Dora 10 kan de boer dank zij melkrobot missen als kiespijn
Automatisermg leidt tot halvering van aantal melkveebednjven
's Morgens om zes uur en 's middags om vijf uur hebben boeren zich generaties lang naar de stal gehaast om hun koeien te melken. Over een paar jaar mag de boer uitslapen. Dora 10, Klaartje en hoe ze ook mogen heten, bepalen zelf wanneer zij hun melk willen afstasm. Denken de dames dat hun tijd gekomen is om ook eens wat te gaan produceren, dan begeven zij zich naar de melkrobot, die ze van hun melk zal ontdoen. De boer hebben ze daar helemaal niet meer bij nodig.
Tot in de jaren zestig kon men nog heel wat Nederlandse boeren, en niet te vergeten boerinnen, hun koebeesten met de hand zien melken. Zo tweede helft jaren zestig schakelde men massaal over op de melkmachine. Deze machine, die door de jaren heen heel wat moderniseringen onderging, zal over een paar jaar op tal van boerderijen verdrongen worden door de melkrobot. De melkrobot betekent een volgende stap in de automatisering van de landbouw.
Het boerenbedrijf zal er geheel anders uitzien dan tot nu toe.
Dat totaal andere boerenbedrijf is het resultaat van een jarenlange inspanning van de werkgroep Boerderij 2000. Van deze werkgroep maken het ministerie van landbouw en visserij, het ministerie van economische zaken, Philips, Vicon, Nedap en het Instituut voor mechanisatie, arbeid en gebouwen (IMAG) deel uit. Behalve deze werkgroep houdt ook het bedrijf Gascoigne Melotte in Emmeloord zich bezig met de automatisering in de landbouw.
Koeherkenning
De automatisering begon ongeveer vijftien jaar geleden met de zogeheten individuele koeherkenning, een systeem dat momenteel op zo'n 5000 melkveebedrijven wordt gebruikt voor de verstrekking van krachtvoer.
De koeherkenning houdt in dat iedere koe een soort halsband om heeft waann zich een zendertje, de zogeheten responder, bevindt. Wanneer de koe naar de plaats gaat waar het krachtvoer te krijgen is, ziet de computer aan de hand van de responder welke koe wil eten en verstrekt de computer een keurig op de behoefte van het dier afgepaste hoeveelheid voer. Probeert een koe meer te krijgen dan voor haar berekend is, dan krijgt zij nul op het rekest.
Intussen heeft men een nieuw type responder in de vorm van een oornummer ontworpen.
Op de lange termijn denkt men zelfe nog aan een onderhuids aangebrachte chip. Ir. A. H. Ipema van het IMAG erkent dat voordat de chip kan worden toegepast nog heel wat onderzoek nodig is. „Onderzoek zal onder meer moeten uitwijzen of het lichaam de chip niet afstoot, of de chip niet g^aat zweven en wat de geschikste plaats is".
Prototype
De responder speelt ook een belangrijke rol bij het automatisch melken, zoals de melkrobot ook wel wordt genoemd. Bij het prototype van de melkrobot, die zowel door Vicon als Gascoigne Melotte is ontwikkeld, ziet de computer aan de responder welke koe gemolken wil worden. De koe moet zich daarvoor begeven naar een in of naast de stal geplaatste container, waarin zich twee meUcstanden bevinden. Bij de toegangspoort bekijkt de computer of de koe haar produkt kwijt mag. Een boer kan in de computer gegevens aanbrengen, die ervoor zorgen dat bij voorbeeld zieke koeien niet gemolken mogen worden.
Als de koe eenmaal binnen is, past de melkstand zich aan aan haar lengte. In de melkcontainer bevindt zich een robotarm, die de beide melkstanden bedient. In deze arm zitten sensoren die op zoek gaan naar de spenen van de koe. Als die zijn gevonden, worden de tepelbekers een voor een aangesloten.
Voor het melken worden de spenen in de tepelbekers gereinigd. Gedurende het melken wordt de melk op celgetal gecontroleerd, waardoor mastitis (uierziekte) in een beginstadium worden opgemerkt. Uit de melktemperatuur- en koe-activiteitmeting kan de boer zien of de koe tochtig (vruchtbaar) is.
