Baggerindustrie wil meer werk overheid

De vereniging presenteerde vanmiddag het jaarverslag. Daaruit blijkt, dat de afbrokkeling van de bedrijfstak voortgaat. Zo werd de vlootomvang in 1987 teruggebracht van 910 naar 886 schepen. Het produktievermogen verminderde daardoor met 100 miljoen kubieke meter van 2,94 miljard tot 2,84 miljard. Van het in Nederland aanwezige produktiemateriaal heeft 37 procent het gehele jaar stilgelegen.

Het aantal werknemers bij de baggerbedrijven nam af van 3692 tot 3375. De ondernemingen zitten zo langzamerhand met een minimum bezetting om hun organisatie nog naar behoren te kunnen laten functioneren, zo constateert de vereniging. Om pieken op te vangen wordt er inmiddels op grote schaal gebruik gemaakt van uitzendkrachten.

De bedrijfstak verkeert al een reeks van jaren in een noodsituatie. De wereldmarkt is drastisch ingekrompen. In 1983 bedroeg de internationale omzet 1,8 miljard gulden en in 1987 nog slechts 1,1 miljard. In Nederland daalde de omzet in dezelfde periode van 600 miljoen tot 510 miljoen gulden. Overigens lijkt er een einde gekomen aan de neerwaartse trend. Vorig jaar bleef namelijk de produktie in zowel Nederland als in de gehele wereld op het peil van 1986.

Goede thuismarkt

Tussen de baggerbedrijven is nog geen overeenstemming bereikt over een gezamenlijke plan om de overcapaciteit terug te dringen. De vereniging erkent, dat de bedrijfstak zelf orde op zaken moet stellen door een ingrijpende herstructurering, maar verlangt tegelijk van de overheid een meer actieve rol.

Zij denkt daarbij in de eerste plaats aan een goede thuismarkt, dat wil zeggen meer aanbod van werken die maatschappelijk nodig zijn en tevens continuïteit wat betreft de omvang van het aanbod. Voorts bepleit zij ondersteuning van activiteiten in de buitenlandse natte waterbouw door financieringsfaciliteiten op het niveau van de overheden.

In het jaarverslag wordt aandacht gevraagd voor de terugval van de overheidsinvesteriilgen. Die omvatten in 1970 5 procent van het bruto nationaal inkomen en in 1988 nog slechts 2,6 procent. De baggeraars waarschuwen voor achterstanden in onderhoud , en noodzakelijke aanleg van infrastructurele werken. Nederland dreigt daardoor in Europees verband achterop te raken. Zij staan afwijzend tegenover privatiseringsplahnen op hun terrein. De overheid mag, zo schrijft de vereniging, haar historische taak van instandhouder, vernieuwer en financier van 's lands infrastructuur niet uit handen geven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen