Scholen in Ontario kennen geen subsidie, wel grote offerbereidheid
Sport, materialisme en prestatiezucht zijn gevaren voor onderwijs in Canada
In de Canadese provincie Ontario hebben christelijke scholen het niet gemakkelijk. Sport, prestatiezucht en materialisme doen een aanslag op de identiteit van het eigen onderwijs. Ontario is de enige provincie in Canada waar de overheid nog steeds weigert enige subsidie voor christelijk onderwijs te geven. Dit in tegenstelling tot de provincies Alberta en British Columbia waar subsidies tot zelfs 40 en 65 procent van alle kosten kunnen oplopen. Alle kosten, tot en met de bouw van de scholen, aanschaf van bussen en de kosten van salarissen en onderwijsmateriaal, moeten in Ontario dus zelf betaald worden. Toch voelt men ook hier het belang van eigen christelijke scholen, gezien het toenemend verval van de "public schools". De Gereformeerde Gemeenten (Netherlands Reformed Congregations) in Canada hebben in de provincie Ontario twee scholen: in Norwich en Jordan Station.
De categorie christelijke scholen valt in Ontario in de groep van "private schools", onderscheiden van "public" (openbare) en de "separate schools", de rooms-katholieke scholen. Beide laatste groepen worden volledig door de staat gesubsidieerd. Dat rooms-katholieken wel subsidie krijgen (en protestanten niet), komt puur vanwege historische redenen, namelijk omdat de oorspronkelijke kolonisten van Canada van Franse, en dus rooms-katholieke, oorsprong waren. Men heeft dus op deze manier zijn eigen rechten opgebouwd.
De scholen van de Gereformeerde Gemeenten in Canada en Amerika (vier in Canada en zes in Amerika) zijn aangesloten bij de Netherlands Reformed Christian Education Association (NRCEA). Namens de synode nemen ds. C. Vogelaar (voorzitter) en dr. J. R. Beeke zitting in het Synodical Education Committee. Met deze beide predikanten en de schoolhoofden in Ontario, M. C. van der Spek en F. van der Zwaag, een gesprek over het reformatorisch onderwijs in Ontario.
Elk jaar aanmelden
De moeilijke positie van de eigen scholen in Ontario komt op diverse manieren tot uitdrukking, M. C. van der Spek, hoofd van the Rehoboth Christian School te Norwich, wijst erop dat de scholen zich elk jaar moeten aanmelden bij de regering, niet alleen om voort te kunnen bestaan, maar ook om de kwaliteit van hun onderwijs te 'bewijzen'. Vooral voor de High School (onze middelbare school) zijn de eisen streng: „Men dient voorgeschreven boeken aan te schaffen en moet betalen voor de verplichte inspectie van de lesprogramma's, waarvan een uitvoerige beschrijving gegeven moet worden. Die voorschriften beginnen al in grade 9 en 10 (junior high school), maar worden vooral strenger in grade 11 en 12 (senior high school)".
Het blijft voor de scholen voorts heel moeilijk om eigen lesmethoden te ontwikkelen. In veel gevallen stuit het af op de kosten en bekwaam personeel. Zo moet op de eigen scholen eigenlijk nodig een eigen leesmethode ontwikkeld worden, gezien de toenemende onaanvaardbaarheid van de huidige methoden. De zevendedagadventisten hebben bij voorbeeld iets dergelijks gedaan, maar hun methode beliep een bedrag in de miljoenen. Dit is in eigen kring niet herhaaldelijk op te brengen.
Hoofd boven water
Een van de grote problemen die de eigen scholen hebben is het hoofd financieel boven water te houden. De begroting moet tot de laatste cent zelf opgebracht worden. Van der Spek zegt dat het budget van zijn school in Norwich zo'n 800.000 Canadese dollars (1,3 miljoen gulden) bedraagt. Dat van Jordan Station is minder: 350.000 dollar. Het gaat in beide gevallen om bedragen die jaarlijks weer terugkeren en bij elkaar gebracht moeten worden.
