Aangedikt en opgeblazen
,,Zeg gewoon dat we de Russen goed willen doen nu ze het niet zo gemakkelijk hebben''
In de Sowjetpers is het woord hongerwinter al gevallen. Beelden worden opgeroepen van uitgehongerde kinderen en kreperende bejaarden die midden op straat ineen zijgen. Maar de werkelijkheid is anders. Er is op grote schaal gehamsterd en lang niet overal is sprake van schaarste. Moet Nederland nu wel of niet voedselpakketten versturen? Een rondgang, die begint bij de Amsterdamse zakenman Van Eeghen en eindigt bij organisaties binnen de gereformeerde gezindte.
De boomlange gestalte van zakenman Ernst van Eeghen monstert vanuit de deuropening de bezoeker zoals een veldheer zijn leger overziet. Zijn stem klinkt gejaagd, hij is dezer dagen een druk bezet man. Tussen de niet aflatende stroom van telefoontjes over de voedselactie voor de Sowjet-Unie vindt hij gelegenheid voor een ontvangst in de stijlvolle werkkamer van het Amsterdamse grachtenpand.
Zijn gang is wat moeizaam: een overblijfsel van de verwondingen die hij als oorlogsvrijwilliger opliep in Indië. De noodgedwongen overstap naar het familiebedrijf —liever was hij militair gebleven— bracht hem in de loop der jaren talloze keren in de Sowjet-Unie. Daarbij slaagde Van Eeghen erin om contacten te leggen tot op het hoogste politieke niveau.
Puinhoop
Tweemaal ontmoette hij Gorbatsjov en de laatste keer vroeg deze hem om voedselhulp. De Sowjetleider zag een enorme crisis naderen door de overgang van geleide naar markteconomie. De distributie is een puinhoop, met als gevolg dat voorraden zich ophopen.
Verder heeft de corruptie een verbijsterende omvang aangenomen, waardoor veel voedsel in het zwarte circuit terechtkomt. Andere spelbrekers zijn de mafia en de republieken die in de oude situatie de functie hadden van graanschuren voor de steden, maar die het nu vertikken hun produkten af te staan.
Zo dreigt Gorbatsjov om te komen in de problemen. Voedselhulp heeft dan ook een politieke kant. Een internationale gemeenschap die hem te hulp. schiet, geeft hem binnenslands nieuw gezag en prestige. Van Eeghen heeft daar geen enkele moeite mee. „Laat ik voorop stellen dat Gorbatsjov en Jeltsin me om het even zijn. Ik ken ze beiden. Maar bij instabiliteit is niemand gebaat. Een voedselactie dient dus duidelijk ook een politiek belang".
Toen Van Eeghen signalen kreeg dat het deze winter fout dreigt te gaan, nam hij naar zijn zeggen contact op met „het eerste het beste actualiteitenprogramma". Hij schoot meteen raak. Het alarmerende verhaal van Van Eeghen was voor de VARA aanleiding om de gezamenlijke omroepen te mobiliseren. Volgende week zaterdagavond zullen zij een avondvullende tv-uitzending verzorgen om geld bijeen te krijgen voor voedselpakketten.
Legervoertuigen
Zelf richtte Van Eeghen de "Stichting Voedselhulp aan de Russen" op, terwijl hij ex-minister Braks bereid vond het comité van aanbeveling voor te zitten. Het is de bedoeling dat met ingezamelde gelden voedseltransporten worden gefinancierd. Transportorganisaties hebben al vrachtwagens ter beschikking gesteld en ook het leger zal meewerken. „Kun je nagaan, straks rijden onze legervoertuigen door Rusland en cirkelen de F27's van onze luchtmacht boven Moskou. Wie had dat zes jaar geleden kunnen denken?", glundert de 70-jarige Van Eeghen terwijl hij met vaste hand de brand steekt in een kanjer van een sigaar. Een verwijzing naar publikaties van verschillende correspondenten in Moskou dat de verhalen over een algehele hongersnood in de Sowjet-Unie zwaar zijn overdreven, ontlokt Van Eeghen een afwerend gebaar. „Onzin", schampert hij. Volgens hem is de voedselsituatie in de hele Sowjet-Unie hopeloos en leeft de helft van de bevolking onder de armoedegrens. „Miljoenen mensen staan voor een verschrikkelijke winter", verzekert hij. Wie dat beeld veel te grof vindt, moet niet bij hem zijn. Dat „gezeur" moet nu maar eens ophouden, geeft hij te kennen.
Toch is de werkelijkheid anders dan Van Eeghen wil doen geloven. M. J. Uil van Friedensstimme: „Volgens onze informatie is er op het moment absoluut geen sprake van massale hongersnood. Ik zal niet zeggen dat het er een vetpot is, maar dat is het nooit geweest. De situatie is zeker niet zo dramatisch als Van Eeghen ons wil laten geloven".
Ethiopië
Friedensstimme, een organisatie die haar aanhang vindt in de reformatorische gezindte, beschikt volgens Uil over informanten in de hele Sowjet-Unie. Op het moment brengen medewerkers van de Duitse zusterorganisatie een bezoek aan verschillende republieken. De voedselsituatie die zij daar aantreffen, is belabberd maar niet hopeloos. „Echte honger is er in Ethiopië, niet daar", zegt Uil.
Hij zegt zich de afgelopen week te hebben geërgerd aan de wilde voedselacties met de bijbehorende aangedikte en opgeklopte verhalen. „Kennelijk wil men voor de Kerst zijn geweten ontlasten", zegt hij. Zijn angst is dat de aandacht voor de Sowjet-Unie weer even snel zal wegebben als ze ontstaan is. „Wie helpt dan als aan het eind van de winter de voorraden werkelijk op zijn en er pas echte nood is? Zelf hebben we steeds geprobeerd om werkelijk medeleven te wekken, om de harten van mensen te raken. Zo'n landelijke actie is oppervlakkige sensatie, goedkoop sentiment, waar niemand wat aan heeft".
Zakenman J. J. Hamoen uit Putten was vorige week in Moskou en zegt evenmin iets van een dreigende hongersnood te hebben gemerkt. „Een buitenstaander ziet alleen de lange rijen voor de winkels, maar dat is bedrieglijk. De meeste mensen proberen op die manier de voorraad thuis op peil te houden. Er is de laatste jaren enorm gehamsterd.
Havermout
Men heeft deze crisis zien aankomen. Ik was bij mensen die, om maar wat te noemen, 50 pakken havermout, 50 pakken suiker en 360 eieren in huis hadden. Een gedeelte daarvan wordt weer geruild tegen andere etenswaar".
Hamoen pleit voor selectieve hulp. „Niet iedereen is in staat geweest om te hamsteren, zoals bejaarden en de mensen in tehuizen. Die zullen het zeker moeilijk krijgen". Ex-minister Braks had het deze week over „krepeergevallen in achterkamertjes". Er dreigt, anders gezegd, wel nood, maar die wordt niet gelenigd door klakkeloos voedsel te dumpen. Alleen gericht hulp verlenen heeft zin.
Voorbeeld van selectieve hulp is de voedselzending van de christelijke hulporganisatie Dorkas uit Andijk ten behoeve van een gaarkeuken voor honderdduizenden vluchtelingen in Moskou. Directeur D. J. Groot: „Het betreft merendeels christenen die uit islamitische republieken zijn verjaagd. Ze komen massaal naar Moskou, krijgen 100 roebel (35 gulden) van het stadsbestuur en moeten het voor de rest maar uitzoeken. Het zijn in feite rechtelozen". De organisatie van de gaarkeuken is in handen van de vroegere geloofsvervolgde Ogorodnikov, die Dorkas bij zijn plannen heeft ingeschakeld.
Kinderrijk
Een ander voorbeeld is afkomstig van Friedensstimme. Zij heeft aanvragen gekregen voor (voedsel)hulp aan kindertehuizen, gehandicapten en ziekenhuizen. „Die hulp koppelen we aan verspreiding van het Woord van God. Het is wel heel opmerkelijk dat de Opperste Sowjet van de republiek Rusland daar zelf om gevraagd heeft", zegt Uil. Verder denkt Friedensstimme aan ondersteuning van diverse christengemeenten met hun doorgaans kinderrijke gezinnen.
Behalve bejaarden, kinderen in tehuizen en ontheemden, behoren ook bewoners van sommige plattelandsgebieden tot de minder bedeelden. W. B. Kranendonk van de reformatorische organisatie Kom Over en Help (KOEH), die samenwerkt met Hulp Oost-Europa (HOE), noemt als voorbeeld de Unterkarpaten en gedeeltes van de Oekraïne.
„Als je mij vraagt: Ik heb een gulden, aan wie moet ik hem geven? is mijn antwoord: Aan Ethiopië. Daar sterven mensen de hongerdood. Maar wij zijn Oost-Europa-organisaties en hebben concrete verzoeken om hulp gekregen waarvoor de autoriteiten inmiddels toestemming gegeven hebben. Daarom zullen binnenkort de eerste transporten met (kinder)voeding en medicijnen vertrekken. Wij combineren dat met de verzending van geestelijke lectuur, want dat blijft onze hoofddoelstelling".
