„Pasen en carnaval belemmeren onderwijs"

De grootste grief van Hartman, rector van het prot.-chr. Baudartius College, en zijn collega Dunnebier van de openbare Martinet Mavo is dat de 23 lesweken van januari tot juli op een hoogst ongelukkige wijze door vakantie worden onderbroken.

„Als Pasen en carnaval in een bepaald jaar ongunstig vallen, kan het gebeuren dat de aaneengesloten lesperioden een zeer grillig verloop hebben. In 1989 bedroeg in de regio Midden-Nederland het aantal weken tussen kerst- en krokusvakantie vier, tussen krokus- en paasvakantie zes en tussen paasvakantie en zomervakantie vijftien weken. De extreem korte periode van vier lesweken heeft het nadeel dat lesprogramma's niet kunnen worden afgerond, terwijl de schoolkinderen tijdens een extreem lange periode van vijftien weken nauwelijks meer in de hand zijn te houden".

Bloemennamen

Het tweetal diende in 1988 bij (nu ex-)minister Deetman een plan in om aan deze „malle verschillen" een eind moet maken. Dunnebier: „Ons doel is niet om recreatie zo gemakkelijk mogelijk te maken, maar een efficiënt onderwijssysteem. Wij pleiten er voor om de twee voorjaarsvakanties te plannen op een vaste week: de eerste rond 5 maart en de tweede rond 3 mei. Op die manier onstaan vijf lesperioden van rond de acht weken.

Het is een uitgebalanceerd ritme van werk- en rustperioden en biedt uit pedagogisch/didactisch oogpunt louter voordelen. Bovendien komen de door ons voorgestelde voorjaarsvakanties in "meteorologisch niet minder acceptabele weken dan nu het geval is. Met een vakantieweek begin mei raken we ook de verbrokkeling rond de Koninginnedag, de dag van de arbeid en de bevrijdingsdag kwijt. We hebben de nieuwe vakanties maar bloemennamen gegeven: aster-, krokus- en tulpvakantie".

Amsterdam, Amstelveen, Landsmeer, Ouder-Amstel, Broek in Waterland en Abcoude 'draaien' al volgens het schema van het duo. Vijftien omliggende gemeenten willen zich hier volgend jaar bij aansluiten.

Snipperdagen

Aan het creatieve "evenwichtmodel" van de twee schooldirecteuren lijkt echter een nadeel te kleven. Het bijzonder onderwijs hecht er —terecht— zeer aan dat hun leerlingen vrij hebben tijdens christelijke hoogtijdagen als biden dankdag, Goede Vrijdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag en Tweede Pinksterdag. Het plan van Hartman en Dunnebier is hierop berekend. „Bij de verdeling van de beschikbare vakantiedagen blijven vrijwel altijd drie of vier snipperdagen over, die scholen naar eigen inzicht kunnen besteden. Ze kunnen", zegt Hartman, „natuurlijk ook gebruikt worden bij plaatselijke festijnen als het ontzet van Leiden".

De directeuren verwachten uit rooms-katholieke hoek de meeste bezwaren tegen hun plan. „In Limburg en Brabant is carnaval nog een traditie. Het vergt veel moed, om de vakantie daarvan los te weken".

Ontkerstening?

Mr. P. Hugense. woordvoerder van de Vereniging Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS), wijst het plan van Hartman en Dunnebier niet bij voorbaat af, hoewel hij de signalen dat de lesperioden zo onevenredig zijn, uit het veld niet verneemt. „Dat hoeft niet te betekenen dat de problemen niet bestaan. De VGS moet zich nog verder in deze zaak verdiepen. Zoals het plan er nu uitziet, kleven er geen principiële bezwaren aan. Gevoelsmatig denk je: Is dit een tendens tot ontkerstening? Het plan biedt echter de mogelijkheid om op christelijke feestdagen vrij te zijn.

In de praktijk kan een verdergaande vakantiespreiding wel bezwaren opleveren. In een reformatorisch gezin kunnen kindererf naar verschillende scholen gaan. Een voorwaarde voor het welslagen van het plan is dan ook dat iedere school zich aan de nieuwe vakantieperiodes houdt".

Mager antwoord

Ook vertegenwoordiger L. van Noort van de Nederlandse Protestants Christelijke Schoolraad reageert positief. „In het plan blijft de mogelijkheid bestaan om vrij te zijn tijdens christelijke feestdagen. Maar dan op een flexibele wijze. De groepering die ik vertegenwoordig, heeft bij voorbeeld niet zoveel behoefte aan vrije dagen tijdens carnaval. In tegenstelling tot de rooms-katholieke scholen, die het vakantieschema straks ook op hun eigen manier kunnen invullen".  Een woordvoerder van het ministerie van onderwijs merkt op dat het plan weliswaar niet in strijd is met enige wettelijke regeling, maar dat de minister slechts de zomervakanties vaststelt en de rest overlaat aan de schoolbesturen. 

„Een mager antwoord", zegt Dunnebier. Hartman en hij hadden op een minder formele behandeling gerekend. „Als het ministerie eens het voortouw zou nemen, dan zou dat doorwerken in het hele land. Ons plan heeft pas kans van slagen als het in een groter gebied wordt ingevoerd". Het tweetal hoopt dat de politiek zich met hun plan zal gaan bezighouden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen