Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Student moet inkomsten gaan investeren in studie"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Student moet inkomsten gaan investeren in studie"

„Mensbeeld" interessantste kenmerk van stufi-wet

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

ENSCHEDE - „Laat de basisbeurs ongewijzigd, maar sta studenten toe inkomsten te verwerven tot het maximum-bedrag van de aanvullende financiering (rentedragende lening plus aanvullende beurs). Dit mag echter niet leiden tot een korting op de basisbeurs".

Dit voorstel deed prof. drs. J. Weitenberg, directeur van het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond, zaterdag in Enschede op een symposium "Studiefinanciering: Neerlands Neergang?"

„Studenten kunnen zelf bepalen hoe zij in hun toekomst willen investeren: door schuld op te bouwen via rentedragende leningen of door eigen inkomsten te investeren in de studie". Centraal op het symposium, uitkomst van het overleg tussen actievoerende Twentse studenten en het college van bestuur van de Universiteit Twente, stond de bezorgdheid 9ver de onbelemmerde toegang tot bet hoger onderwijs en de financiering daarvan in de toekomst centraal.

Rijken

Prof. dr. R. J. in 't Veld, tot 1 juli leider van het 'crisisteam' dat de problemen bij de dienst studiefinanciering in Groningen op moest zien te lossen en nu hoogleraar Bestuurskunde aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit, noemde „het mensbeeld" het meest interessante kenmerk van de Wet studiefinanciering. „Men ging er kennelijk van uit dat mensen zich fatsoenlijk kunnen gedragen bij het invullen van formulieren".

Volgens In 't Veld is controle op een aantal punten „haast niet mogelijk". Hij zei af te willen van de grote verschillen tussen in- en uitwonende studenten. „De omvang van de verleiding bedraagt maar liefst 4100 gulden per jaar". Ook moet er een heroverweging plaatsvinden op het punt van de afhankelijkheid van het inkomen van de ouders. „Van onze 600.000 klanten krijgt 40 procent niet datgene dat ze van hun ouders mogen verwachten".

De ex-topambtenaar bleek te beschikken over een nieuwe kijk op het stelsel van studiefinanciering. „Laat iedereen alles maar lenen. Ik zie niet in waarom de toekomstige rijken van ons land een schenking zouden moeten krijgen. Ze leveren straks een bijdrage aan de maatschappij en nemen daar nu vast een voorschotje op".

Groenteboer

Prof. dr. P. B. Boorsma, hoogleraar Openbare Financiën aan de Universiteit Twente, was het met zijn collega In 't Veld eens. Hij vergeleek de student met een beginnende groenteboer. „Als de groenteboer een zaak wil beginnen, moet hij gaan lenen bij de bank. Iemand die wil studeren en de financiële middelen niet heeft, moet ook lenen. Later kan de student uit het rendement van zijn studie makkelijk de lening terugbetalen".

Het systeem van studiefinaciering in ons land typeerde Boorsma als „buitengewoon luxe". Er moet toch ergens worden bezuinigd. „Als u vindt dat er op studiefinanciering niet bezuinigd mag worden, dan bent u bij voorbeeld voor bezuinigingen op gezondheidszorg en milieu". Verder zei Boorsma dat jongeren die nu voor uitstel van bezuinigen zijn, over tien jaar de rekening gepresenteerd krijgen.

„De Wet studiefinanciering is in veel opzichten te zien als een culminatie van een lang proces, waarbij de Staat steeds meer betrokken raakt bij de opleiding en vorming van jongeren". De Amsterdamse hoogleraar in de demografie prof. dr. D. J. van de Kaa richtte zich op de demografische aspecten van de studiefinanciering. „Naarmate het economisch nut van kinderen voor ouders terugloopt, neemt het voor de Staat toe. Zonder goed opgeleide jongeren kunnen we de bv Nederland wel sluiten".

Volgens Van de Kaa werkt de tijd in het voordeel van de geduldigen. „Op het einde van deze eeuw zal het aantal studenten in het hoger onderwijs belangrijk zijn gedaald. Enigerlei wijziging in het systeem van studiefinanciering moet met dat perspectief rekening houden, een grote mate van permanentie hebben en ook rekening houden met verschillen in kosten per student en verschillen in carrière- en inkomstenperspectief'.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 4 juli 1988

Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's

Student moet inkomsten gaan investeren in studie"

Bekijk de hele uitgave van maandag 4 juli 1988

Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's