Levenslang geëist voor moord Heijn
E. wilde met losgeld wraak nemen op oud-collega's
HAARLEM — Officier van Justitie mr. Van der Veen lieeft gisteren voor de rechtbank in Haarlem levenslange gevangenisstraf geëist tegen de 45-jarige Ferdi E. uit Landsmeer, die wordt verdacht van ontvoering van en moord op Ahold-topman Gerrit Jan Heijn op 9 september vorig jaar en afpersing van diens familie en het Aholdconcern. Terbeschikkingstelling achtte de officier niet op zijn plaats, gezien de ernst van de gepleegde feiten, de geschokte rechtsorde en het door de overige slachtoffers ondervonden leed.
Een van de beide advocaten van E., mr. C. Sanders, vroeg om een kortere gevangenisstraf en tbr. E. moet volgens hem niet als een professionele misdadiger worden beschouwd. Uit het rapport over E. van het Pieter Baancentrum in Utrecht blijkt dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is. Volgens getuige-deskundige prof. F. Beyaert, onder wiens leiding het psychiatrisch onderzoek plaatsvond, mist E. het gevoel dat hem had kunnen tegenhouden. Naar de mening van Beyaert blijft vrees voor herhaling bestaan en vertoont E. zelfmoordneigingen. Hij beval langdurige individuele psychotherapie aan, die vier tot zes jaar zou moeten duren en grote kans van slagen zou hebben.
Wraakgevoelens
E. heeft voor de rechtbank verklaard dat onder meer wraakgevoelens tegen een aantal mensen uit zijn laatste werkkring, het project Nieuwe Banen in Nijmegen, hem tot zijn daden gebracht hebben. E. werd bij dit project „buiten gezet" en verloor vervolgens de gerechtelijke procedures die hij tegen zijn voormalige collega's voerde. Met het losgeld van de ontvoering wilde hij zijn wraakacties financieren.
Zijn slachtoffer Heijn zag hij als „een instrument". De keuze voor de Ahold-topman noemde hij „willekeurig". Het idee voor de ontvoering ontstond in juni of juli vorig jaar, nadat hij bij een sollicitatie weer was afgewezen. Bij zijn voorbereiding ging hij mmutieus te werk, zo bleek uit zijn verklaringen tijdens de rechtzitting, die ook door mevrouw Heijn en haar kinderen en E.'s echtgenote werd bijgewoond.
Spiegel
In zijn slotwoord voor de rechtbank zei de verdachte, die tijdens het proces een rustige en bedachtzame indruk maakte, berouw te hebben over de „weerzinwekkende misdaden en ellende" die hij de familie Heijn en zijn gezin heeft aangedaan. Hij zei ook geschrokken te zijn van de spiegel die het Pieter Baancentrum hem heeft voorgehouden.
De rechtbank doet op 14 juli uitspraak.
Zie ook pag. 3: "Heijn bleef tot het laatst onwetend over zijn dood".
vervolg van pag.3
Ferdi E. maakt in rechtzaal rustige indruk
Heijn bleef tot het laatst onwetend over zijn dood
HAARLEM — Gerrit Jan Heijn heeft volgens verdachte Ferdi E. vermoedelijk tot het laatste moment niet geweten wat er met hem zou gebeuren. E. had namelijk tegen Heijn gezegd dat hij hem in de bossen van Doorwerth zou „overdragen" aan een „maaf. Nadat de mannen omstreeks 21.40 uur in het bos waren gearriveerd, in de buurt van de plaats die E. vooraf al had uitgezocht om zijn slachtoffer te begraven, liepen ze de bossen in.
Plotseling zei E. dat hij „iets hoorde", waarop de beide mannen stilstonden. Ze bleven toen een of twee minuten stil staan. „Ik weet niet waarom ik toen haperde", aldus E. Direct hierna pakte hij zijn wapen, schoof de geluiddemper erop en schoot Gerrit Jan Heijn door het hoofd. Het slachtoffer zakte meteen doer zijn knieën, waarop E. zijn pols controleerde, die hij direct al niet meer voelde. „Ik voelde niets, ik kan geen reden geven waarom ik het uiteindelijk heb gedaan", aldus de verklaring van E. over het dodelijke schot.
