loon- en prijsstijgingen sinds 1979 voor zijn rekening nemen. Hoe groot dat bedrag is, kon wethouder Van Duijn nog niet zeggen. Dat zal „aan het eind van de rit" nauwkeurig worden uitgerekend. Van de 306 miljoen gulden die in 1979 voor de bouw van Stadhuis/Muziektheater was begroot, zou het Rijk 230 miljoen betalen, plus bovengenoemde kosten. Niet alleen zijn de kosten van het complex fors overschreden, dat is ook het geval met de opleveringsdata. Het Muziektheater zou aanvankelijk in mei 1985 gereed zijn. Dat is uiteindelijk 23 september 1986 geworden. De oplevering van het stadhuis zou in de loop van 1986 plaatsvinden, maar dat zal nu niet eerder dan medio 1988 worden, aldus de wethouder.

Als pleister op de wonde vertelde Van Duijn wel dat een deel van de extra kosten tot uitdrukking komt in de kwaliteit van het complex.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen