Leefregel
„En wordt dezer wereld niet gelijkvormig; maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds, opdat gij moogt beproeven, welke de goede, en welbehagelijke en volmaakte wil van God zij".
Romeinen 12:2
Ofschoon de wet des Heeren de beste en doelmatigste leefregel bevat, heeft toch onze hemelse Meester de Zijnen nog strenger aan de in de wet voorgeschreven regel willen binden. Het gronddenkbeeld van deze regel is, dat het de roeping der gelovigen is, de Heere hun lichaam op te offeren tot een levend offer, dat heilig moet zijn en Hem welgevallig; daarin bestaat juist de redelijke godsdienst (Romeinen 12:1).
Hieruit volgt de eis, dat zij zich niet mogen voegen naar de gedaante dezer wereld, maar vernieuwd moeten worden door de vernieuwing van hun gemoed, om te onderzoeken, wat de wil van God is.
En voorwaar, wij mogen het als een groot voorrecht aanmerken, dat wij Gode gewijd zijn en Hem toebehoren om voortaan niets te bedenken of te verzinnen, te spreken of te doen, dan wat tot Zijn eer strekt.
Joh. Calvijn
(Uit: Gulden Boekske)
Joh. Calvijn (Uit: "Gulden boekske")
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 31 januari 1990
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 31 januari 1990
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's