Zelf was Kranendonk deze zomer in de Oekraïne. Hij stelde met eigen ogen vast hoe schaars sommige elementaire levensbehoeften zijn. „In een plaatsje arriveerde een auto met vlees, waarna een complete oploop ontstond. De politie moest er aan te pas komen om de mensen tegen te houden. En dat voor bedorven vlees, want de walgelijke stank kwam je al van ver tegemoet".
Toch zagen de mensen er redelijk goed uit en dat begreep Kranendonk niet. Een arts gaf hem de verklaring. „Hij vertelde dat dit kwam door de grote hoeveelheid zetmeel van de aardappelen. Ze eten zeer eenzijdig en dus zeer ongezond, ook al lijkt het dat ze goed in hun vet zitten".
In de Unterkarpaten heeft de voedselschaarste te maken met de herkomst van de bevolking. „Daar wonen hoofdzakelijk Hongaren en die worden als tweederangs burgers behandeld". Verder speelt in de Oekraïne de nasleep van Tsjernobil een belangrijke rol. Landbouwgronden zijn besmet en mogen niet worden bebouwd.
Ook is er grote behoefte aan medicijnen voor de slachtoffers van radioactieve straling. Kranendonk: „De medische verslagen die wij krijgen, zijn dramatisch. Ter illustratie: in een gezin van zeven mensen lijden alle zeven aan een aandoening. Vier hebben een bloedziekte, anderen hebben leukemie en één een nieraandoening. Ouders klagen dat de kinderen flauwvallen en dat hun geheugens zijn aangetast. Uit voorzorg moeten ze 12 uur per dag op school doorbrengen. Dan kunnen ze in ieder geval niet het vrije veld in, waar gevaar is voor besmetting".
„Flinke kerels"
Wil de hulp aankomen bij de mensen die het echt nodig hebben, dan zijn een eerlijke verdeling en een deugdelijke controle noodzakelijk. In de steden opereert overal de mafia, die alles zal doen om de voedselverdeling te ontregelen. Achter deze mafia zouden vroegere communistische partijbonzen zitten die uit zijn op de val van Gorbatsjov. Ook de zwarte handel zal niet nalaten om voedselhulp naar zich toe te sluizen.
Hoe denkt Van Eeghen deze valkuilen te ontwijken ? Het antwoord is wat vaag. Hij zegt aanbiedingen te hebben van studenten en andere vrijwilligers die naar de Sowjet-Unie zullen gaan voor controle op de verdeling. Ze hoeven volgens hem niet speciaal getraind te zijn. „Als het maar kerels zijn met doorzettingsvermogen. We moeten mensen hebben met flinke karakters, die samenwerken met de Russen. Het mogen ook christenen zijn, dan kunnen ze gelijk evangeliseren. Dat kan allemaal, ook al is het nog nooit gebeurd".
Minder krijgshaftig maar een stuk betrouwbaarder is de methode die organisaties als KOEH/HOE, Friedensstimme en Dorkas toepassen. Kranendonk van\ eerstgenoemde organisaties: „Alle transporten worden waar mogelijk begeleid door een van onze mensen. De verdeling geven we in handen van kerkelijke gemeenten waarvan in het verleden gebleken is dat ze te vertrouwen zijn. Daardoor gaat er ook een zekere werfkracht van de kerken uit. Deze methode heeft haar waarde in het verleden bewezen".
Versnippering
Weinig sympathie hebben de organisaties voor de uitspraak van Braks dat versnippering dreigt bij de nationale actie. D. J. Groot van Dorkas: „Jarenlang zetten we ons al in voor mensen in de Sowjet-Unie, maar je zag nooit iemand. Nu is het land open, moet er voedsel naar toe en nu zouden wij ons plotseling schuldig maken aan versnippering".
Kritiek is er ook op het motto "Help de Russen de winter door" van de nationale actie. Uil van Friedensstimme: „De Russen de winter doorhelpen doe je natuurlijk niet met een enkel voedselpakket. Bovendien verliest men uit het oog dat het om een immens groot land gaat. Braks heeft het sturen van voedsel een vriendschapsgebaar genoemd. Dat lijkt me een heel nuchtere benadering. Haal het uit de sensationele sfeer en zeg gewoon dat we de mensen goed willen doen nu ze het niet zo gemakkelijk hebben".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 december 1990
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 december 1990
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's