Kreet „Eerst die buitenlanders er uit gooien" getuigt van onbegrip
Alle vreemdelingen die op wettige wijze naar ons land kwamen verdienen goede begeleiding
Als er sprake is van teruggang van de economische situatie kun je in je directe omgeving steeds geluiden horen als: „Ze moesten eerst al die buitenlanders er eens uit gooien". De buitenlanders, wie dat dan ook maar mogen zijn, hebben het gedaan. Degenen die dit zeggen, hebben daarbij niet in de gaten dat ze het over zeer verschillende groepen mensen hebben. De doorsnee Nederlander bedoelt met dci hierboven genoemde kreet voornamelijk de mensen met een andere huidskleur. Over het algemeen heeft men er geen flauw idee van dat er ook nog blanke buitenlanders in Nederland zijn. Evenmin houdt men er rekening mee dat heel wat mensen die voor buitenlanders uitgemaakt worden het Nederlands staatsrecht bezitten. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de verschillende groepen vreemdelingen die in ons land wonen en wordt kort ingegaan op de redenen waarom ze naar Nederland kwamen
. Onderstaande tabel geeft de aantallen buitenlanders weer die in 1987 volgens het CBS in ons land woonden.
Turken 160.637
Joegosiaven 11.565
Marokkanen 122.742
Spanjaarden 18.186
West-Duitsers 40,362
Italianen 16.997
Britten 38.024
Surinamers 11.638
Belgen 22.975
Amerikanen 10.356
Overigen 127.000
Buitenlanders ?
Van de bovenstaande groepen ziet men met name de mensen met een donkere huidskleur als buitenlanders. De groep Amerikanen, Duitsers, Britten en Belgen, hoewel ruim 110.000 groot, wordt niet als buitenlanders ervaren. Dit Jiomt vooral omdat deze groep niet opvalt door leefwijze, kleding, huidskleur enzovoorts. Ook het van gedachten wisselen met mensen van deze groepen stuit voor ons niet op al te grote moeilijkheden als we onze talen op de middelbare school goed bijgehouden hebben. Voeg daar nog bij dat deze groep niet opvalt omdat ze verspreid over ons land woont en over het algemeen goede banen heeft en je begrijpt waarom de doorsnee Nederlander niet zoveel op deze mensen tegen heeft.
Gastarbeiders
Anders ligt het met de mensen die vanuit de gebieden rond de Middellandse Zee als gastarbeiders naar ons land kwamen. Deze groep telt ongeveer 330.000 mensen. De communicatie met deze mensen verloopt moeizaam, ze wonen geconcentreerd en hebben eigen, van ons afwijkende gewoonten. Verder worden ze ervan verdacht dat ze misdadiger en onbetrouwbaarder zijn dan Nederlanders. '
Deze mensen kwamen voor het eerst in de jaren vijftig naar ons land, op uitnodiging van regering en bedrijfsleven, om het tekort aan arbeiders aan te vullen. In de naoorlogse jaren van grote economische groei hadden wij' hen hard nodig om vooral het zware en het vuile werk voor ons te gaan doen.
Vele Nederlanders zagen in die dagen van grote krapte op de arbeidsmarkt de kans schoon ander en beter werk te aanvaarden. Ook de zogenaamde risicobanen werden door de buitenlander overgenomen. Hiermee bedoelen we de banen die spoedig zouden verdwijnen als gevolg van nieuwe ontwikkelingen. Een voorbeeld daarvan winden we in de steenkoolwinning.
Toen bekend werd dat de mijnen zouden gaan sluiten, zochten vele Nederlandse mijnwerkers reeds op voorhand naar andere werkgelegenheid. Gastarbeiders namen de vrijgekomen plaatsen in. De voortschrijdende automatisering van routinematige arbeid en de economische recessie van de jaren zeventig leidden ertoe dat vele gastarbeiders werkloos werden.
Scheef oog
Buitenlanders die vaak jarenlang hun steentje bijgedragen hebben aan de Nederlandse welvaart worden nu door velen met een scheef oog aangezien, omdat ze zouden profiteren van de sociale voorzieningen. Toch is het niet meer dan rechtvaardig dat een buitenlander die jarenlang verzekeringspremies betaald heeft ook in aanmerking komt voor de uitkering die daarmee gegarandeerd werd. Het was aanvankelijk niet de bedoeling dat ze altijd zouden blijven. Noch de regering, noch zijzelf hadden dat op het oog. Betere vooruitzichten voor henzelf en hun gezin, een wetgeving die daar ruimte voor bood en vervreemding van de eigen cultuur hebben ertoe geleid dat vele gastarbeiders er de voorkeur aan geven hier te blijven. De groep gastarbeiders groeit op dit moment eigenlijk uitsluitend door gezinshereniging. Nieuwe gastarbeiders komen nauwelijks nog binnen. Hoewel vele gastarbeiders blijven, zijn er toch ook nog altijd, met name ouderen, die naar hun geboorteland teruggaan. Redenen hiervoor zijn werkloosheid, heimwee en racistische ervaringen.
Surinamers
Volgens de tabel zouden in ons land nog geen 12.000 Surinamers wonen. Het totaalaantal Nederlanders van Surinaamse afkomst wordt echter geschat op ongeveer 180.000. Dit komt omdat heel veel mensen die uit Suriname hiernaartoe zijn gekomen hun Nederlanderschap niet opgegeven hebben. Sinds de ondertekening van het koninkrijksstatuut in 1954 zijn de mensen aan de andere zijde van de Atlantische Oceaan rijksgenoten.
Toen Suriname in 1975 zelfstandig werd, kreeg de bevolking nog vijfjaar de tijd om alsnog voor de Nederlandse nationaliteit te kiezen. In feite niet meer dan billijk, als we bedenken dat dit land vanaf 1667 door ons gebruikt is om mee te werken aan de groei van de Nederlandse economie.
De Surinaamse bevolking bestond aanvankelijk uitsluitend uit indianen. Deze oorspronkelijke bewoners zagen achtereenvolgens de Spanjaarden, de Fransen en de Engelsen in hun land verschijnen. Ten slotte werd het land door de Nederlanders veroverd op de Engelsen en bij de Vrede van Breda in 1667 definitief aan ons overgedragen in ruil voor Nieuw Amsterdam (New York).
De Nederlanders legden zich toe op landbouw en namen de indianen gevangen om het werk voor hen te doen. Dit werd echter geen succes. De indianen verzetten zich hevig. Velen van hen sneuvelden door kogels uit Nederlandse geweren. Griep en mazelen, Europese ziekten waartegen deze mensen geen weerstand hadden, deden de rest.
Massale deportatie
Toen Suriname in 1975 zelfstandig werd, kreeg de bevolking nog vijfjaar de tijd om alsnog voor de Nederlandse nationaliteit te kiezen. In feite
De Nederlanders zagen zich genoodzaakt naar een andere oplossing te zoeken. Die werd gevonden in massale deportatie van negers vanaf de westkust van Afrika naar Suriname.
Overzicht van de internationale vluchtelingensituatie.
==========================================================
De internationale vluchtelingensituatie
Er zijn op dit moment over de hele wereld verspreid bijna 12 miljoen vluchtelingen die bescherming en hulp nodig hebben.
Afrika 3.112.950
Oost-Azië 573.775
Midden-Oosten Zuid-Azië 7.617.400
Latijns-Amerika 323.090
Europa 70.640
Totaal 11.697.855
Bron: US Committee for refugees 1987
==========================================================
=========================================================
Onmenselijke omstandigheden deden zich daarbij voor. Velen stierven onderweg in de me"t mensen volgepakte schepen of bezweken onder het zware werk, de afranselingen of het gebrek aan voedsel. Vele negerslaven vluchtten het oerwoud in en stichtten daar dorpen waar ze hun Afrikaanse leefwijze voortzetten.