De ouders betalen daarom bedragen die in Nederland ondenkbaar zijn. Ouders betalen in Norwich zo'n 320 dollar per maand, in Jordan Station gemiddeld 350 dollar. Dat wil zeggen dat ieder gezin elke maand honderden guldens kwijt is om hun kinderen christelijk onderwijs te geven. Het absurde van de situatie in Ontario is bovendien dat men naast deze bijdragen voor eigen scholen ook nog de verplichte onroerend-goedbelasting voor de public schools moet betalen. Een dubbele aanslag in feite. Financiële hulp van Nederland blijft in alles onontbeerlijk, zegt Van der Spek. Het geld dat vanuit het Deputaatschap Bijzondere Noden van de Gereformeerde Gemeenten gegeven wordt, wil men echter alleen ter beschikking te stellen aan ouders die niet in staat zijn het maandelijks schoolgeld op te brengen.
Wat nu precies de achtergrond is van deze onderwijspolitiek van Ontario is niet duidelijk. Volgens Van der Spek speelt mee dat men in de regering in Ontario alles graag massaal wil regelen, zodat er geen ruimte is voor aparte christelijke scholen. Men denkt vaak ook dat de zogenaamde private schools een wat snobistisch karakter bezitten; dat het een soort elite-scholen zijn die gesteund worden door mensen met veel geld.
Weinig animo
Er is onder de eigen jongeren nog weinig animo om voor onderwijzer te studeren. Puur om praktische redenen is het al moeilijk een plaats te krijgen aan de universiteit, terwijl het nog moeilijker is om voet aan wal te krijgen aan de onderwijzersopleiding. „Je moet al een superstudent zijn om toegelaten te worden tot de universiteit", zegt Van der Spek. „Daarnaast is er een enorme wachtlijst voor de onderwijzersopleiding. In London (Ontario) waren onlangs ongeveer 11.000 aanmeldingen, slechts 640 konden worden toegelaten".
Het is geen wonder dat mensen uit eigen kring die een of twee keer worden afgewezen, een ander beroep kiezen. Speelde in de beginjaren van de scholen nog het feit mee dat de salarissen laag waren, nu zijn ze de laatste tijd wat bijgetrokken. De schoolbesturen waren blijkbaar bang dat ze op den duur helemaal geen "teachers" meer konden krijgen. Dr. Beeke pleit ervoor een fonds in het leven te roepen dat 'armlastige' studenten in staat stelt om hun studie te kunnen betalen. Ook zouden meer kerkelijke leiders de gemeenten erop moeten wijzen dat de nood in het onderwijs groot is en dat er meer mensen voor onderwijzer moeten studeren. Volgens ds. Vogelaar zitten er nu gelukkig enkele jongeren uit eigen kring op onderwijzersopleidingen, zodat hij over enkele jaren een „kleine verlichting" mag verwachten.
Identiteit
De identiteit van de eigen scholen is een zaak waar scholen voortdurend alert op moeten zijn. Dat zegt F. van der Zwaag, hoofd van de Netherlands Reformed Christian School in Jordan Station. Het blijft volgens hem een hele klus om de eigen principes vast te houden in een samenlevirtg die sterk door materialisme en prestatiezucht gestempeld wordt. Een van de zaken die volgens hem ook de eigen scholen niet voorbijgaan is het zogenaamde systeem van "awards", beloningen. Elk kind krijgt bij het behalen van zijn einddiploma beloningen in de vorm van certificaten, en dat voor zeer uiteenlopende verdiensten: resultaten in bepaalde vakken, verdiensten aangaande ijver, schoolbezoek enz. Kinderen worden op het podium geroepen en krijgen met applaus het certificaat aangeboden. Een vakbeoordeling op het punt van de kleding kan soms ontaarden in een complete modeshow (met heen en weer lopen op het podium).
Dit alles past volgens Van der Zwaag precies in het kader van prestatiegerichtheid van de Amerikaanse samenleving. „Ik ben niet tegen beloningen als zodanig, maar wel om het tot een systeem te maken. Voor kleine kinderen is extrinsieke motivatie noodzakelijk. Maar als ze ouder worden moet het overgaan in intrinsieke motivatie. Men stimuleert de kinderen, ook de oudere leerlingen, om alleen te werken voor uitwendige beloningen, het zoeken naar status, en later naar geld. Je werkt uiteindelijk voor jezelf. De gedachte werkt dan door dat alles wat je doet iets moet opbrengen". Ook ds. Vogelaar ziet hier gevaren. „Het heeft er veel van weg dat men kinderen opdrijft zoals men doet met varkens die een steeds groter gewicht moeten hebben", aldus een ludieke vergelijking. Ook hij ziet het als een typisch Amerikaans verschijnsel, het systeem van competitie.
