Minder kleine basisscholen opgeheven dan was beoogd
DEN HAAG - In het basisonderwijs zijn dit jaar 186 kleine scholen opgeheven, aanzienlijk minder dan door het ministerie van onderwijs was beoogd.
In het kader van de herstructureringsoperatie scholenbestand basisonderwijs was voorzien in de sluiting van 350 kleine scholen per 1 augustus 1988. In haar rapportage over het zogeheten instandhoudingsbeleid 1988 aan de Tweede Kamer constateert staatssecretaris Ginjaar-Maas dat het beleid niet het gewenste resultaat heeft gehad.
De tegenvaller van 164 scholen zou met ingang van 1 augustus 1989 moeten worden gecompenseerd, maar volgens Ginjaar-Maas wordt dit nu door tijdgebrek pas een jaar later mogelijic. In dit verband schrijft zij dat „betere regelgeving in de toekomst onontkoombaar is". Daarbij gaat haar voorkeur uit naar het vastleggen van de procedures en normen in een algemene maatregel van bestuur. Op die manier kan de rechtszekerheid verder worden vergroot en is bovendien de gelijke behandeling van openbaar en bijzonder onderwijs beter gewaarborgd, meent de staatssecretaris.
Zij acht 23 leerlingen het absolute minimum waarbij een school nog mag voortbestaan. Daarvoor is al een wetsontwerp ingediend. Begin dit jaar waren er nog 34 basisscholen (zes bijzondere en 28 openbare) die minder dan 23 leerlingen telden. Dat zijn er te veel, aldus de staatssecretaris.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juni 1988
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juni 1988
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's