Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Naaldkant (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Naaldkant (II)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Oplossingen
57. J. H. Verduin, Leusden, tweezet (stelling: Ka6, Dd3, Pf6, e5, f4; Ke6, Pd6, f7). Een zeer moeilijk op te lossen probleem. Op iedere zet van zwart kan wit nu al mat zetten, zonder dat de sleutel is uitgevoerd. Er moet dus een zet te vinden zijn die die situatie ongewijzigd laat. Het eniee stuk dat hiervoor in aanmerking komt, zou de witte koning moeten zijn. Echter, gaat de koning spelen, dan geeft het paard op d6 schaak. Vele oplossers kwamen er dus niet uit, sommige dachten dat er een vergissing in het spel was, dat misschien de sleutel al was uitgevoerd. De oplossing is 1. Dd3-dl!! Soms kan een stapje terug goed zijn. Wit geeft het vluchtveld f5 aan de zwarte vorst en na betreding (1.... Ke6-f5) volgt 2. Ddl-g4 mat. Speelt de zwarte koning naar e7: Ke6-e7, dan volgt 2. Ddlxd6 mat, terwijl op 1.... Pd6 willekeurig het mat 2. Ddl-d7 komt. Een prachtig probleem en dat met maar acht stukken!! 58. J. H. Verduin, Leusden, tweezet (stelling: Kb6, Tc3, Tg2, La5, Le6, Pd5, Pd6, c5, e4; Kd4, Ld3, Lf4, e5). Sleutel 1. Pd5-b4! dreigt 2. Tc3xd3 mat. Wit geeft 62. H. Prins, Sliedrecht, driezet. twee vluchtvelden aan de zwarte koning, 1.... Kd4xc3 2. Pb4-c6 mat en 1.... Kd4-e3 gaat de dreiging door. Op loper d3 willekeurig komt zowel 2. Pb4-c2 mat als 2. Pb4-c6 mat (deze laatste niet na 1.... Ld3-b5). Als zwart beter zet 1. ... Ld3xe4!, dan komt 2. Pd6-b5 mat. 59. J. H. Verduin, Leusden, tweezet (stelling: Khl, Dh7, Tc8, Tfl,Lb8,Pa4,Pa7;Kb7,Td8, La8, Le7, a5, a6, d7, e5) Hier wordt een zeer oud thema getoond. Sleutel is 1. Tfl-f6 met de dreiging 2. Tf6-b6 mat. Zwart pareert door een stuk op d6 tussen te plaatsen. 1.... d6, dan komt 2. Dh7bl mat, mogelijk geworden omdat de pion d6 de zwarte loper e7 interfereert. 1.... Le7-d6, dan komt 2. Dh7-e4 mat, mogelijk geworden omdat loper d6 de zwarte pion d7 interfereert. De wederzijdse interferentie van loper en pion op een veld wordt genoemd de Pickabish. Het is vergelijkbaar met het Grimshaw-thema, daar interferen een loper en een toren op hetzelfde veld. De bedoeling van de probleemcomponist was toch meer dan alleen maar het vertonen van de Pickabish. Op het eerste gezicht denkt men bij de opstelling op de zevende rij aan een zogenoemde halfpin. Als pion d7 weg gaat uit die lijn, staat loper e7 gepend. Zo 963. C. I. Bodotkbekov, USSR, tweezet. ook als loper e7 weggaat. Dan staat d7 gepend. In dit probleem komt dit er echter bewust niet uit, want wanneer de matzetten uitgevoerd worden zijn deze stukken weer ontpend geraakt. In feite wordt er niet gepend maar ontpend. Een redelijk goede tweezet met een duidelijk thema en een prima stelling.

Nieuwe problemen

Drie nieuwe problemen voor de mensen van de oplosladder. Een driezet van uw redacteur, waarvoor drie punten te behalen zijn, verder twee tweezetten, van Bodotbekov uit Rusland en van Van Woerden uit Ede, waarvoor beide twee punten te behalen zijn. Oplossingen (alleen aangeven van de sleutelzet is voldoende) binnen veertien dagen aan: H. Prins, IJsselstraat 3,3363 CV Sliedrecht. Nieuwe oplossers zijn welkom. Binnenkort komt weer de ladderstand. Succes met het oplossen.

