Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gezinsleven in Japan: over dominante huismoeders en verwende kostgangers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gezinsleven in Japan: over dominante huismoeders en verwende kostgangers

Moderne leven èn traditie bepalen relatie tussen man en vrouw

16 minuten leestijd

„De beste echtgenoot is gezond en niet thuis", zo luidt een bekend gezegde dat menige huisvrouw in Japan wellicht boven het aanrecht heeft hangen. Wie deze kreet met Westerse ogen leest, ziet al snel een kenau-achtig type voor de ogen verschijnen die met zwabber en bezem de echtgenoot 's morgens het huis uitpoetst en vervolgens exclusief bezit neemt van haar huiselijke 'burcht'. De Japanse werkelijkheid die in deze spreuk opgesloten zit, vraagt echter om meer begrip. Begrip voor de veeleisende economische samenleving, maar ook voor de oeroude tradities die evengoed nog steeds hun invloed uitoefenen op het gezinsleven en op de relatie tussen man en vrouw. We zochten in Japan de familie Sekiguchi op, een doorsnee-gezinnetje in het hartje van Tokio en trachtten iets van die Japanse werkelijkheid te proeven. Om met de deur in huis te vallen: De echtgenoot was gezond, maar wèl thuis.

Tussen dozen, stapels kranten en drukdoend personeel banen we ons een weg naar een smal trapje omhoog. De fabrieksachtige sfeer is ook aan 't eind van het trapje, op de tweede verdieping, waar de Sekiguchi's wonen, niet verdwenen. Bij de deuropening staan weer uitnodigend de bekende slippers klaar. Samen met mijn twee metgezellen doe ik m'n best om niet om te vallen als ik, me op één been staande houdend, in het tweepersoonsvoorportaaltje van schoeisel verwissel. Japanse gastvrijheid heeft zo zijn eigen stijl, denk ik maar. Alleen jammer dat buitenlanders als ik er slechts op zo'n stuntelige en daarmee stijlloze wijze op kan ingaan.

Overigens zijn de achtergronden van het 'slipperritueel' minder indrukwekkend dan een buitenstaander op het eerste gezicht zou denken. Wie een verklaring zoekt in de richting van 'maagdelijke grond' of zoiets, zit er naast. Het gebruik dateert namelijk uit de tijd dat in elke Japanse woning nog matten van rijststro lagen, te vergelijken met onze biezenmatten. Iedereen die wel eens :biezenmatten in huis heeft gehad, weet ;hoe moeilijk het vuil, dat zich onder de 'vloerbedekking ophoopt, is weg te halen. De Japanners bespaarden zich vroeger die moeite door iedere gast z'n schoenen uit te laten trekken. Ook nu de tatami, zoals de Japanners de rijstmatten noemen, in de meeste huizen zijn vervangen door parket, is het gebruik als een geritualiseerde traditie gebleven.

Reiniging
Ian Buruma wijst er in zijn boek "De Spiegel van de Zonnegodin" op dat Jaspan wel degelijk een land van purificatie, van reiniging is: elke vorm van onreinheid wordt er gevreesd. Als voorbeelden noemt de schrijver onder meer het gebruik van witte handschoenen door de beoefenaars van verschillende beroepen (taxichauffeurs en metroconducteurs) en de voorliefde die Japanners tonen voor (liefst gemeenschappelijk) baden. Helemaal ongegrond is de gedachte aan slippers als reinigingssymbool dus ook weer niet.

Het kamertje waar de familie Sekiguchi ons ontvangt, heeft vanwege de omvang en inrichting meer weg van een zolderkamertje, waarop menig jeugdig familielid zich in ons land vroeger plachtte te verschansen. Terwijl ik tevergeefs naar een stoel zoek, wijst de vrouw des huizes me uitnodigend op een kussen dat bij het lage tafeltje op de grond ligt.

Even later zitten we met z'n allen met gekruiste benen rond de tafel. Het duurt even voordat ik me op dit niveau op m'n gemak begin te voelen, al was het alleen maar vanwege de moeite die het mij kost om m'n benen in de knoop te houden. „Leg je benen maar in je nek, hoor", grapt Sekiguchi als hij na een poosje mijn ongemakkelijke houding van mijn gezicht afleest. Voordeel van deze laag-bij-de-grondse tafelmanier is, zo bedenk ik, dal de wereld om je heen wat groter lijkt.

