DDR bereid tot herstelbetaling aan joden

Deze verrassende mededeling die werd gedaan door de voorzitter van de Duitse Joodse Raad, Heinz Galinski, betekent een ingrijpende herziening van het communistische land in zijn beleid ten aanzien van oorlogsslachtoffers.

De DDR is tot nog toe de mening toegedaan dat het land niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor de terreur gedurende het nazi-bewind omdat zij het 'goede" Duitsland vertegenwoordigt en pas in 1949 werd gesticht.

Galinski maakte deze ommezwaai echter bekend na een persoonlijk onderhoud met de Oostduitse partij- en regeringsleider Erich Honecker.

Overigens wordt deze Oostduitse betaling officieel niet gezien als een Wiedergutmachung maar als „hulp voor holocaust-overlevenden die behoefte hebben aan materiële bijstand".

Volgens het op 10 september 1952 gesloten Verdrag van Luxemburg is West-Duitsland verplicht tweederde van de Wiedergutmachung aan joodse slachtoffers te betalen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen