Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

"Het drama-De Geer"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"Het drama-De Geer"

Onenigheid bij de regering in Londen over de te volgen koers

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op maandagochtend 13 mei 1940 slaagden de Duitsers erin op enkele punten de Grebbelinie te doorbreken. Hoewel er nog dapper werd gevochten, werd ook met het uur duidelijker hoe de afloop van de ongelijke strijd zou zijn. Opperbevelhebber generaal Winkelman besefte dat hij niet langer kon instaan voor de veiligheid van de regering. Nog diezelfde middag verliet koningin Wilhelmina Den Haag.

In Hoek van Holland ging ze aan boord van een Engelse torpedobootjager. Hoewel het haar wens was naar Breskens te varen, bleek dat al spoedig veel te gevaarlijk. De steven werd naar Engeland gericht, waar men om vijf uur aankwam in Harwich. Met een extra trein werd het koninklijke gezelschap naar Londen vervoerd. Daar aangekomen had de Koningin nog dezelfde avond overleg met de minister van buitenlandse zaken. Van Kleffens. Deze minister was vrijdag 10 mei al met een watervliegtuigje van de marine naar Engeland vertrokken-, om met de Engelse regering overleg te voeren over hulp aan het Nederlandse leger.

Besloten werd nu een koninklijke proclamatie op te stellen, waarin koningin Wilhelmina haar vertrek uit Nederland zou toelichten. Het werd een duidelijke proclamatie, die, hoewel opgesteld door minister Van Kleffens, het karakter en de opvattingen van de Koningin doet uitkomen: „...De regering bevindt zich thans in Engeland. Zij wenst een regeringscapitulatie te voorkomen. Daarbij blijft het Nederlandse grondgebied... in Europa zowel als in Oost- en West-Indië een souvereine staat... die zijn stem zal blijven laten horen en tot zijn recht zal weten te brengen. ...Ons hart gaat uit naar onze landgenoten in het vaderland, die harde tijden zullen doormaken. Maar Nederland zal zijn gehele Europese grondgebied eenmaal met Gods hulp herwinnen. Herinnert u rampen uit vroeger eeuwen, waaruit Nederland is herrezen. Zo zal het ook ditmaal gaan. Dispereert niet. Doet alles wat u mogelijk is in 's lands welbegrepen belang. Wij doen het onze. Leve het vaderland!" Spoedig zou echter blijken dat deze proclamatie niet de houding en de opvattingen van het gehele kabinet- De Geer weerspiegelde.

Kabinet in Londen

Wat was er ondertussen op diezelfde maandag en dinsdag met het kabinet gebeurd? Maandagochtend was men in vergadering bijeengekomen om zich te beraden op de ontstane situatie. De bespreking draaide in feite de gehele tijd om de vraag: In het vaderland blijven of met de Koningin uitwijken naar Engeland? Door de omstandigheden was minister-president jhr. mr. D. J. de Geer zo uit zijn doen geraakt, dat hij niet in staat bleek de gewenste leiding te geven. Volgens betrouwbare bron kon hij door de zenuwen haast geen telefoonnummer meer draaien. Ten slotte kwam men toch tot het besluit om als kabinet het staatshoofd te volgen en uit te wijken naar Ehgeland. Om te voorkomen dat het werd uitgelegd als een vlucht, besloot men daarbij vrouw en kinderen achter te laten.

Het valt te begrijpen dat, eenmaal aangekomen in Engeland, er nogal wat geïmproviseerd moest worden. Voor tijdelijk onderkomen kon gelukkig snel gezorgd worden en via het gezantschap in Londen kregen de ministers een bedrag om wat kleren aan te schaffen. Verder was er natuurlijk grote onzekerheid over de precieze situatie in Nederland en over het lot van de achtergebleven familieleden. Daarnaast was het starten van de gewenste werkzaamheden niet eenvoudig. Men miste natuurlijk het ambtenarenapparaat en soms was men in de Nederlandse gemeenschap in Londen dagenlang op zoek om een benodigd wetboek te vinden.

