Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Confereren over Calvijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Confereren over Calvijn

Gedacht EN goeD

3 minuten leestijd

Van de 20e tot en met de 23e augustus kwamen honderd calvinistische wetenschappers bijeen op het Calvin College and Seminary in Grand Rapids (Michigan) voor het vijfde Internationale Congres voor calvinistisch wetenschappelijk onderzoek. Het was de eerste keer dat er in de Verenigde Staten een conferentie over Calvijn werd gehouden.
De wetenschappers, afkomstig uit elf verschillende landen, mochten alleen op uitnodiging aanwezig zijn. Nederland werd behoorlijk vertegenwoordigd: prof. dr. C. Augustijn, dr. W. Balke, dr. F. G. M. Broeyer, dr. W. de Greef, Mesami Inoue, dr. W. Janse, drs. W. H. T. Moehn, dr. W. Nijenhuis, dr. H. Suiderhuis en prof. W. van 't Spijker.
De openingslezing werd verzorgd door dr. James de Jong, de president van het Calvin Seminary. Die ging over "Een anatomie van alle delen der ziel: inzichten in Calvijns spiritualiteit vanuit zijn commentaar op de psalmen". Calvijn legde in zijn commentaar op de psalmen zijn ziel meer open dan in enig ander geschrift. Zijn voorwoord waarin hij ook zijn eigen ervaringen identificeert met de belevingswereld van de psalmist, is uiterst autobiografisch - iets wat zeldzaam mag heten bij Calvijn. Dit commentaar leent zich uitstekend voor dagelijkse overdenking.
Andere plenaire sessies waren gewijd aan onderwerpen als: "Was Calvijn een verbondstheoloog?" (James Torrance); "Calvijns uitleg van de Heilige Schrift" (Wilhelm Neuser); "Calvijn over het Avondmaal des Heeren" (Paul Rorem); "De matrix van Calvijns Reformatie" (Heiko Oberman); "Calvijn in Geneve, 1536-1538" (Richard Horesik); "Calvijn in Straatsburg" (Cornells Augustijn); en "Huidige stromingen in de calvinistische wetenschap, 1982-1990" (Richard Gamble). Daarnaast werden nog dertien andere werkcolleges gegeven.
Enkele referaten gaven blijk van buitengewone deskundigheid en waren wetenschappelijk verantwoord. Om maar een voorbeeld te noemen: de studie van Paul Rorem liet zien hoe Calvijn en Bulinger beiden tot een consensus probeerden te komen over de leer aangaande het Heilig Avondmaal (ook wel "Consensus Tigurinus" of "Consensus van Zurich" genoemd). Rorem deed dat op een heldere en briljante manier.
Zijn conclusie: „De twee visies op het Heilig Avondmaal binnen de gereformeerde traditie (die van Calvijn en die van Bullinger) hebben binnen de gereformeerde traditie eeuwenlang naast elkaar kunnen bestaan.
Andere studies die tijdens de conferentie ter tafel kwamen, waren naar mijn mening te liberaal en te speculatief. Bovendien was het teleurstellend te vernemen dat sommigen bleven bij hun bewering inzake een discrepantie tussen Calvijn en calvinisme op verschillende terreinen van de dogmatiek. Dit terwijl anderen —Richard Muller toonde het deskundig aan— juist de mening verdedigen dat de calvinisten Calvijns leerstukken nader hebben uitgewerkt om een antwoord te kunnen geven op de pastorale en theologische vragen van vandaag de dag.
Calvijn leefde in een andere tijd en een ander theologisch klimaat dan de mannen van de Nadere Reformatie. Het opmerkelijke is niet hoeveel Calvijn en de calvinisten van elkaar verschillen, maar hoeveel zij overeenkomen!
Richard Gamble onderstreepte nog eens dat er een toenemend aantal studies met betrekking tot Calvijn verschijnt. Calvijn vindt een nieuw en breder publiek. Zijn vruchtbare, brede visie en theologie laten zien dat hij talloze inzichten had die van bijzonder belang zijn voor de huidige tijd.
Niettemin erger ik me wel aan de voortdurende tendens in de calvinistische wetenschap (kundig gedocumenteerd door Richard Gamble) om het pad van Calvijn als exegeet en theoloog te verlaten om dat van Calvijn als humanist en filosoof in te slaan.
Sommigen lopen het grote gevaar Calvijn te zien zoals ze hem zelf willen zien, terwijl het Calvijn in de eerste plaats te doen was om godsvrucht en de lofprijzing van Gods grootheid.
De auteur is predikant van de gereformeerde gemeente te Grand Rapids.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 september 1990

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

Confereren over Calvijn

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 september 1990

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's