Franz Josef II maakte z'n land rijk door eigen schilderijen te verkopen
Liechtensteinse vorst zwaait halve eeuw de scepter over land
VADUZ — Liechtenstein kan met recht een land van extremen genoemd worden. Als een van de vier kleinste staatjes van Europa kan het bogen op de rijkste bevolking, het hoogste industrialisatiecijfer, het dichtste telefoon- en telexnet. Bovendien heeft dit minilandje de langstregerende vorst van Europa: Seiner Durchlaucht Fürst Franz Josef II von und zu Liechtenstein. Deze maand zwaait de 81-jarige prins een halve eeuw de scepter.
Nu moet het zwaaien van de scepter al enkele jaren niet meer in de volle zin des woords worden opgevat. In 1984 droeg de bejaarde vorst het actieve gedeelte van zijn ambt over aan zijn zoon prins Hans Adam. Officieel bleef Franz Jozef echter staatshoofd.
Franz Josef, zoon van prins Alois van Liechtenstein en aartshertogin Elisabeth Amalia van Oostenrijk, werd in 1906 op het slot Frauenthal in het Oostenrijkse Stiermarken geboren.
De eerste jaren van zijn leven woonde Franz Josef op verschillende Oostenrijkse kastelen, waar hij in weelde en zorgeloosheid opgroeide en volgens de tradities van het geslacht Liechtenstein werd opgevoed. Al op jonge leeftijd kreeg hij liefde voor de natuur. Deze liefde heeft hij heel zijn leven behouden en deze bepaalde ook zijn studiekeuze: bosbouw. In 1929 studeerde hij in Wenen af.
Direct na zijn afstuderen ging de bosbouwingenieur zich wijden aan het beheer van de uitgestrekte familielandgoederen in Tsjechoslowakije. Deze landgoederen waren de jonge prins na de dood van vorst Johannes II .van Liechtenstein ten deel gevallen. De kinderloze en qua gezondheid zwakke Franz I, die Johannes II opvolgde, benoemde Franz Josef bovendien tot regent van het vorstendom. Dit betekende dat de prins in de praktijk veel waarnam voor de officiële vorst Franz.
Eed van trouw
Op 25 juli 1938 overleed Franz I en werd de 21jarige Franz Josef II staatshoofd. Het jaar daarop, aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog, werd hij officieel gehuldigd. Tijdens die plechtigheid legde zowel de vorst als het volk met de woorden „Sowahr mir (uns) Gott helfe" een eed van trouw jegens elkaar af.
Kort daarop bezorgde de kersverse vorst zijn onderdanen een verrassing door in Liechtenstein zelf te komen wonen. Tot die tijd hadden de vorsten het kleine landje altijd vanuit Oostenrijk bestuurd. Vorst en volk waren in die tijd dan ook geen goede bekenden en met Franz Josef II begon er voor de Liechtensteiners een geheel nieuwe tijd.
Terwijl in de landen om het vorstendom heen de oorlog woedde, trad Franz Josef II in 1943 in het huwelijk met de 22-jarige gravin Georgine van Wilczek. Het paar betrok het voorvaderlijk slot Vaduz. Rustige wittebroodsweken waren echter voor hen niet weggelegd. Franz Josef had de eerste tijd zijn handen vol om zijn vorstendom buiten de oorlog te houden. Bovendien moest hij zijn wereldberoemde schilderijencollectie zien te behouden.
Na de oorlog
Beide taken heeft hij met succes volbracht. Liechtenstein kon dank zij zijn strategisch onbelangrijke ligging de neutrale status behouden, zodat het landje vrijwel ongeschonden uit de Tweede Wereldoorlog kwam.
Na de oorlog zette Franz Josef zich volledig in voor de economische en sociale ontwikkeling van zijn ministaatje. Het gebeurde meer dan eens dat hij daarvoor exemplaren uit zijn schilderijencollectie opofferde. Het succes daarvan bleef niet uit. In enkele decennia groeide Liechtenstein van een arm land met boeren uit tot het welvarendste en meest geïndustrialiseerde land van de wereld. Verdienden voor de oorlog slechts 650 inwoners hun brood in de industrie, vandaag de dag werken bijna 6000 mensen in de Liechtensteinse, industrie. De opbrengst van de export is gestegen van 12 tot 760 miljoen franc (ruim 1 miljard gulden).
Hechte band
Het is dan ook niet verwonderiijk dat de band tussen het Liechtensteinse volk en hun vorst uitgesproken hecht is. De jaarlijkse viering van de verjaardag van Franz Josef, op 16 juni, is daar een bewijs van. Dit feest is steeds weer een overweldigende demonstratie van de aanhankelijkheid ten opzichte van het vorstenhuis Liechtenstein.
Ook is de (letterlijke) afstand tussen het vorstenhuis en de Liechtensteiners klein. Dat is eigenlijk niet verbazend als men bedenkt dat het ministaatje niet veel groter is dan Amsterdam. Het kan dan ook voorkomen dat een Liechtensteinse postbode tegelijk met zijn vorst bij de kapper onder de schaar gaat. Ook kijkt een inwoner van Liechtenstein niet gek op als hij prinses Gina tegen het lijf loopt in een van de musea die het bergstaatje rijk is.
Op 26 augustus 1984 nam prins Hans Adam van Liechtenstein als plaatsvervangend regeringschef het werk van zijn vader over. Hoewel deze overdracht in de praktijk het aftreden van Franz Jozef betekende, bleef de bejaarde prins officieel staatshoofd. In een interview met de Liechtensteinse pers zei hij: „Dat betekent niet dat ik in de toekomst geen gesprekkeen met medeburgers zal voeren. Als het om persoonlijke zorgen gaat. ben ik ook in de toekomst zo goed als mogelijk beschikbaar".
Rijkdom
Nu de continuïteit van het vorstelijk bestuur over Liechtenstein gewaarborgd is. houdt de rijke vorst zich enkel nog bezig met het beheren van zijn niet geringe bezittingen. Ook is hij langzamerhand begonnen met de verdeling van zijn eigendommen. Deze taak werd al aanzienlijk verlicht in de Tweede Wereldoorlog, toen de Von und zu Liechtensteins 22 kastelen en duizenden hectares omliggende grond aan het Oostblok prijsgaven. Nu hoeven nog 'slechts' zes kastelen, twee paleizen, wat onroerend goed in Amerika, een barstensvolle effecten-portefeuille en een collectie schilderijen ter waarde van 600 miljoen verdeeld te worden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 juni 1988
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 juni 1988
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's