Spoelwachter, mastitis, penicilline, melk en biest worden gescheiden van de normale melk afgevoerd en opgevangen. De melkstroom wordt gemeten, waardoor de computer kan merken dat de koe voldoende is gemolken.
Informatiestroom
Op een beeldscherm kan de boer zien hoe zijn veestapel ervoor staat. Zogenaamde attentielijsten geven hem een signaal als er wat aan de hand is. De constante stroom van informatie stelt, zo menen de ontwerpers bij Vicon, de boer in staat om goede beslissingen te nemen en deze aan het systeem door te geven.
De melkrobot kan nog niet gekocht worden. Tot eind 1988 heeft men tijd voor tests uitgetrokken. (Dok heeft men het probleem van de waarschuwing aan de boer nog niet opgelost. De boer hoeft immers bij het nieuwe systeem niet in de stal aanwezig te zijn, maar moet wel weten wanneer er iets mis gaat. En wie enigszins met automatisering vertrouwd is, weet dat zeUis de 'onfeilbare' computer nog weleens faalt.
Het is de bedoeling dat begm volgend jaar een aantal testsystemen op verschillende locaties in Europa en Noord-Amerika wordt geplaatst. De robot die rond de 200.000 gulden zal gaan kosten, is rendabel voor een bedrijf met meer dan 60 koeien.
Meer tijd
De projectgroep B 2000 en ook Gascoigne-Melotte houden niet op te wijzen op de 'koe- en mensvriendelijkheid' van het systeem. De boer krijgt meer tijd voor andere zaken, maar ook meer tijd voor zijn dieren. Per dag rekent men op een tijdwinst van zo'n twee en een half uur. Het verschillende keren per dag melken zou beter zijn voor de koe, die door allerlei ontwikkelingen steeds meer melk produceert. Een bewijs voor deze stellingname is een onderzoek van het IMAG.
Studenten van de Landbouwuniversiteit waren op de proefboerderij van het instituut 24 uur per dag aanwezig, om elke koe die dat wilde te melken.
De koeien werden gemiddeld vier keer per dag gemolken, wat leidde tot 15 procent meer melk. Het vet- en eiwitgehalte daalde iets. „De koeien bepaalden zelf wanneer ze wilden gaan liggen", aldus Ipema. Uft het onderzoek bleek wel dat de koeien minder rust namen dan ze 'normaal' krijgen.
Voordelig
Ipema meent dat het voor de boer voordelig is om meer melk met minder koeien te kunnen produceren. Een produktieverhoging lijkt gezien het onderzoek vanzelfsprekend. „Als minder koeien voor meer melk zorgen, betekent dat dat de boer kan besparen op het voer. Bovendien kxijgt hij minder kalveren, die hij op moet fokken. Ook zo'n besparing is voor de boer aantrekkelijk, te meer daar het landbouwbeleid steeds meer gericht wordt op wereldmarkt. De prijzen op die wereldmarkt liggen lager dan de huidige prijs die de boer voor de meUc krijgt. Als hij dan op zijn kosten kan besparen, levert hem dat winst op".
De Wageningse ingenieur erkent dat de invoering van de automatisering op korte of lange termijn het afvallen van de kleinere melkveebedrijven zal betekenen. Dat houdt in dat een groot deel van de huidige melkveebedrijven zal verdwijnen. Het gemiddelde melkveebedrijf in ons land teft zo'n 38 koeien. Het huidige aantal veehouders van bijna 53.000 zal, zo wordt in landbouwkringen voorspeld, teruglopen tot minder dan 45.000 voor 1990. Dat betekent dat dit jaar en volgend jaar jaarlijks 4000 boeren het melken voor gezien zullen houden. Voor de jaren negentig rekent men op een verdere teruggang tot 25.000 a 30.000.
Wie echter denkt dat de rustig grazende koe in het o zo Hollandse weiland met de invoering van de melkrobot definitief tot het verleden zal behoren, heeft het mis. Bij Vicon werkt men aan het realiseren van een droom: het ontwerpen van een melkcontainer met daarin een robot die 's zomers in het weiland kan worden geplaatst.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 9 februari 1988
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 9 februari 1988
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's