Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Grijze muizen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Grijze muizen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Nederland wordt al jaren gediscussieerd over het aanpassen van de wet aan de euthanasiepraktijk zoals die inmiddels is ontstaan. Bij de Tweede Kamer liggen op dit moment twee wetsvoorstellen, een van D66 en een van het kabinet. Er zijn echter mensen die beide voorstellen niet goed vinden.

Een van die mensen is de Alkmaarse hoofdofficier van Justitie mr. A. N. A. Josephus Jitta. In Vrij Nederland noemt hij de voorstellen achterhaald. Als voorbeeld van de kloof tussen de praktijk en de wetsvoorstellen geeft hij twee gevallen van euthanasie die bij Justitie waren aangebracht omdat er niet aan de zorgvuldigheidseisen zou zijn voldaan en die door de rechter toch als voldoende zorgvuldig behandeld zijn geaccepteerd. In beide gevallen had de arts geen collega geraadpleegd.

„Beide keren is de arts buiten vervolging gesteld. De Hoge Raad heeft gezegd in redelijkheid tot dit oordeel te hebben kunnen komen. En daarmee is de vereiste van de consultatie een stuk ruimer geworden, minder dwingend dan de wijze waarop het in de wetsvoorstellen gepresenteerd wordt".

Het vooruitstrevende standpunt van Josephus Jitta is het gevolg van het geringe aantal aangiften van het plegen van euthanasie door artsen dat hij krijgt. Mr. Josephus Jitta bood de artsen in zijn arrondissement enkele jaren geleden een overeenkomst aan, waarin hij in ruil voor een eerlijke melding van euthanasie de medici zo ver mogelijk tegemoetkomt. Desondanks kreeg hij vorig jaar niet meer dan 31 meldingen, terwijl geschat wordt dat in zijn arrondissement per jaar 500 keer euthanasie wordt gepleegd. De enige verklaring die de hoofdofficier heeft voor het geringe aantal aangiften is „dat de procedure toch te weinig geruststellend is voor de artsen. Dan zit het probleem in de wetgeving en nergens anders. De wetgever is aan zet, die moet het regelen".

De vraag waarom de hoofdofficier er zo op hamert dat medici eerlijk uitkomen voor euthanasie, is gemakkelijk te beantwoorden. „Het gaat om beslissingen over leven en dood. Ik vind het een goede zaak dat het gedrag van artsen op dit punt wordt getoetst. Zolang euthanasie onder tafel blijft en niemand daar inhoudelijk of kwalitatief een oordeel over kan uitspreken, loop je het risico dat het wordt misbruikt. En dat het ook gebeurt in gevallen waarin de patiënt er duidelijk niet om vraagt". paalde blik. Daar waait het zo hard. Van de week las ik het weer ergens: een tochtige straat in Rotterdam". Ik vraag me dan altijd af of er hier een speciale passaat waait. Ik moet zeggen: het waait hier hard. Maar niet harder dan in Dordrecht, geloof ik. Zo wordt er ook altijd geürmd dat het Schouwburgplein te groot is. Dat is toch niet groot? Het is een flink plein, dat is leuk, je kunt er samenkomen als Feyenoord kampioen wordt, wat wel niet zo gauw meer zal gebeuren, maar goed. Dat je hier geen café kunt vinden: ook zoiets. Ik moet altijd oppassen dat ik niet in cafés verzeil".

In Hervormd Nederland uit drs. Jack Verminden, eigenaar van een bureau dat sollicitanten traint in het afleggen van psychologische tests, kritiek op die tests. „De psychologische tests selecteren dat gedrag waarvan bedrijven vinden dat het goed is. Objectief gezien hoeft het helemaal niet goed te zijn. De tests zijn zo opgesteld dat ze de grootste gemene deler opsporen, de grijze muizen. Iemand met afwijkende meningen wordt al snel als niet geschikt beoordeeld. Uiteindelijk levert een test alleen personeel op dat weliswaar niet slecht is, maar ook niets vernieuwends inbrengt".

De Haagse Post wroet in het verleden van de inmiddels overleden vriend van prins Bernhard. de Britse journalist Sefton Delmer. Via deze vriend liet de prins onder meer de Greet-Hofmanaffaire uitlekken naar de pers. In Groot-Brittannië is een boek verschenen waarin beweerd wordt dat Delmer in dienst van de KGB zou zijn geweest. Echte bewijzen hiervoor ontbreken nog, maar haar de handel en wandel van Delmer wordt in Groot-Brittannië een nader onderzoek verricht. Of de prins dus een KGB-agent als vriend had, blijft voorlopig nog onduidelijk.

Elsevier was ondanks de nieuwe start, of misschien wel daardoor, niet op tijd beschikbaar.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juni 1988

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Grijze muizen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juni 1988

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's