GRONINGEN

vocaten moeten vaker gebruik maken van de mogelijkheid van een tegenonderzoek nadat het Gerechtelijk Laboratorium in Rijswijk een onderzoek heeft verricht.

Het is heel goed mogelijk dat andere toxicologen, onder meer van de Rijksuniversiteit Groningen, tot een andere conclusie komen in een strafzaak dan het Gerechtelijk Laboratorium. Het interpreteren van onderzoeksgegevens wordt namelijk steeds moeilijker.

Dat vindt het Nederlands Medisch Forensisch Genootschap. De organisatie stelde dit tijdens een congres in Groningen dat was gewijd aan de forensische toxicologie. Forensisch toxicologen zijn deskundigen die door Justitie kunnen worden ingeschakeld. Zij moeten onder meer onderzoeken of bepaalde chemische stoffen een rol spelen bij een misdrijf. Het congres in Groningen werd gistermorgen geopend door minister Korthals Altes van justitie.

Dr. D. R. A. Uges, voorzitter van het congres, wees erop dat autobestuurders in Nederland het recht hebben een contra-expertise aari te vragen bij misdrijven waarbij alcohol een rol speelt. Volgens hem zou van de mogelijkheid van contra-expertise vaker gebruik moeten worden gemaakt bij andere forensisch-toxicologische onderzoeken, omdat de interpretatie van de onderzoeksresultaten een belangrijke rol speelt in de rechtsgang. Een dergelijke contra-expertise zou heel goed door het Academisch Ziekenhuis Groningen kunnen worden verricht, waar een lange traditie bestaat van forensisch toxicologisch onderzoek, aldus Uges.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen