„Ik kan u niets anders beloven dan stof, modder, eenzaamheid

„Wees van harte welkom! Gij zijt hier bitter nodig. Ik kan u niets anders beloven dan stof, modder, eenzaamheid en vermoeienissen. Gij kent uw taak: het brengen van rust en orde, recht en veiligheid. Door uw aanwezigheid zal het kwaad zich op een afstand houden van het gebied dat onder uw bescherming staat. De bevolking zal terugkeren naar de kampongs. De landbouwer zal zijn veld weer bewerken, de huisvrouw haar huis en erf verzorgen. Waar ge komt, zullen de pasars (markten) weer blij rumoeren en marktgangers weer langs de wegen gaan..."