Tafelblad
Mevrouw Sekiguchi wijst me, terwijl ze de thee inschenkt, op het verwarmingsapparaat dat in het midden, onder het tafelblad, is bevestigd. „Als we 's winters hier zitten, zo legt ze uit, houden we ons warm met een speciale deken die we tussen het tafelblad en 't verwarmingselement leggen, en waarvan de randen een stuk buiten de tafel uitsteken. Je kunt je er lekker tegenaan drukken".

De familie Sekiguchi moet de schaarse ruimte die ze delen met hun vijven -pa en ma, oma en de twee kinderen- optimaal benutten, en dat is te zien. Allerlei spullen staan tegen de wanden opgetast. Het aardige daarvan is dat veel gewone gebruiksvoorwerpen die in de kamer staan, qua vormgeving tegelijk dienst doen als decoratie: kannetjes en potjes zijn in de vorm van dierenfiguren op het eerste gezicht vrijwel onherkenbaar geworden. Ook op andere terreinen van de samenleving kun je die typisch Japanse vormgeving van gewone voorwerpen aantreffen, overigens vaak wel te midden van allerlei moderne apparatuur. De vorm daarvan wordt vaak uitsluitend door de funktie bepaald. Ook in het kamertje van de familie Sekiguchi ontbreken de hifi en de kleurentelevisie niet.

Betonnen bende
De twee kinderen in het gezin, een van elf en een van dertien, hebben een eigen kamertje. Ook oma, die bij hen inwoont, kan zich, als ze dat wil, terugtrekken. Wonen op een bovenhuisje met onder je altijd het geroezemoes van een krantebedrijf en links en rechts slechts de blinde muren van kantoorgebouwen vormt ook voor de Sekiguchi's niet bepaalt het grootste geluk. „Zoals wij hier wonen zo leven er duizenden Tokioërs. We zitten nu eenmaal in het centrum van de stad. Hoe meer naar het centrum, hoe duurder de behuizing. De grond is er zo schaars dat de prijs ervan tot absurde hoogte is gestegen".

„Vroeger had je hier rond deze plaats nog veel natuur, wilde aardbeien, vissen in het water en zo, maar daar is niets meer van over, zoals u ziet", zegt pa Sekiguchi. „Weet u, het stadsbestuur kijkt alleen maar naar de belangen en wensen van de big business en houdt op geen enkele wijze rekening met die van de gewone man. Terwijl je een flinke hap belasting betaalt, is het enige wat je ervoor terugkrijgt dat de wegen wat worden opgeknapt.

Sekiguchi is beslist niet van plan om nog lang in „deze betonnen bende" te wonen. Hij is hard bezig met sparen om straks „ergens in het groen" een huisje te kopen. „Alleen om er te werken is Tokio-centrum nog geschikt. De kinderen spelen altijd op school. Er zijn geen andere plaatsen waar ze een beetje speelgelegenheid hebben".

Oma
De gewoonte om met drie generaties in een huis te wonen, iets dat tot '45 voor de oudste zoon een wettelijk vastgelegde plicht was, is mede door de gebrekkige woonmogelijkheden flink op z'n retour, met alle sociaal-psychologische gevolgen van dien. Het valt immers niet mee om als traditioneel opgevoede grijsaard je oude dag in een naar westers model gebouwd bejaardentehuis, te midden van "vreemden" te moeten slijten! Vooral de obasan, de oma's zullen de nodige moeite hebben met zo'n verhuizing. Zij waren namelijk vanouds degenen die in de huishoudens de dienst uitmaakten en schoondochter en kleinkinderen geheel domineerden!
Overigens moet Sekiguchi erkennen dat hij en zijn vrouw nu niet stonden te springen om oma in huis te nemen. „Ach, iedereen past zich een beetje aan, zodat we gelukkig niet met al te grote generatieconflicten hebben te maken. Het is trouwens best goed voor onze kinderen om samen met oudere mensen te leren samenleven", zo voegt hij eraan toe.
Japan kent ook andere vormen van 'externalisatie' van voorheen huiselijke bezigheden. Wat te denken van de opkomende 'rent-a-study-verblijven in Tokio, waar je een studeerkamer kunt huren, als thuis de stille plaatsjes op zijn, Sekiguchi vindt het in Japan hoog tijd dat aan andere zaken dan economische superioriteit aandacht wordt geschonken: „We zitten economisch toch aan de. top. Daar valt niets meer te ontwikkelen. Maar kijk eens naar het enorme gebrek aan grond, de problemen op woongebied en de ongezonde leefwijze van veel Japanners hier in de stad. Allemaal gevolgen van de eenzijdige inrichting van onze huidige maatschappij. Het is de geestelijke en lichamelijke gezondheid van de Japanner die zo langzamerhand flink in de knel begint te raken".

