Drinkwaterbehoefte in Zuid-Holland stijgt sterk
Waterbedrijven willen diepinfiltratie
DEN HAAG De drinkwaterbehoefte in de provincie Zuid-Holland vertoont een onverwacht sterke groei. Dit staat in de "Startnotitie ten behoeve van de milieu-effectrapportage (MER) voor diepinfiltratieprojecten in ZuidHolland Wesf'. De notitie werd gisteren aan de Zuidhollandse milieugedeputeerde J. van der Vlist overhandigd.
In de notitie maken het Duinwaterbedrijf Zuid-Holland, de Energie- en Watervoorziening Rijnland en de Westlandsche Drinkwaterleiding hun plannen die zij vóór 2000 willen realiseren bekend. Uitgangspunt is om op een milieuvriendelijke manier te blijven voldoen aan de steeds toenemende vraag naar goed drinkwater.
In het jaar 2000 zal naar schatting in het verzorgingsgebied van DZH en EWR zo'n 95,7 miljoen kubieke meter drinkwater worden verbruikt. Met de huidige produktie-capaciteit kan 73 kuub per jaar worden geleverd. De capaciteit moet de komende jaren omhoog met 35 miljoen kubieke meter op jaarbasis. Dit is ook nodig om een vermindering van de capaciteit voor oppervlakte-infiltratie met 10 miljoen kuub per jaar te kunnen compenseren.
Verhoging van de capaciteit is mogelijk door zogenaamde diepinfiltratie te gaan toepassen op verschillende plaatsen in de duinen tussen Den Haag en Katwijk. Tot nu toe is veelal oppervlakte-infiltratie toegepast. Deze techniek belast het duinmilieu, onder meer door ruimtebeslag en beïnvloeding van de grondwaterstanden. Bij diepinfiltratie wordt gebruikt gemaakt van putten in plaats van meertjes en kanalen. Het beperkt verder schommelingen in de stand van het grondwater, waardoor herstel van een gevarieerd duinmilieu kan worden bereikt.
Ook de kwaliteit van het water is gebaat bij diepinfiltratie. Een bacteriologisch betrouwbaar water kan worden geleverd en een goede bescherming van de watervoorraad is mogelijk. Bij diepinfiltratie bestaat echter wel de kans dat putten verstopt raken. Volgens samenstellers van de notitie zou met een vergaande voorzuivering dit probleem op te lossen zijn.
Een tweede probleem vormt de aanwezigheid van brak en zout water in de ondergrond. Een kleine bijmenging (enkele tienden van procenten) van zout water maakt het produkt reeds ongeschikt voor de drinkwatervoorziening. De beoogde locaties voor diepinfiltraties zijn dan ook zo gekozen, dat er geen brak water bij het zoete water kan komen. Het is de bedoeling in 1991 te beginnen met een gefaseerde uitvoering van de plannen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 maart 1990
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 maart 1990
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's