Overvallen op plantages werden door hen uitgevoerd, waarbij andere slaven bevrijd werden. De afstammelingen van deze negers noemen we de Boslandcreolen. Na de afschaffing van de slavernij in 1863 vertrokken vele ex-slaven naar de steden. Zij worden de Creolen genoemd. Nieuwe arbeidskrachten voor de plantages werden gevonden door Chinezen, hindoestanen (Indiërs) en Javanen als contractarbeiders aan te nemen.
Al met al kreeg Suriname een zeer veelkleurige bevolking. Vele Surinamers vreesden een burgeroorlog tussen de verschillende bevolkingsgroepen en gaven er de voorkeur aan naar het moederland te vertrekken.
De uit Suriname afkomstige immigranten vallen binnen de Nederlandse samenleving op omdat ze tamelijk geconcentreerd wonen in de wijken rondom de centra van de grote steden. Daarnaast wonen velen in de hoogbouw van de forensensteden. De werkloosheid onder deze groep is zeer hoog, door gebrekkige scholing en onbekendheid met de situatie op de Nederlandse arbeidsmarkt.
Zuid-Molukkers
Een andere groep die niet naar voren komt in de cijfers is de groep ZuidMolukkers. Zij vallen onder de groep „overigen". Ze zijn afkomstig van de eilandengroep de "Zuid-Molukken" ten noord-oosten van Java. Deze groep telt nu ongeveer 40.000 tot 50.000 mensen.
Toen in 1949 de Nederlandse regering de soevereiniteit van Indonesië overdroeg aan de Republiek der Verenigde Staten van Indonesië, werd het zelfbeschikkingsrecht van elk der zestien deelstaten, dus ook van de Republiek Oost-Indonesië, waartoe de eilandengroep van de Zuid-Molukkers behoorde, vastgelegd. De nieuwe machthebber van Indonesië, Soekarno, hield zich echter niet aan de afspraken en streefde naar totale eenheid, waarbij hij geweld niet schuwde.
De Molukkers riepen, uit verzet tegen de steeds grotere macht van Soekarno, de Republik Maluku Salatan uit. Soekarno begon daarop een oorlog tegen de, wat hij noemde, „afscheidingsbeweging". Hij voelde er niets voor de Molukkers, die op dat moment nog als Soldaten in dienst van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger op Java zaten, te laten demobiliseren op de Molukken, waar dezen mogelijk naar de wapens zouden grijpen om de RMS te steunen.
Toen de Nederlandse rechter vervolgens demobilisatie op Indonesisch grondgebied verbood, zat er voor de regering niets anders op deze mensen 'tijdelijk' naar Nederland te halen. In 1951 kwamen dan ook 4000 Molukkers, voornamelijk militairen, met hun gezinnen naar Nederland. Ze werden ondergebracht in woonoorden, waarbinnen het sterke gemeenschapsleven dat ze in Indonesië hadden, kon blijven bestaan.
Onvoldoende aandacht
De Molukkers rekenden erop dat zij terug zouden gaan naar de Molukken als de RMS de strijd gewonnen zou hebben. De RMS verloor de strijd echter, hoewel een guerrilla-oorlog op het eiland Ceram nog doorging tot in de jaren zestig. Molukse jongeren ondernamen in de jaren zestig en zeventig een aantal acties, waarbij verschillende doden vielen, om daarmee de aandacht te richten op de door de Nederlandse regering niet nagekomen beloften. Sinds deze acties is het contact tussen regering en Molukkers duidelijk verbeterd. Het leidt geen twijfel dat deze groep mensen, die eeuwenlang zeer trouw de Nederlanders in Indonesië gediend hebben, onvoldoende aandacht van de regering heeft gekregen.