Te druk
Overigens gelooft Sekiguchi niet dat dit besef van noodzakelijke verandering bij veel mensen leeft. „Daar hebben de meesten het gewoon te druk voor. Het merendeel leeft van de ene op de andere dag". „Waarover ze zich wel druk maken", voegt hij er glimlachend aan toe, „is het gevaar dat hun aandelen op een gegeven moment niets meer waard zijn. Voor het geld dat ze hadden gespaard, kregen ze op de banken nauwelijks meer rente. Vandaar dat er, als alternatief, massaal aandelen zijn aangekocht: die zijn stukken winstgevender, zolang althans ook die markt niet instort natuurlijk".
Sekiguchi is de chef van een agentschap voor kranten, waar zo'n drieënvijftig werknemers voor een klein deel van Tokio de distributie van diverse edities verzorgen. Als je vlak boven zo'n bedrijf woont, dat vrijwel 24 uur per dag draait, hoef je natuurlijk niet te verwachten dat voor Sekiguchi 'werken en wonen' twee gescheiden zaken zijn. Ook zijn echtgenote weet daarover mee te praten. Zij verzorgt zowel het ontbijt als het avondeten voor het personeel. Ook neemt zij een deel van de administratie voor haar rekening.

In bad
Verder is zij degene die zowel in het runnen van de huishouding als bij de opvoeding en opvang van de kinderen de centrale rol vervult. Want haar echtgenoot werkt dan wel dicht bij huis, thuis is hij vrijwel nooit. Alleen 's morgens met het ontbijt ziet hij de kinderen. „Weet u, mensen die 'gewoon' in een bedrijf werken, weten hun tijden van komen en gaan; voor mij is die scheidslijn er niet. Zondag is de enige dag dat we er met z'n allen op uit trekken. Meestal gaan we naar een van de vele warmwaterbronnen, hier rondom Tokio. Daar zitten we dan een hele dag...in bad. We trekken ook wel eens de bergen in.
Pa Sekiguchi legt me uit welke menu's hij dagelijks voor zich op tafel geserveerd ziet. „'s Morgens hebben we meestal als ontbijt rijst en miso-soep, die wordt gemaakt van een soort sojabonenpastei. Verder allerlei soorten gebakken groente, waaronder natok, een gefermenteerde bonenpasta. Als ik hem vraag hoe dat laatste eruitziet en hoe 't smaakt, zegt hij met pretoogjes: „Dat zijn verrotte bonen die van slijm aan elkaar hangen en vreselijk stinken". Sekiguchi weet zo langzamerhand wel hoe Westerlingen over sommige recepten denken.... Hij moet overigens zelf niet veel van westers eten hebben: „De kinderen vinden het wel lekker, maar ik vind 't erg snel vervelen. Geef mij maar Japans"!
Rond twaalf uur houden pa en ma —de kinderen eten op school— het gemakkelijk: ze bestellen dan meestal rijst met soja en dergelijke, 's Avonds is er weer rijst, maar dan, voor de variatie, aangevuld met gebakken vis.

Voor de nacht
Het leefpatroon dat bij de familie Sekiguchi naar voren komt, sluit aardig aan bij wat over het familieleven in Japan bekend staat. Ma bepaalt de zaken in huis, pa is „vaak nauwelijks meer dan een kostganger voor de nacht", zoals Robert C. Christopher het in zijn boek "The Japanese Mind" verwoordt. Gedurende vijf werkdagen werkt een groot deel van de Japanse echtgenoten tien uur per dag, terwijl de ze 's avonds na het werk worden verwacht in een of andere bar of op de golfbaan om de contacten met de collega's nog wat meer te verstevigen. Socialiseren heet dat met een duur woord.
Hoeveel westerse echtgenotes zouden de gedachte kunnen verdragen dat palief, die ze overdag al vrijwel nooit zien, 's avonds, in plaats van naar huis te komen, nog eens op pad gaat om in een of andere gelegenheid „de onderlinge contacten" te bevorderen?