Defaitistische stemming

Veel erger was de al spoedig aan het licht komende onenigheid in het kabinet over de te volgen koers in de oorlog. Vooral de opvattingen van minister-president De Geer trokken hierbij de aandacht. Hij was van mening, zeker na de val van Frankrijk, dat verdere oorlogsvoering van weinig realiteitszin getuigde. Duitsland leek onverslaanbaar en daarom vond hij elke dag dat de oorlog langer duurde, onnodig bloed vergieten. Hij drong aan op overleg met Hitler om tot een akkoord te komen. In deze opvatting werd hij door een deel van het kabinet, onder wie de minister van defensie, gesteund.  Zo ontstond binnen het kabinet een defaitistische stemming en dat leidde weer tot ongerustheid bij de Engelse regering over de opvattingen van de Nederlandse regering. Ook koningin Wilhelmina ergerde zich in toenemende mate aan de houding van een deel van de ministers en aan die van de minister-president in het bijzonder. Het verschil van inzicht kwam al naar buiten toen De Geer op 20 mei via de Engelse radio-omroep BBC het woord mocht richten tot de landgenoten in Nederland. De tekst die hij uitsprak had hij niet eerst voorgelegd aan de leden van het kabinet. De toonzetting was totaal anders dan die van de koninklijke proclamatie op de veertiende mei. Zo sprak De Geer over de „plicht van de administratieve instanties in Nederland om zo goed zij kunnen met de Duitse autoriteiten samen te werken" en over „de plicht van de bevolking zich kalm en ordelijk te gedragen en zich te onthouden van elke handeling waardoor de normale verhoudingen verstoord zouden worden". Zo zou, aldus De Geer aan het eind van deze toespraak, „het Nederlandse publiek de achting van de tegenstander verdienen". Een wat wonderlijke slotconclusie, zo'n week na het bombardement van de Duitsers op Rotterdam! 

Enkele weken later tijdens een bezoek aan de Engelse premier, Churchill, kwam De Geer opnieuw met zijn gedachten over de oorlog naar voren. Geen gelukkig moment, want Churchill zou diezelfde dag een toespraak houden waarbij hij nog eens aangaf dat Engeland tot elke prijs deze oorlog zou voortzetten.  Zo was dus de bedenkelijke situatie ontstaan dat het kabinet verdeeld was over de te volgen koers in de oorlog. De minister-president en een deel van de ministers verwachtten niets meer van de oorlogsvoering en De Geer wilde zelfs onderhandelingen met Hitler beginnen. Hare Majesteit koningin Wilhelmina en een aantal ministers, onder wie Gerbrandy, voelden zich verbonden met de opvattingen van Churchill en wilden de oorlog tot elke prijs volhouden.  De tegenstellingen kwamen heel scherp aan het licht in de discussie die het kabinet voerde in de zomer van '40 over het al dan niet verplaatsen van de regeringszetel naar Indië. De Koningin, die in Londen wilde blijven om zo dicht bij het vaderland de ontwikkelingen te kunnen volgen, voerde als motief voor haar weigering haar gezondheid aan. Zij zou niet tegen het klimaat kunnen. Hierop kwam Gerbrandy met het plan om een deel van het kabinet, onder wie De Geer, naar Indië te sturen. 

Op die manier kon men de ministers die de oorlog niet meer zagen zitten, kwijt raken en met een soort kernkabinet in Londen verder gaan. Zo schreef koningin Wilhelmina in een brief aan minister-president De Geer, het onder de tegenwoordige omstandigheden zeer gewenst te vinden „dat Uwe Excellentie als voorzitter van de raad van ministers zich thans met enige Harer ambtgenoten naar Nederlands-Indië begeeft". In deze zelfde periode kwam De Geer namelijk tot twee keer toe in het kabinet met een voorstel dat Nederland contact met Duitsland zou opnemen om te vragen naar de mogelijkheden tot een „vruchtbare bespreking ter bevordering van de vrede". Hij wilde de Duitse regering laten weten dat de Nederlandse Leden van het kabinet-De Geer na kerkgang in de Nederlands hervormde regering bereid was een deputatie af te vaardigen om de mogelijkheid van vredesonderhandelingen te onderzoeken.  Het was naar aanleiding hiervan dat de Koningin hem ontbood. Ze liet „ernstige bezwaren" tegen zijn beleid horen en beklemtoonde nogmaals haar wens dat hij en enkele andere ministers naar Indië zouden gaan. Gelukkig kreeg De Geer voor zijn 'vredesinitiatieven' weinig steun in het kabinet. Het voorstel om een deel van het kabinet naar Indië te verplaatsen werd echter ook door het kabinet afgewezen.





Radio Oranje

Rond de eerste uitzending van Radio Oranje bleek opnieuw dat De Geer in defaitisme was vervallen. Uit angst voor Duitse represailles maakt hij bezwaar tegen de eerste door de Koningin te houden redevoering. De sfeer en de woordkeus van deze redevoering waren dan ook geheel anders dan de eerder genoemde verklaring van De Geer voor de BBC. Zij sprak over het „onnoemelijke leed" dat over ons volk was gekomen, typeerde het Duitse leger als „de aanrander" en besloot met: „Ik wek mijn landgenoten in het vaderland en overal waar zij zich bevinden, op om, hoe donker en moeilijk de tijden ook zijn, te blijven vertrouwen in de eindoverwinning van onze zaak, die niet alleen sterk staat door kracht van wapenen, doch niet minder door het besef dat het thans gaat om onze heiligste goederen". De Geer bestond het zelfs om in de ministerraad voor te stellen het aantal uitzendingen van Radio Oranje te verminderen!

Koningin grijpt in

Het was door dit alles de Koningin duidelijk geworden dat het zo niet langer kon. Bovendien was gebleken dat voorstellen tot verandering van het kabinet niet vanuit het kabinet zelf zouden komen.  De druppel die de emmer deed overlopen was het voorstel van De Geer op 14 augustus '40 om veertien dagen op vakantie naar Zwitserland te gaan. Na overleg met een aantal adviseurs, onder andere over de vraag of de Nederlandse grondwet in een dergelijke situatie wel een ingrijpen van het staatshoofd toeliet, besloot de Koningin door te zetten. Zij liet De Geer op 23 augustus bij zich komen, leverde scherpe kritiek op zijn vakantieplannen en adviseerde hem om zijn ontslag in te dienen. Zo kon De Geer „de eer aan zich zelf houden", want ter verklaring van het ontslag van De Geer werd alleen gewezen op zijn gezondheidstoestand. Hierna gaf de Koningin aan Gerbrandy de opdracht om een nieuw kabinet te vormen.

'Drama- De Geer'


In de weken hierna voltrok zich in hoog tempo wat we kunnen aanduiden als "het drama-De Geer". Toen het nieuwe kabinet hem met een regeringsopdracht naar Nederlands-Indië wilde sturen, verklaarde hij eerst voor enkele weken rust naar Zwitserland te willen. Direct daarna vroeg De Geer een visum voor Portugal aan. Dat men toen al argwaan koesterde, bewijst een brief van de nieuwe minister-president Gerbrandy aan De Geer, waarin deze hem meedeelt de aanvraag van een visum voor Portugal alleen te zullen ondersteunen als hij 'met zijn verzoek „uitsluitend de verkrijging van een visum voor doorreis naar Nederlands-Indië op het oog had".  Op 5 november vloog De Geer per KLM-toestel naar Lissabon. Door de regering was hij voor zijn reis naar Indië in het bezit gesteld van 1900 dollar. Enkele dagen later ontving men in Londen een brief van De Geer waarin hij aankondigde niet naar Indië te gaan, maar naar Nederland door te zullen reizen. Hij nam contact op met de Duitse gezant in Lissabon en vroeg een Einreisvisum voor Nederland aan. In februari '41 reisde hij via Berlijn naar Nederland terug.




Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 maart 1990

Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's

"Het drama-De Geer"

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 maart 1990

Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's