In de loop van de tijd, toen duidelijk werd dat het onmogelijk was terug te keren naar het eigen land, is men begonnen de woonsituatie van de ZuidMolukkers te verbeteren. De woonoorden werden ontruimd, vaak niet zonder tegenstand van de bewoners. Recent was de ontruiming van woonoord Lunetten in Vught nog in het nieuws. Dat de visie van de Zuid-Molukkers onderling sterk verschilt, wordt duidelijk uit het feit dat sommigen de Indonesische nationaliteit bezitten, anderen de Nederlandse en weer anderen statenloos zijn.
Vluchtelingen
Onder de groep „overigen" vallen ook de vluchtelingen die in Nederland verblijven. Het betreft hier mensen die om politieke of godsdienstige redenen hun eigen land moeten verlaten en individueel of in groepsverband naar ons land komen. Als vluchteling wordt erkend diegene die „gegronde vrees heeft voor vervolging". Zo staat het in het Verdrag, dat in 1951 gesloten werd in de vergaderingvan Verenigde Naties te Geneve. Vele vluchtelingen komen groepsgewijs binnen op uitnodiging van de regering. Zo zijn bij ons bij voorbeeld vluchtelingen uit Polen, Iran, El Salvador, Cambodja en Vietnam ons land binnengekomen.
In totaal verblijven rond de 16.000 vluchtelingen in ons land. Mensen die individueel ons land binnenkomen, moeten asiel aanvragen. Dit houdt in dat de vluchteling zijn verhaal moet vertellen aan een ambtenaar, die daarover een advies uitbrengt aan de staatssecretaris over de uiteindelijke beslissing. Vluchtelingen worden ondergebracht in opvangcentra, waar zij allereerst tot rust kunnen komen en onderwijs krijgen in de Nederlandse taal. Verder maakt men hen wegwijs in de samenleving.
Van de vluchtelingen die na de Tweede Wereldoorlog naar ons land kwamen, is ongeveer de helft weer vertrokken. De meesten van hen willen immers niets liever dan terug naar het eigen land;
Slotopmerkingen
In het bovenstaande is een overzicht gegeven van de verschillende groepen vreemdelingen die we in ons land aantreffen. De ruimte ontbreekt hier om uitgebreid in te gaan op de specifieke moeilijkheden die iedere groep ondervindt. We zullen volstaan met het noemen van een aantal zaken waar elke vreemdeling in meer of mindere mate mee geconfronteerd wordt.
De vreemdelingen die behoren tot de eerste generatie hebben vrijwel allen problemen ondervonden wat taal en huisvesting betreft. Velen hebben het gevoel dat ze gediscrimineerd worden.
Spanningen doen zich ook voor tussen de allochtonen en hun kinderen. De kinderen zïen op school of op hun werk dat de Nederlandse leeftijdgenoten een geheel andere leefwijze er op na houden dan zij. Zo is er bij voorbeeld een enorm verschil in vrijheid tussen Hollandse meisjes en meisjes van buitenlandse afkomst.
De kinderen proberen zich zowel op school als thuis aan de heersende regels aan te passen, met het gevolg dat ze in feite in twee werelden leven. Aanpassing aan de Nederlandse cultuur wordt bemoeilijkt doordat ze op school door taalachterstanden niet goed mee kunnen. De taalachterstand breekt hen ook bij sollicitaties lelijk op. Zo missen ze meestal de voor betere banen vereiste "goede contactuele eigenschappen".
Ook bij remigratie ondervinden kinderen en ouders moeilijkheden bij het aanpassen aan de cultuur van het eigen land, die zowel ouders als kinderen ver ontgroeit blijken te zijn. Het gevolg is dat ze bij terugkeer vreemdelingen in eigen land worden.
Alle vreemdelingen die op wettige wijze ons land binnengekomen zijn, verdienen een intensieve begeleiding om de aanpassing aan onze cultuur mogelijk te maken, zodat ze een volwaardige plaats in de samenleving kunnen innemen. Verder dient de regering alles in het werk te stellen om remigratie voor degenen die dit willen mogelijk te maken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 april 1989
Reformatorisch Dagblad | 30 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 april 1989
Reformatorisch Dagblad | 30 Pagina's