Slotvrouwe Ruurlo bruid en weduwe tegelijk
RUURLO - Ruurlo, gelegen in een vredig deel van de Graafschap is een typisch 'kasteeldorp.' Het statige, al uit de middeleeuwen daterende kasteel 'Huize Ruurlo' drukt duidelijk zijn stempel op het dorp en de omgeving. Het kasteel is niet voor niets bijna tegen de kom van het dorp gelegen.
De geschiedenis van Huize Ruurlo gaat terug tot in de Middeleeuwen. In 1326 was er al sprake van een huis en hof Roderlo, hetgeen "gerooid bos" betekent. De bezitter was het geslacht Roderlo, dat vermoedelijk in 1420 uitstierf. Daarna kwam het huis in bezit van de familie Van Heeckeren van Keil. Zij hebben het slot meer dan vijf eeuwen in bezit gehad. Alleen in de periode 1686-1727 was het huis tijdelijk in bezit van het geslacht Schimmelpennick van de Oyje.
Maar in 1977 verkochten de Van Heeckerens het kasteel aan de gemeente Ruurlo. De onderhoudskosten van het kasteel waren voor een particulier niet meer te betalen. De standaard die altijd gewapperd had als de kasteelheer of -vrouwe thuis was, werd opgeborgen. In het voorjaar 1984 werd het gerestaureerde kasteel als gemeentehuis in gebruik genomen.
Van de oudste bezitters uit het geslacht van Roderlo is niet veel meer bekend. Ook weet men niet hoe het huis er indertijd uitgezien heeft. Hoewel het tegenwoordige gebouw een mooi harmonisch geheel vormt, zijn er duidelijk verschillende bouwperioden in te herkennen. Dit is het gevolg van latere verbouwingen. Hieraan heeft de Munsterse bisschop Berend van Galen, bijgenaamd "Bommen Berend", waarschijnlijk ook wel bijgedragen.
Toen deze namelijk in het rampjaar 1672 met zijn troepen het oosten en noorden van ons land binnenviel, werd Ruurlo en zijn kasteel geplunderd en vernield. Daardoor werd herbouw van grote delen noodzakelijk.
Pest
In het begin van de 14e eeuw heeft de pest in de Graafschap en IJsselstreek vreselijk huisgehouden. Omdat men er de oorzaak niet van wist, zocht men naar zondebokken. De een beweerde dat het de schuld van de heksen en witte wie ven was, anderen beweerden dat de joden er de schuld van waren. Zij zouden het drinkwater vergiftigd hebben. Het gevolg was een algemene heksen- en jodenvervolging, ook in Ruurlo.
Volgens de overlevering was de jonker van het kasteel verliefd op het beeldschone joodse meisje Mirjam. De moeder van de jonker was daar echter niet zo erg mee ingenomen. Zij zag liever dat haar zoonzijn oog zou laten vallen op een van de adellijke jonkvrouwen uit de omgeving. In het geheim ontmoetten de twee geliefden elkaar, waarbij de jonker eeuwige trouw zwoer. Toen in Ruurlo ook de jodenvervolging uitbrak, wist Mirjam naar het kasteel te ontvluchten. De jonker durfde echter zijn nek niet uitsteken en stuurde haar weg.
Enige tijd later, toen de pest in Ruurlo was uitgewoed, was er een groot feest in Huize Ruurlo. De jonker ging trouwen met een dochter uit een van de kastelen uit de omgeving. Alle inwoners van het dorpje waren voor het feest uitgenodigd. De grote ridderzaal van het slot was verlicht met toortsen en reusachtig grote kaarsen wierpen spookachtige schaduwen over de familiewapens en portretten aan de muur. Bedienden liepen af en aan en zorgden ervoor dat het de vele gasten aan niets ontbrak.
Feeststemming
Een minstreel, die zichzelf begeleidde op zijn luit, verhoogde met zijn zang en rijm de feeststemming. De gasten deden zich te goed aan de vele en lekkere spijzen en dranken. Het signaal dat door de torenwachter werd geblazen, werd door het feestgedruis overstemd. Maar even later kwam er een bediende binnen, met de boodschap dat er een zigeunerin voor de poort stond die kon waarzeggen en deze wilde het jonge paar de toekomst voorspellen. Nu dat mocht wel; de bruid wilde graag weten hoe gelukkig ze wel zou worden. De zigeunerin pakte de hand van de bruid en keek heel lang naar de lijnen van die hand. Daarna keek ze de bruid strak en doordringend aan, zodat de bruid de koude rillingen over de rug liepen. De omstanders werden er stil en angstig van. Daarna sprak de waarzegster met een ijzige stem tot de bruid: „U bent op dezelfde dag bruid en weduwe tegelijk". Nog voordat iemand iets had kunnen zeggen, sprong de waarzegster op de jonker toe en sloeg de doek voor haar gezicht geheel weg. Ieder kon duidelijk zien dat zij Mirjam was. Ze omhelsde de jonker stevig en gaf hem vlug met haar droge, branderige lippen een stevige kus op de mond. De jonker was met de pest besmet. In de algehele verwarring vluchtte Mirjam. Maar haar voorspelling kwam uit. Nog diezelfde avond bezweek de jonker ook aan de pest, evenals Mirjam, die men later in de omgeving van het kasteel levenloos aantrof. Zo werd de bruid van Huize Ruurlo op dezelfde dag bruid en weduwe tegelijk.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 maart 1990
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 maart 1990
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's