Verder blijkt het verschijnsel van de sport volgens Van der Zwaag een groot gevaar. Verschillende kinderen zitten op sportclubs en doen mee met het hele gebeuren van seizoenen en competitie en gaan zelfs naar professionele wedstrijden. Er is een tijd geweest dat men op school speelkaarten van baseball-spelers zat te verhandelen, kaarten die overal in de winkel te koop zijn. Deze kaarten konden geruild worden en naarmate de waarde van een speler is, stijgt of daalt de waarde van de kaart. Ds. Vogelaar: „De Noordamerikaanse scholen zijn ontzaglijk doortrokken van sport en prestatie en ook vrees ik dat sportverdwazing niet geheel vreemd is in eigen kring".
Eigen opleiding
Een van de dingen waar men dringend behoefte aan heeft, is een eigen onderwijzersopleiding. Er is door de synode een commissie ingesteld om de mogelijkheden hiertoe te onderzoeken, ook of het mogelijk is om te participeren in een bestaande opleiding. De Canadian Reformed Churches -de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt- hebben bijvoorbeeld een dergelijke opleiding. Volgens ds. Vogelaar is een eigen opleiding hard nodig omdat mensen —vaak onbewust— beïnvloed worden door humanistische ideeën, waar het Amerikaanse onderwijs op de public schools van doordrenkt is. Het gaat hier om zaken als: hoe zie ik het kind, hoe geven we les, welke methoden gebruiken we? Over het algemeen vindt ds. Vogelaar dat onderwijzers in Amerika en Canada lang niet die toerusting hebben gehad die men in Holland krijgt.
Voor dr. Beeke is een eigen college voor "teachers" belangrijk om de eigen traditie binnen de kerken vast te kunnen houden. Veel onderwijzers worden nu op instituten opgeleid waar ze —mogelijk— liberale invloeden doorgeven aan leerlingen. Door een verwaterd onderwijs zal de koers van de kerken mogelijk in een verkeerde richting opgestuwd worden, zo is ds. Beeke van mening. Momenteel werkt men op de school in Grand Rapids —de oudste school van de Gereformeerde Gemeenten in Amerika en indertijd gesticht door ds. Pieneman— „heus niet bij uitzondering" met leerkrachten van Christian Reformed Churches en de Free Reformed Churches, respectievelijk de zusterkerken van de Gereformeerde Kerken en de Christelijke Gereformeerde Kerken. Dan blijft het helemaal nodig om mensen uit eigen kring te stimuleren en te zorgen voor een eigen opleiding.
Al blijven de zorgen niet gering ten aanzien van het eigen christelijk onderwijs, toch is er veel wat reden geeft tot verheuging. Er is een geweldige inzet voor de eigen scholen. Ds. Vogelaar is onder de indruk van de grote offerbereidheid van de gemeenteleden. „Er is veel op touw gezet, terwijl men zich vaak op allerlei manieren moet behelpen, zoals op het gebied van leermiddelen en leermethoden". Er is veel vrijwilligerswerk. Een kijkje op school in Jordan Station tijdens de vakantieperiode laat zien dat veel mensen voor de eigen school allerhande klusjes doen, gratis of tegen goedkope tarieven. Over het algemeen schept de eigen financiering van het onderwijs een sterke band tussen ouders en school. Veel ouders zijn door hun vrijwilligerswerk gedwongen vaak op school te zijn, hetgeen de band met de school versterkt. Men heeft zo het gevoel dat het hun eigen school is. Dal zijn positieve dingen die men in Holland door de gesubsidieerde reformatorische scholen vaak niet meer kent. Offervaardigheid en meeleven zijn hier veel minder vanzelfsprekende verschijnselen dan in Canada.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 oktober 1990
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 oktober 1990
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's