Protesten
Van de Japanse vrouw wordt al jarenlang gevraagd dat ze stilzwijgend instemt met het patroon van alleen de kinderen (doorgaans twee) opvoeden, de huishouding doen en de man 's avonds laat opvangen en verzorgen. Alleen op zondagmiddag zien de meeste huisvaders kans een paar uur aan hun gezinnen te besteden, tijdens wat de Japanners de family-service noemen. Voor velen komt dat neer op een wandelingetje in het park.
Intussen worden er in Japan ook geluiden van protest gehoord. "The Wall Street Journal" tekende er onlangs in een artikel een aantal op. Enkele voorbeelden:
Mevrouw Murakami klaagt dat haar echtgenoot nooit voor elf uur thuis komt. 's Avonds eet ze dan ook altijd alleen met haar twee zoons. Junko Tomite vertelt dat ze alle avonden alleen zit en daardoor aan de alcohol verslaafd is geraakt. Met haar man wisselt ze met geen woord over de problemen die ze heeft. Ook alle andere gezinsproblemen worden doodgezwegen als pa thuis komt.
„Onze vrouwen fungeren als flattops, aldus criticus Kenichi Takemura in een commentaar. De mannen zijn de piloten in de gevechtsvliegtuigen en het enige wat ze nodig hebben zijn 'verkeersleiders' die hen naar de hangars brengen en weer terug naar de startbaan.

Ondervoed
Steeds meer, vooral jongere vrouwen, zo suggereert de schrijver van het artikel, voelen zich in die eenzijdige funktie ernstig tekort gedaan: „De vrouwen voelen zich geestelijk 'ondervoed' en sommigen van hen zien hun gezinsleven meer en meer achteruitgaan. Wat ons nog 't meest demoraliseert, aldus een van de dames, is dat we de materiële welvaart, ondanks al het gesloof, nauwelijks zien stijgen. We wonen in kleine huisjes en zijn niet in staat grond te kopen, die is immers veel te duur, verder is het allesbehalve gemakkelijk om vakantie te nemen". „Wat mij betreft hebben we maar wat minder inkomen, en maakt m'n man maar geen promotie binnen z'n bedrijf, als 'ie maar wat meer thuis is, zo vult een ander aan.
Als we het ministerie van binnenlandse zaken mogen geloven hebben heeft echter het merendeel van de Japanners, waaronder de getrouwde vrouwen, nog steeds geen enkele moeite met dit familie-leefpatroon. In een rapport dat in januari van dit jaar verscheen, publiceert het ministerie de resultaten van een enquête die begin vorig jaar (maart '86) onder 3000 personen van 20 jaar en ouder is gehouden. In het merendeel van de antwoorden werd positief gereageerd op de gezinssituaties en de onderlinge verhouding tussen man en vrouw.

Verwend
De uitslag zou kunnen aantonen dat het merendeel van de Japanse gezinsleden nog flink zit geworteld in de tradities die in deze samenlevingspatronen naar voren komen. De wortels van deze patronen gaan namelijk verder in de tijd terug dan tijdens de modernisering van het land na de Tweede Wereldoorlog.
De reeds aangehaalde Robert C. Christopher ziet het gezagsvacuüm in het gezin, dat is ontstaan vanwege de nauwe betrokkenheid van de mannelijke echtgenoten bij de economische opbouw van het land, geheel opgevuld door moeder de vrouw. Zij neemt de belangrijkste beslissingen, zij beheert het huishoudgeld enzovoorts. Intussen leeft de mannelijke superioriteit, die in het maatschappelijk leven zeer reëel is, als een soort fictie voort binnen het gezinsverband. In werkelijkheid is die positie van de man binnen het gezin allesbehalve volwassen. „Het is vaak moeilijk de indruk te vermijden dat in de Japanse man-vrouw relatie elke vrouw een moeder en elke man een kind is, aldus een auteur in het hierboven reeds aangehaalde boek van Buruma. Een kind dat zich superieur waant en zich zo gedraagt is te typeren als een verwend kind. Hier zijn de gevolgen van de eenzijdige opvoeding, dat wil zeggen een opvoeding die alleen door de moeder plaats vindt, duidelijk zichtbaar.

Shintoïsme
Met name de jongens worden tijdens het opgroeien in het gezin, in alles begeleid en vertroeteld door hun moeder. De Japanse opvoeding is ook geheel gericht op het kweken van een afhankelijkheidsrelatie: zo zal de moeder het niet in haar hoofd halen om haar kind ook maar even alleen te laten, ook 's nachts niet. Het zal duidelijk zijn dat hier niet alleen maatschappelijke doorwerkingen een rol spelen, integendeel, het zijn oeroude tradities, teruggaand op Shintoistische regels die zich hier in een moderne samenleving manifesteren, aldus Buruma. De moedercultus speelt in het Shintosme een belangrijke rol. De zonnegod, nog steeds het symbool van Japan (de rijzende zon) was Amaterasu, een vrouw. Ook het beeld van de zichzelf geheel opofferende moeder is in deze pseudo-religie terug te vinden: moeder Izanami moet in een van de Shinto-mythes lijden als gevolg van de geboorte van de Vuurgod.
Daarmee zijn we bij de verhouding moeder-kind. Ook hier oude tradities. „Geen sterfelijk wezen komt zo dicht bij de goddelijkheid als een Japans kind, vooral als het 't oudste jongetje is. Hij moet, net als een god gunstig worden gestemd door vredesgeschenken. Een kind is een god die moet worden vertroeteld en aanbeden", zo luidt een oud Japans volksgeloof.
Is het gebruikelijk om de jongens te verwennen, de meisjes in het gezin worden daarentegen al vroeg geleerd om zich als een echte moeder te gedragen, dat wil zeggen: te geven en te nemen.

Mentoren
De gevolgen die deze opvoeding heeft voor de ontwikkeling van het mannelijk Japans geslacht en daarmee voor de gehele samenleving laten zich raden.
In de eerste plaats past de opvoeding geheel in een samenleving waarin aan het collectieve meer waarde wordt gehecht dan aan het individuele. De afhankelijksopvoeding stimuleert immers geen persoonlijk initiatief! In de tweede plaats verklaart het de talloze afhankelijkheidsrelaties die in de Japanse maatschappij zijn aan te treffen. Zo is het verschijnsel van het mentorschap, waarbij elke Japanner iemand naast zich heeft die hem bijstaat in alle problemen en zorgen, terug te leiden tot dit afhankelijkheidssyndroom, (amea), waarmee elke Japanner vanwege zijn opvoeding is behept. Overigens ziet Christopher in dit 'opgenomen zijn' in een vertrouwensrelatie een belangrijke stimulans om zich voor het opgedragen werk in te zetten. In de derde plaats zegt het natuurlijk ook iets over de mentaliteit van menig schoolkind, dat als brutaal en verwend kan worden omschreven.

Man-vrouw
De gevolgen van deze in de Japanse traditie gewortelde opvoeding laat ook de relatie man-vrouw in de huwelijkse staat niet ongemoeid.
Het is in dit opzicht belangrijk om te weten dat de nauwe relatie die wij in het westen kennen tussen liefde en huwelijk, in Japan nog lang niet gemeengoed is, De oude Samurai-cultuur oefent op dit punt nog een grote invloed uit: liefde was daar in de eerste plaats een buitenechtelijke realiteit; het huwelijk meer een zakelijke aangelegenheid. Ook nu trouwt nog meer dan veertig procent van de Japanners met iemand die door een derde is uitgezocht en voorgedragen.
Daardoor kan de moeder-zoon relatie zich ook binnen het echtelijk kader voortzetten: zoals we al zeiden, 's mans echtgenote is voor hem in de eerste plaats moeder, daarna pas vrouw. Zeker in een land als Japan, waar absolute normen en waarden geen rol spelen, geeft zo'n echtelijke relatie alle ruimte om ook buitenshuis te 'genieten' van nog meer 'moederliefde' Het socialiseren, waarover we reeds schreven, geeft daar natuurlijk alle gelegenheid voor. „ledere avond vinden miljoenen Japanse mannen een toevluchtsoord in kleine bars, soms met namen als "Moeder" of "Bij moeder thuis", met achter de tapkast de 'mamma's', die met eindeloos geduld luisteren naar hun problemen", zo weet Buruma te melden.

Onvolwaardig
Het is, gezien deze traditonele denkpatronen, dat in een enquête, zoals we die hierboven vermeldden, er nauwelijks enige wanklank tegenover het huidige patroon wordt gehoord.
Wie zich wèl roeren zijn ongetwijfeld die vrouwen die toch op een of andere manier kennis hebben gemaakt met de Westerse denkvormen rond huwelijk en gezin en -niet te vergeten- met het nieuwe feministische denken.
Het is te hopen dat die revolutionaire lijn niet het denken van de Japanse vrouw zal gaan beheersen. Dan zijn blijven wé immers bij dezelfde situatie, maar dan omgekeerd: de beste echtgenote is gezond en nooit thuis!


laatste woorden van een kamizake-piloot in de Tweede Wereldoorlog 
„U bent onze moeder
U moet daarom niet huilen, maar lachen als u ons uitzwaait
Wij zullen u laten zien hoe wij kunnen sterven
Moeder, o moeder'. Uit: "De spiegel van de Zonnegodin" van lan Buruma.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 oktober 1987

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's

Gezinsleven in Japan: over dominante huismoeders en verwende kostgangers

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 oktober 1987

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's