Nadat hij Heijn had doodgeschoten, nam hij diens bril af en sneed volgens plan diens pink af, die hij in de thermoskan met ijsblokjes stopte. E. zegt het lijk niet meer te hebben gefouilleerd. Pas later.begon hij zich zorgen te maken over de agenda van Heijn, waarin hij eerder op de dag nog iets had geschreven. Hij vreesde dat dat mogelijk iets over hem zou kunnen verduidelijken.
Nadat E. het lichaam had begraven, dumpte hij de auto die hij bij de ontvoering had gebruikt in het IJ, gooide de kleren die hij aan had gehad weg en ruimde de gebruikte spullen op. Thuis aangekomen -waar zijn vrouw zich inmiddels zeer ongerust had gemaakt over zijn lange afwezigheid en hem als vermist had opgegeven- viel hij onmiddellijk in slaap. E. zei de volgende morgen tegen zijn vrouw dat hij de hele dag had gewandeld.
De rechtbank ging gisteren vervolgens over tot de behandeling van het derde ten laste gelegde feit: na de ontvoering en de moord is dat de afpersing. E. stuurde Ahold 13 brieven, die via annonces in kranten beantwoord werden. De verdachte, die er gisteren ogenschijnlijk rustig bij zat en bedachtzaam antwoordde, eiste in die brieven zoals bekend geld en diamanten.
Dreiging
Van de vijfde brief ging voor het eerst wat meer dreiging uit. E. stuurde met die brief Heijns bril en vroeg wat meer losgeld. Wilde u dreigend doen? werd E. gisteren gevraagd: „Ik denk het wel". De verdachte voegde er vervolgens uit eigen beweging aan toe het „onvoorstelbaar" te vinden dat hij „dit soort dingen" heeft gedaan. Met de zesde brief werd Heijns pink meegestuurd, „Uitzonderlijk wreed", stelde de rechtbankpresident vast.
E. had zich overigens voorgenomen zichzelf te doden als er bij de losgeldoverdracht iets mis zou gaan. Zijn besluit om het losgeld in twee delen te laten droppen, was genomen uit veiligheidsredenen, zo verklaarde hij. E. maakte ook gisteren een uiterst accurate indruk. Waar de rechtbank bij het ter sprake komen van de losgeldoverdracht sprak van risico's, verbeterde verdachte dat zelf tot „klein risico". Een „gecalculeerd risico" dus, zei een van de rechters. Ja, luidde het antwoord van de verdachte, voor zover je een risico ooit kunt calculeren. E.'s echtgenote in de zaal herkende haar man kennelijk: ze glimlachte hoofdschuddend.
Wraakgevoelens
Wraakgevoelens ten opzichte van een aantal mensen uit zijn laatste werkkring in Nijmegen, vormde een van de motieven voor Ferdi E. om uiteindelijk Gerrit-Jan Heijn te ontvoeren. Zijn slachtoffer had weliswaar niets te maken met zijn wraakgevoelens -„het was een willekeurige keuze"-, maar hij gebruikte hem als een „instrument" om geld bij elkaar te krijgen dat hij zou kunnen gebruiken om wraak te nemen op de voormalige collega's tegen wie hij wraakgevoelens koesterde, zo verklaarde hij tegenover de rechtbank.
Zijn laatste werkkring was het project Nieuwe Banen in Nijmegen. Nadat hij daar op een gegeven moment moeilijkheden had gekregen, werd hij, zoals hij het zelf zei, „buiten gezet". E. voerde hiertegen twee gerechtelijke procedures, waaibij hij tot tweemaal toe ongelijk kreeg. „Hierdoor raakte ik in verwarring en ontwikkelde wraakgevoelens ten aanzien van de mensen die een rol hadden gespeeld bij die gebeurtenissen", aldus de verdachte.
In zijn geest ontsproten „zeer gewelddadige" fantasieën om wraak te nemen. Hij overwoog echter dat indien een van hen iets zou overkomen, hij gezien de situatie onmiddellijk als verdachte zou worden aangemerkt. „Om de relatie tussen mijzelf en wat ik die mensen zou willen aandoen te verhullen, had ik veel geld nodig. Daarvan zou ik bij voorbeeld apparatuur kunnen aanschaffen waarmee ik kon voordoen dat ik ergens anders was wanneer ik wraak op die mensen zou nemen", zo legde de verdachte uit
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 juli 1988
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 juli 1988
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's