Diagramstanden
62Kg5,Df6,Ph6,d4,e3,h4; Kh7, Tg7, Lc3, Lg8, Ph8, c6, f7, 63Ke7,Df3,Pc6,Pe6,b6,d4; ' Kb7. 64Kg7,Db7,Ta6 Te3,La8, Lc3, Pb3, Pe7, f6; Ke6, Dhl, Ta4, Lf3, Pc5, Pg4, d6, d7, e5, La3 g7,h4. 64. J. van Woerden, Ede, tweezet. Nadat de omtrekken van een naaldkantpatroon is getraceerd, kan het invullen met verschillende steken beginnen. Vergeet echter niet om eerst te oefenen met een proeflapje. Naaldkant heeft 2 basissteken: de festonsteek (f.st.) en knoopsgatsteek (kn.st.). Zie tek. Verschillende steekpatronen ontstaan door de steken steeds in een andere volgorde te plaatsen, een spandraad te gebruiken of de lussen tussen de steken op te halen.

De steken moeten van gelijke afmeting zijn. De draadspanning dient zo gelijk mogelijk gehouden te worden. De hoogte van het omslingeren van de werkdraad over de traceerdraad naar de plaats waar de volgende toer begint moet gelijk zijn. Dit kan 1 of 2 keer gebeuren, al naar gelang de hoogte van de toer. Het aantal steken per toer moet gelijk blijven. Het Kan gebeuren dat het werk in het midden inzakt. Meestal trekt het weer recht bij het afhechten aan het eind van het werkvlak, j Wordt er gewerkt met een spandraad, dan kan om de zoveel steken een lus ophalen het euvel ook verhelpen.

Meerder aan het begin en einde van een toer aan de traceerdraad. Let er bij het minderen op dat de lege lussen worden vastgezet aan de traceerdraad, anders komen er gaatjes in het kant.

Het is verstandig van ieder nieuw stekenpatroon een proeflapje van ongeveer 2 bij 3 cm te maken. Een ovaal oefenlapje is heel handig, immers lang niet altijd bestaat een patroon uit rechte lijnen en vlakken. Dan kan tegelijkertijd het'meerderen en minderen worden geoefend.

Mocht onverhoopt een draad midden in een toer opraken, zet dan de oude werkdraad vast aan de erboven gelegen traceerdraad. De nieuwe draad van achter naar voren door de laatste steek halen en hiermee doorwerken. Bij de volgende toer de draden loshalen en langs de spandraad leggen. Het hnooft^oi^tofc begin van de nieuwe draad met spandraad en lus twee steken voor de inzet opnemen. Het uitein de van de oude draad twee steken na de inzet opnemen.

Afhechten door de lussen met een overhandse steek vast te zetten aan de traceerdraad. De werkdraad met een knoopje vastzetten. I. feston met spandraad, variatie: Ie toer: 1 aaneengesloten f.st., een ruimte laten waarin bij de volgende toer 2 f.st. passen, herhalen; si: terugspannen; 2e toer: 2 f.st. in de grote lus, kleine lus overslaan, herhalen, si en 2e toer herhalen. II. opgehaalde knoopsgatsteken "tule": ie toer: kn.st.; 2e toer: lussen ophalen; Je toer: kn.st., lus + ophaaldraad opnemen. 2e en 3e toer herhalen. III. Variatie erwtensteek: Ie toer: toer: f.st. (regelmatige afstand); f.st. in de eerste 2 lussen 2e tussen de f.s.t van de vorige toer, 2 lussen overslaan, 2 f.st. enz.; Je toer: 1 f.st. in de lus tussen de 2 f.st. van de vorige toer, 3 f.st. in de grote lus; 4e toer: 2 f.st. in grote lus van vorige toer. 3e en 4e toer herhalen. IV. feston met spandraad: Ie toer: f.st, w.dr. over en onder de tr.dr;. si: terugspannen; 2e toer: f.st. in de lussen maken, waarbij ook de spandraad opgenomen wordt. Rondjes: steekpatroon nr. 62. Als het patroon is ingevuld, moet het worden afgewerkt. Dit kan met vier draden. Neem 2 lange draden, leg ze dubbel op de traceerdraad in de volgorde die is aangegeven in het patroon. Zet de lus, gevormd door de 2 dubbelgelegde draden, vast aan de traqceerdraad. Festonneer over 4 draden plus traceerdraden. Ga bij een splitsing te werk als bij het traceren. Afwerken kan ook met acht draden. Zet eerst vier draden met een overhandse steek vast aan de traceerdraad, daarna, met nog eens vier draden erop, festonneren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 maart 1990

Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's

Naaldkant (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 maart 1990

Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's