„Boeren krijgen van Braks eerder een bestraffing dan een beloning"

Het oordeel van Doornbos over de wijze van opereren van het ministerie van landbouw is hard. „Wij spelen het niet op de persoon, maar gaan uit van de feiten. Kijk nu eens naar de akkerbouwproblematiek. Vorig jaar kwam het Landbouwschap zelf met initiatieven om de problemen in de akkerbouw aan te pakken. In de zogenaamde "Sectorvisie akkerbouw" stonden tal van voorstellen. Het ministerie was echter zeer terughoudend en droeg alleen maar bezwaren aan".

„Dat was eigenlijk onwil van het ministerie, want onze voorstellen bleken best goed bruikbaar te zijn. Als je naar het advies van de commissie die de problemen in de akkerbouw heeft onderzocht kijkt, dan zie je dat dit advies vrijwel naadloos aansluit bij hetgeen wij op de rails hadden staan. De uitkomst van het onderzoek van de commissie mag dan ook gezien worden als forse kritiek op de overheid. We zouden tegen Braks kunnen zeggen: Nu hoort u het ook eens van een ander".

Zwaargewichten

Wat er nu verder met het advies gebeurt, hangt volgens Doornbos af van het feit of de overheid en de politiek de commissie serieus nemen. „Maar het zou zeer vreemd zijn als ze dat niet zouden doen. Immers, de commissie was door minister Braks zelf ingesteld en er zaten drie politieke zwaargewichten in, namelijk oud-minister De Koning en de commissarissen van de in Drenthe en Friesland, Koningin Meijer en Wiegel. En aangezien de commissie ons eisenpakket heeft overgenomen en zelfs heeft aangescherpt, moeten de overheid en de politiek ons toch gelijk geven. Als dat nu nog niet gebeurt, vraag ik me af wat we dan nog moeten doen".

„Maar we willen niet de indruk wekken dat de problemen met de aanbevelingen van de commissie van goede diensten zijn opgelost. Een en ander op papier zetten is een eerste, het invullen ervan is een volgende stap. Het is nu een kwestie van gelijk hebben en gelijk krijgen. Ik ben nu eigenlijk niet benieuwd naar loze woorden, maar naar daden. Dat moet beginnen met bereidheid bij de Nederlandse overheid en verder ingevuld worden in Brussel".

Over de haalbaarheid van de adviezen van de commissie is Doornbos minder optimistisch dan de vijf akkerbouwers .die de acties van de boeren drie weken lang in Den Haag hebben gecoördineerd. „Het zal niet eenvoudig zijn. Vooral waar het Brusselse besluitvorming betreft, is de nodige tegenstand te verwachten. Maar de overheid en de landbouworganisaties zullen zich daar gezamenlijk maximaal voor in moeten zetten".

Onvermijdelijk

De verslechtering van de verhouding tussen het ministerie van landbouw en het landbouwbedrijfsleven heeft volgens Doornbos te maken met een noodzakelijke omslag van het landbouwbeleid. „Tot aan de jaren tachtig was het landbouwbeleid gericht op verhoging van de produktie. Dat is nu echter veranderd. Op vele terreinen van de agrarische sector, zoals de graanteelt en' de melk, moet de produktie worden ingekrompen. Ook het budget voor de landbouw neemt af en verder neemt de druk op de land- en tuinbouw toe door een verscherping van de milieueisen".

Doornbos beseft dat deze ontwikkelingen onvermijdelijk zijn. „Maar juist in een periode waarin de druk op de agrarische sector groter wordt, is het van groot belang als de overheid stimulerend werkt bij het zoeken naar oplossingen voor vde problemen. En daar sdiort het wel eens aan. Dat komt ook omdat het ministerie van landbouw vaak een juridische opstelling kiest om de problemen aan te pakken. Ze maken overal regels voor, waardoor de boeren soms door de bomen het bos niet meer zien. Er is een oerwoud van regels".

„Bij voorbeeld op het gebied van de mestverwerking zijn er vanuit het be'drijfsleven goede initiatieven met betrekking tot opslag, verwerking en aanwending van de mest. De milieuvervuiling door de mest is al behoorlijk gedaald. De boeren werken er hard aan. Desondanks worden ze voortdurend met nieuwe maatregelen van de overheid geconfronteerd. Dat demotiveert, want de boeren hebben eerder het gevoel dat ze gestraft worden in plaats van beloond voor hun inzet. Ook komt het voor dat de overheid nieuwe ontwikkelingen traineert door een onduidelijk vergunningenbeleid". '

Agressief

Om de verhouding met het ministerie van landbouw te verbeteren pleit Doornbos voor meer inventiviteit op het ministerie. „Ze moeten onze initiatieven serieus behandelen en niet alles in juridische regels gieten. De problemen moeten gezamenlijk worden aangepakt. Onze kritiek richt zich primair op het beleid. Braks zou zich wat dat betreft wel eens wat constructiever kunnen opstellen. Bovendien is zijn optreden niet altijd even taktisch. Hij komt hard en agressief over, maar zo zit hij kennelijk in elkaar":

Maar ook bij de landbouworganisaties (KNBTB, KNLC en CBTB) zelf valt nog wel het een en ander te doen. Doornbos, die ook CBTBvoorzitter is: „De samenwerking tussen de drie organisaties moet worden versterkt. Hiermee bedoel ik geen volledig samengaan, omdat de CBTB en KNBTB -terechtaan hun identiteit hechten. Als christelijke organisatie stellen wij bovendien het overlegmodel op de voorgrond, terwijl het KNLC dit model nogal eens ter discussie stelt".

„Verder dient ook de relatie met onze achterban verbeterd te worden. Wij moeten de boeren en tuinders duidelijker maken wat we voor hen doen. Want als we als één front optreden, staan we sterker in de politiek".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen