Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zeehospitium Katwijk ontwikkelde zich van sanatorium tot revalidatiekliniek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zeehospitium Katwijk ontwikkelde zich van sanatorium tot revalidatiekliniek

4 minuten leestijd

Het "Zeehos" is oorspronkehjk opgezet als een sanatorium voor tuberculosepatiënten. Maar voordat koningin-moeder Emma het sanatorium in 1909 officieel kon openen, vond er nogal wat discussie plaats.

Het Zeedorp stond niet bepaald te trappelen van ongeduld om een dergelijk sanatorium binnen haar gemeentegrenzen te halen. De toenmalige burgemeester T. A. O. de Ridder zag de instelling het liefst zo ver mogehjk van de bebouwde kom verwijderd. Met de grootst mogelijke aarzeling ging het gemeentebestuur uiteindelijk toch akkoord met de komst van het sanatorium in de duinen ten zuiden van Katwijk. Uiteindelijk zou het sanatorium uitgroeien tot het Rijnlands Zeehospitium.

De unieke ligging van het terrein in de duinenrij aan de Katwijkse Boulevard was destijds een belangrijke voorwaarde voor de vestiging van het sanatorium. Het zeeklimaat in combinatie met de zee- en zonnebaden zou een gunstige invloed hebben op het herstel van de tuberculosepatiënten.

Rotterdam

Het Rotterdamsch Zeehospitium kon voor een groot deel worden gebouwd van een schenking van de familie Van den Bergh, eigenaren van een margarinefabriek in Rotterdam. Ook andere Rotterdamse fabrikanten zorgden voor een financiële bijdrage. De namen van de diverse paviljoens herinneren overigens nog aan de Rotterdamse vrijgevigheid.

Op 1. april 1909 verbleven er al zeventig tbc-patiënten -met name uit Rotterdam- voor een kuurperiode in het "Zeehos". De behandeling bestond uit rust, zonnebaden en een goede voeding. Zowel in de winter als in de zomer lagen de kinderen in de buitenlucht op houten britsen te kuren. Het baden van de kinderen werd toegepast bij open tbc. Om deze kinderen naar het strand te vervoeren, reed van het hoofdgebouw een lorrie over spoorrails door de duinen.

Uiteraard kregen de kinderen onderwijs. Sommigen bleven langer dan een jaar in Katwijk. In de eerste jaren werd in de slaapzalen les gegeven, maar in 1916 werd het onderwijs verplaatst naar lighallen. In de zomer werden de lessen vaak buitengegeven.

Oorlogsjaren

Het sanatorium maakte in de jaren na de Eerste Wereldoorlog een moeilijke tijd door. De verpleegprijs, die in 1920 drie gulden per dag was, moest omlaag. In 1922 ging het bedrag naar 2,20 gulden, later zakte de prijs voor een bed zelfs tot beneden de twee gulden. In 1938 beperkte de gemeente Rotterdam vanwege de financiën de opname van kinderen. Om patiënten van elders aan te trekken, verlaagde de directie van het Zeehos de ligprijs naar 1,75 gulden. Enkele gemeenten stuurden daarop wat kinderen naar Katwijk, maar vele bedden bleven onbezet. Pas na 1944 ging het wat beter.

Overigens zorgde de Tweede Wereldoorlog voor tal van andere problemen. Op 10 mei 1940 moesten de patiënten in aller ijl worden overgebracht naar een hotel in Zandvoort. En in mei 1942 werden op bevel van de Duitsers twee gebouwen ontruimd. Daar bleef het echter niet bij.

Al gauw moest men uitzien naar een ander onderkomen voor het gehele sanatorium. Alle patiënten werden uiteindelijk ondergebracht in een hotel en zomerhuisjes in het Groningse Paterswolde.

Deze evacuatie was nodig omdat langs de Noordzeekust de zogenaamde Atlanticwall moest worden gebouwd. Ook het Zeehospitium lag in dit "Sperrgebiet".

Omschakeling

Na de oorlogsjaren werden de zwaar beschadigde gebouwen weer toegankelijk gemaakt en konden de patiënten terugkeren naar het Zeedorp. Jaren van verder opbouw volgden. En zeven jaar na de bevrijding nam het Zeehospitium een geheel verbouwd complex in gebruik, waar niet alleen kinderen, maar ook aan tuberculose lijdende volwassenen konden worden verpleegd. Het aantal tbc-gevallen nam echter af. Zodoende kwam er ruimte vrij voor andere verpleegrichtingen. Toen in 1956 een ernstige polioepidemie heerste, deed de Inspectie voor de Volksgezondheid een beroep op het Zeehospitium om een revalidatiecentrum op te zetten voor deze patiënten. Toen twee jaar later de epidemie over haar hoogtepunt heen was, kon men de opgedane ervaring gebruiken voor de revalidatie van andere patiënten. Op 25 maart 1958 kreeg het "Zeehos" van het ministerie de officiële erkenning als Regionaal Klinisch Revalidatiecentrum.

Door het langzamerhand verdwijnen van de laatste tbc-patiënten werd in de jaren daarna de verzorging van blijvend gehandicapten steeds verder uitgebouwd. Ook het revalideren van verkeersslachtoffers en hartpatiënten werd ter hand genomen.

Aan het begin van de jaren tachtig vond een ingrijpende verbouwing plaats met onder meer een geheel nieuw voorzieningencentrum waar meer dan honderd patiënten permanent kunnen wonen. Als laatste kwam in 1987 de nieuwe revalidatiekliniek gereed.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 februari 1991

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Zeehospitium Katwijk ontwikkelde zich van sanatorium tot revalidatiekliniek

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 februari 1991

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's