Oostduitse uraniumindustrie in de slop
Tsjemobil en Gorbatsjovs ontwapeningsdrift zetten export stop
PAITZDORF - De Oostduitse uraniumindustrie heeft de Sowjet-Unie decennia lang de grondstof voor zijn atoombommen geleverd maar heeft over dit wapenfeit 45 jaar gezwegen. Nu de Sowjets niet langer behoefte hebben aan het uraan voor hun wapens én kerncentrales dreigt Europa's grootste producent van deze grondstof failliet te gaan.
„De Sowjet-Unie heeft alle importen stopgezet", aldus woordvoerder Frank Muller van SDAG-Wismut, een industriële reus waarvan Oost-Berlijn en Moskou even grote aandeelhouders zijn. Tot voor enkele jaren eiste de SowjetUnie de totale opbrengst van SDAG-Wismut op. Maar de grote voorraden in de Sowjet-Unie zelf, de vermindering van het aantal kernwapens door Gorbatsjovs ontwapeningsdrift en de bezwaren tegen kernenergie na de ramp bij Tjernobil in 1986 hebben de Kremlin-leiders doen besluiten het roer krachtig om te gooien. „Vorig jaar kregen we te horen dat de produktie drastisch omlaag moest", aldus Muller.
De mijnen in Paitzdorf waren tot aan de politieke omwentelingen in de herfst verboden terrein voor buitenlanders. Nu worden verslaggevers rondgeleid langs de mijnen, waar het erts op 300 meter diepte wordt gedolven, en de verwerkingsfabrieken in Seelingstadt, in het zuiden van de DDR.
Moskou zette de fabrieken in 1946 in sneltreinvaart op. Voor de produktie van de nog in ontwikkeling zijnde atoombom hadden de Sowjet-geleerden een snelle en overvloedige toevoer van uranium nodig. De eigen reserves werden, in de beginjaren van de Koude Oorlog en met het oog op de toekomst, zorgvuldig gespaard.
De Oostduitsers hebben dus 45 jaar zonder tegenstribbelen geleverd aan de Sowjet-Unie. Deze weinig marktgerichte opstelling breekt Oost-Berlijn nu op. De aansluiting bij de wereldmarkt zal moeilijk, zo niet onmogelijk zijn.
De Oostduitse kernenergie, die 10 procent van de energievraag in het land moet verzorgen, zit in de lappenmand. Twee centrales zullen om hun grove technische gebreken worden gesloten en de weerstand onder de bevolking is groot. Zelfs bij handhaving van de huidige kerncentrales is de capaciteit in Wismut vele malen groter dan de binnenlandse vraag. Precieze cijfers zijn weliswaar niet bekend maar westerse experts schatten de jaarlijkse produktie op 4500 ton. Dat is meer dan de atomaire grootmacht Frankrijk produceert.
Moskou investeert weliswaar nog steeds in Wismut, maar de totale produktie zal drastisch omlaag moeten. Binnenkort zal met Moskou gesproken worden over een vermindering van 50 procent in de komende vijf jaar", aldus Muller. Volgens westerse uraniumspecialisten is dit onvoldoende. Het zwaar gesubsidieerde Wismut zal slechts met de grootst mogelijke moeite het hoofd boven water houden, is de opvatting in deze kringen.
Sombere visie
Ook binnen het bedrijf overheerst deze sombere visie. „We hebben reserves opgebouwd voor een periode van ongeveer tien jaar. Maar of we de 21e eeuw halen is een politieke vraag, waarop ik geen invloed heb", aldus Manfred Hoffmann, manager van de mijn 'm Paitzdorf. „In de toekomst zal ons geen steun ten deel vallen. We moeten tegen scherpe prijzen voor de wereldmarkt gaan produceren of de zaak sluiten". Zijn collega Horst Jobs is nauwelijks positiever. „We wachten op het beleidsplan van de nieuwe regering en proberen in te schatten wat een samengaan van beide Duitslanden voor ons bedrijf betekent". Buitenlandse specialisten zien voor Wismut geen enkele" toekomst. „Over drie jaar is alles afgelopen. Het ufSniumgehalte van de in Oost-Duitsland gedolven ertsen is extreem laag: 0,05 procent. Het kost eek' vermogen om dit te winnen", luidt de verklaring. Stralingsgevaar voor de kompels en het milieugevaar bovengronds zal een toekomstige Duitse regering niet snel doen besluiten Wismut te handlijven.
Moskou lijkt dit in te zien want de Oostduitse partners hebben het consigne gekregen uraniufli elders te verkopen en buitenlandse investeerdis aan te trekken. „Maar voorlopig zonder resötaat", aldus Muller. We verkopen nu tegen vas'te Comecon-prijzen, die ver boven de vrije-martóprijs van ongeveer twintig gulden per pond ura^um-oxyde ligt.
„Tegen elke prijs'
„Wismut heeft nooit tegen concurrende prijzen hoeven werken. De eis was slechts uranium te produceren tegen elke prijs", bekent een direöteur. De westerse markt stelt echter andere eisen. „Enkele honderden tonnen zouden ze nog wêl: kunnen slijten op de wereldmarkt maar contract^! voor langere termijn vereisen een gegarandeerde i levering en dat is in de huidige onzekere politieËe,constellatie uitgesloten", aldus een westerse e&-pert.
Voor de 40.000 werknemers in Wismut ziet ^| toekomst er niet rooskleurig uit. Na jaren van rolatief hoge lonen en andere privileges lijken vonden in de elektrotechnische industrie.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 maart 1990
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 maart 1990
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's