ICCC wordt steeds meer een zaak van jonge, maar vaak armlastige zwarten

De Internationale Raad van Christelijke Kerken, waarbij kerken uit ongeveer honderd landen die zichzelf beschouwen als bijbelgetrouw aangesloten zijn, lijkt meer en meer een zaak te worden van jonge zwarten. Het aantal blanken dat in het congrescentrum Gateway to the Stars verblijft, is een minderheid die bovendien sterk vergrijsd is. Grote delegaties kleurlingen zijn afkomstig uit Kenia, Nigeria, Pakistan, Oeganda, Zaïre, Zambia, Haïti, India en Brazilië. Voor de armlastigen onder hen werd een financiële regeling getroffen die de overtocht mogelijk maakte.

"Soulwinning"

Rev. Samuel Albert Kalapala (31) uit India is een van hen. Kalapala dient een onafhankelijke gemeente in het district Krishna. Deze gemeente, de Gospel Trinity Church, telt slechts twintig leden. Het zal duidelijk zijn dat zij de predikant geen riant salaris kunnen bieden. Naast het gemeentewerk is Kalapala actief op twintig zendingsposten die zijn kerk in het district heeft opgezet.

„In de maanden december tot en met mei ben ik het drukst. Ik reis met de bus van post naar post om daar het Evangelie te brengen. De rest van het jaar is reizen onverantwoord omdat de wegen onbegaanbaar zijn vanwege de modder. Het liefste wat ik doe is "soulwinning"", zegt Kalapala, die een uitgesproken mening heeft over de taak van een predikant. „Wij hebben alleen te preken. Allerlei sociale taken, zoals de Wereldraad van Kerken die propageert, horen daar niet bij. Het enige wat wij moeten doen is de mensen vertellen dat er slechts twee wegen zijn, en dat Jezus Christus ons kan redden van de eeuwige dood".

Eenzame post

De gemeente van Kalapala vormt samen met een veertig onafhankelijke kerken in India een Fellowship of New Testament Churches. Deze organisatie is aangesloten bij de ICCC. Kalapala zegt zelf veel behoefte te hebben aan congressen als die van de ICCC. Ik werk op een eenzame post en verlang naar ondersteuning en bemoediging. Ik kom hier om de gemeenschap met broeders te ervaren en om te leren. Een congres als dit geeft mij nieuwe stimulansen. Ook denk ik dat het belangrijk is om als kerken een bijbelgetrouw getuigenis te laten horen.

Ignatius (35) komt uit Nigeria waar hij officier van Justitie was. Hij studeert nu theologie aan het Faith Theological Seminary in New Jersey, een instituut dat door de ICCC wordt gesponsord. Als hij zijn studie achter de rug heeft gaat Ignatius terug naar Nigeria. Hij zit met één vraag: zal hij straks brood op de plank hebben?

Geld, of beter gezegd het gebrek daaraan, is een zaak die meer dan enkele congresgangers bezighoudt. Sommigen schromen niet om openlijk om een christelijke handreiking te vragen. Zoals evangelist Zafar Iqbal uit Pakistan. Hij heeft een christelijke gemeente in Rabwah en doet daarnaast evangelisatiewerk onder moslims. De gemeenteleden in Rabwah verkeren allen in erbarmelijke omstandigheden, aldus Iqbal.

De intolerante moslimmeerderheid staat niet toe dat de christenen een fatsoenlijk betaalde baan krijgen. Kinderen uit christelijke gezinnen hebben het op moslimscholen niet makkelijk. Daarom wil Iqbal een christelijke school oprichten waarvoor hij in Cape Canaveral steun tracht te krijgen.

Volgens ICCC-secretaris dr. J. C. Maris doen de congresgangers er niet goed aan om links en rechts steun te verlenen. Vooral omdat iedere controle op de besteding van gelden ontbreekt. De ICCC heeft een speciale pot waar de lidkerken een beroep op kunnen doen als zij bepaalde noden gelenigd willen zien.

Het aantal lidkerken van de ICCC bedraagt momenteel 424. De verwachting is dat dit aantal deze dagen tot boven de 500 zal stijgen. Enkele tientallen kerken hebben het lidmaatschap van de raad aangevraagd. Het congres zal over deze aanvragen moeten beslissen. Een van de aspirantleden is een grote kerkelijke groep uit noord-India die eerst lid was van de Wereldraad. Deze kerken worden door de ICCC min of meer als zendingsgebied gezien. Ze moeten de invloedssfeer van het moderne westerse christendom verlaten om vervolgens de bijbelgetrouwe paden te gaan bewandelen.

Kernthema

Gistermorgen hield dr. Maris zijn 'keynote adress', een toespraak waarop. J. C. MARIS in het kernthema van het congres werd uitgewerkt. De predikant sprak naar aanleiding van Openbaring 1:9 over: "Om het woord Gods en de getuigenis van Jezus Christus". Deze woorden zijn niet slechts een slogan, maar ze herinneren aan onze roeping, namelijk het bewaren van het Woord. Ds. Maris benadrukte dat het volgen van deze roeping verdrukking met zich meebrengt. Johannes werd verbannen, Stephanus gestenigd en ook vandaag staat de satan op tegen Christus en de Zijnen.

Dominee Maris kritiseerde neo-orthodoxe stromingen en evangelische groeperingen die zich bij hun streven naar eenheid uitsluitend beroepen op de woorden van Jezus uit Johannes 17 zonder dat zij de Bijbel in zijn geheel laten spreken. Het Woord Gods en de getuigenis van Jezus Christus zijn wel onderscheiden maar mogen niet gescheiden worden, zo benadrukte hij.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen