Aanslag Özal mogelijk werk van meer mensen
Politie zwijgt over resultaten onderzoek
ANKARA — De man die een mislukte moordaanslag op de Turkse premier Turgut Özal heeft gepleegd zou niet op eigen houtje hebben gehandeld. Dat meldde het Turkse dagblad Hürriyet gisteren. Met wie de aanslagpleger, Kartal Demirag, samenwerkte meldde de krant niet. Demirag zou zeven keer op Özal hebben willen vuren en met de achtste kogel zichzelf van het leven beroven.
Van officiële zijde werd geen commentaar geleverd op de melding in Hürriyet. Zaterdag raakte de Turkse premier tijdens het congres van zijn Moederlandpartij lichtgewond aan zijn hand toen hij een toespraak hield en de man het vuur op de premier opende. Twintig anderen raakten gewond toen de politie tarugvuurde, tien van hen liggen nog in ziekenhuizen.
Politie en regeringsfunctionarissen hebben van de rechter opdracht gekregen geen enkel commentaar te leveren op eventuele resultaten van het onderzoek.
Volgens kranteberichten is Demirag lid geweest van de jongerenorganisatie Grijze Wolven van de nu buiten werking gestelde neo-fascistische Partij van de' Nationale Beweging.
De 32-jarige Demirag wordt sinds zaterdag stevig aan de tand gevoeld door de politie. De verdachte was eerder veroordeeld wegens een poging tot moord en kreeg 10 jaar gevangenisstraf. Hij wist in januari te vluchten uit een gevangenis in Mugla.
Mehmet A li Agca
Turkse kranten gingen maandag in hun kolommen uitvoerig in op de overeenkomsten tussen Demirag en een ander berucht lid van de Grijze Wolven, Mehmet Ali Agca, de man die in 1981 een aanslag pleegde op paus Johannes Paulus II. Beiden stammen uit arme families, beiden vluchtten uit een gevangenis en waren in het bezit van buitenlandse valuta toen ze werden aangehouden.
Agca werd in 1979 in Istanboel gearresteerd en beschuldigd van moord op een linkse journalist. Een paar maanden na zijn arrestatie wist hij te vluchten; hij werd daaropvolgend bij verstek ter dood veroordeeld.
Agca heeft gezegd dat hij bij de aanslag op de paus op eigen houtje heeft gehandeld. Maar later volgde een aanklacht tegen drie Bulgaren en drie Turken wegens medeplichtigheid. Zij werden echter vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 21 juni 1988
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 21 juni 1988
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's