Rotterdam loopt nu al achter bij concurrentie

Dit staat in het vandaag verschenen jaarverslag 1987 van de Rijksplanologische dienst (RPD), een onderdeel van het ministerie van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer. De RPD stelt vast dat de geautomatiseerde informatiesystemen in het transportcentrum Rotterdam veel tekortkomingen kennen.

De razendsnelle ontwikkelingen in de elektronica en de informatica maken het noodzakelijk dat in de keten van fabrikant-transporteur-distributeur-financier-verzekeraar-douane alle gegevens voor alle betrokkenen in de keten snel via de computer op monitoren oproepbaar zijn, legt de RPD uit. De computer wordt, zo zegt de dienst, de zesde vervoersweg naast de lucht, het water, het spoor, de weg en de buis.

Laag pitje

De ontwikkeling van deze „logistieke" informatiesystemen staat volgens de RPD in Nederland op een laag pitje. Het aantal systemen is beperkt en de meeste zijn pas korte tijd in werking.

Duidelijk is voor de RPD dat fabrikanten en exporteurs voor het transport van hun goederen niet meer de kortste weg zoeken, maar de snelste. Een aanwijzing hiervoor is dat veel Westduitse bedrijven nu liever zaken doen met Hamburg of Bremen dan met Rotterdam, ondanks de grotere afstand en de 10 procent hogere transporttarieven.

Schiphol is op het terrein van de logistieke informatica naar verhouding een stuk verder dan Rotterdam. De RPD beschrijft in het jaarverslag hoe bedrijven in Noord-Amerika goederen bestemd voor Zuid-Amerika via transportondernemingen op Schiphol laten lopen.

Onvolledig

De informatiesystemen in de Rotterdamse haven zijn volgens de RPD te zeer gericht op afzonderlijke onderdelen uit de logistieke keten. Ze zijn derhalve onvolledig en worden weinig gebruikt. Een groot manco van het in de Rotterdamse haven gehanteerde INTIS-systeem (internationaal transport informatiesysteem) is volgens de RPD dat de kleine en middelgrote bedrijven er niet op aangesloten zijn. Slechts tien grote ondernemingen werken ermee.

Veel computerinformatiesystemen van bedrijven zijn niet toegankelijk, doordat zij gesloten zijn. Bovendien kunnen ze niet aan elkaar worden gekoppeld. De RPD stelt in dit kader dat samenwerking van bedrijven op nationale schaal op den . duur meer vruchten afwerpt dan onderlinge concurrentie. Schiphol werkt wel mee aan de totstandkoming van een internationaal netwerk van luchthaven-informatiesystemen.

De RPD vindt dat de regering het als haar taak moet beschouwen om erop toe te zien dat het Nederlandse bedrijfsleven in dè transportsector op nationaal niveau tot gestandaardiseerde informatiesystemen komt. Anders mist het straks letterlijk de boot. Uttllllg

Op een geheel ander terrein logenstraft de RPD in het jaarverslag de veronderstelling dat huishoudens met de „betere" inkomens (zo ongeveer vanaf 60.000 gulden bruto per jaar) een hernieuwde belangstelling tonen voor het wonen in de grote steden. Uit onderzoek blijkt dat er eerder sprake is van een licht dalende belangstelling.

Huishoudens met een inkomen waarmee zij tot de groep van de 25procent-best-verdienende Nederlanders behoren, hadden tien jaar geleden in Amsterdam een aandeel van 18 procent op de totale bevolking. Dat is nu fractioneel minder: 17,3 procent. Gelijke ontwikkelingen gelden voor de drie andere grote steden. Alleen in Haarlem en Eindhoven stijgt het aandeel van de hogere inkomens, aldus de RPD.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen