OESO juicht niet over conomische situatie
nflatie dreigt weer de kop op te steken
PARIJS — De huidige economische situatie mag dan wel ïter zijn dan zes maanden geleden werd aangenomen, aar dat is nog geen reden tot zelfgenoegzaamheid. Het sico van een recessie is aanzienlijk kleiner geworden, laar daarentegen dreigt de inflatie in enkele landen weer E kop op te steken.
Dit schrijft de OESO (Organisatie ior Economische Samenwerking en ntwikkeling) in haar halfjaarlijkse pport over de economische gang in zaken in de 24 aangesloten lan;n. Halverwege de afgelopen maand aakte de OESO al groeipercentages het rapport bekend die gunstiger jn dan de percentages die zij eerder lemde. De beurscrisis van oktober )rig jaar is veel minder hard aange)men dan werd verwacht en de ESO herzag haar groeiraming voor ; aangesloten landen van 2,25 tot 3 •ocent voor dit jaar. Het percentage )or volgend jaar werd herzien van 75 tot 2,5 procent.
lustige periode
In haar halfjaarrapport schrijft de ESO dat de onevenwichtigheden in ; wereldeconomie zijn verminderd 1 dat de financiële markten vanaf ;t begin van dit jaar een betrekkejk rustige periode hebben gekend, erder is de situatie van de schuldenlanden iets verbeterd dank zij het aantrekken van de grondstoffenprijzen en de opleving van de wereldhandel in het afgelopen jaar.
De organisatie verkeert desondanks niet in een juichstemming, omdat naar haar mening de onevenwichtigheden nog steeds erg groot en de schuldproblemen nog steeds ernstig zijn. De financiële markten moeten ervoor oppassen dat ze zich niet te veel op de korte termijn richten en bovendien constateert de OESO dat de werkloosheid nog steeds erg groot is, vooral in Europa.
Daarom richt de OESO zich ook weer tot de beleidsmakers in de diverse landen met dringende adviezen die ook in het verleden al eens zijn gegeven. Zo moeten de Verenigde Staten vooral doorgaan met het wegwerken van de tekorten op hun begroting en hun betaUngsbalans. Aanvullende begrotingsmaatregelen zullen nodig zijn om te garanderen dat ook in 1989 en daarna de tekorten kunnen worden verminderd. Voor de korte termijn sluit de OESO niet uit dat er op monetair terrein stappen moeten worden ondernomen om de inflatie in de hand te houden.
Vermindering overschot
Voor Japan acht de OESO het belangrijk dat het proces van de vermindering van het overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans doorgaat. De organisatie toont zich ermee ingenomen dat de import van het land sterk is toegenomen en dat de binnenlandse vraag zeer levendig is. Bovendien heeft de Japanse industrie zich tot tevredenheid van de OESO snel aan de veranderde omstandigheden aangepast.
Voor Europa vindt de OESO het moeilijk om een eensluidend advies te geven, omdat de situatie per land sterk verschilt. Voor geheel Europa gaf de organisatie over vorig jaar een groeipercentage van 2,8 procent op, waarbij er vooral in de tweede helft sprake was van een stevige groei. Dit jaar zal de economie groeien met 2,25 procent en volgend jaar met 2 procent. Voor de landen afzonderlijk zal het moeilijk zijn om de vooruitzichten voor de groei en de werkgelegenheid te verbeteren en daarom dienen de Europese landen de mogelijkheden tot samenwerking te onderzoeken, ook in verband met de eenwording van de Europese markt in 1992.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1988
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1988
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's