Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Burgemeester betaalde eigen gemeentehuis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Burgemeester betaalde eigen gemeentehuis

„Samenvoeging van Ermelo, Nunspeet en Elspeet was een historische vergissing"

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

ERMELO — Veel, zo niet alle, gemeenten in Nederland hebben straten of pleinen vernoemd naar leden van het Koninklijk Huis. Verschillende gemeenten hebben echter ook de gev^oonte om plaatselijke bekende, invloedrijke personen openbaar te vernoemen. Zo zijn de namen van diverse voormalige gemeentebestuurders terug te vinden in straatnamen of op openbare gebouwen. Ook de Veluwse gemeente Ermelo behoort tot de categorie gemeenten die onder anderen oud-burgemeesters en -wethouders in ere willen houden.

Soms gebeurt dit bij de naamgeving van een nieuw aangelegde straat of de opening van een nieuw gebouw. Vorig jaar nog is de nieuwe brandweergarage aan de Oude Telgterweg vernoemd naar de inmiddels gepensioneerde burgemeester E. Pb. Veen. In het verleden zijn echter ook voor verschillende bestaande straten nieuwe namen vastgesteld.

In het centrum van Ermelo is de Burgemeester Vitringalaan te vinden. Tot 1938 heette deze wèg Lindelaan. Door een beslissing van de gemeenteraad moesten de bewoners zonder ook maar een meter verhuisd te zijn aan familie en bekenden een adreswijziging doorgeven.

De naam van deze laan herinnert overigens aan twee burgemeesters. Vader en zoon Vitringa hebben samen een kleine zestig jaar de voorzittershamer van de gemeenteraad in handen gehad. In 1817 werd mr. C. L. Vitringa senior benoemd tot schout van de op dat moment nieuwgevormde gemeente Ermelo. Toen in 1825 door wetswijziging de benaming schout werd afgeschaft, mocht Vitringa zich burgemeester noemen. Tegelijk werd toen de term wethouder geïntroduceerd. Voorheen werden deze leden van het dagelijkse bestuur assessoren genoemd.

Patriot

Vitringa sr. was geen onbekende op de Noordwest-Veluwe. Hij had gestudeerd aan de academie van Harderwijk. Hij koos voor het notarisvak. Zijn eerste standplaats was Aalten. Dit was echter van korte duur. Al snel werd hij notaris io Harderwijk. Hij kreeg ook diverse militaire nevenfuncties, zoals luitenant-kolonel bij de landstorm.

In de tijd van de Franse overheersing toonde Vitringa sympathie voor de patriotten. Desondanks benoemde koning Willem I hem als schout van Ermelo. Spoedig bleek dat de koning zich niet vergist had: Vitringa ontpopte zich als een deskundig burgemeester. In zijn ambtsperiode werd het eerste gemeentehuis gebouwd. Hij betaalde dit pand overigens uit zijn eigen portemonnee.

Na 33 jaar (in 1851) droeg hij de ambtsketen over aan zijn zoon H. H. Vitringa. Junior was al enkele jaren daadwerkelijk betrokken bij het reilen en zeilen van de gemeente Ermelo: in 1848 was hij zijn vader opgevolgd als gemeentesecretaris.

Historische vergissing

De toenmalige gemeente Ermelo, bestaande uit de huidige gemeenten Nunspeet en Ermelo, was sinds de vorming verdeeld in drie kampen. De bundeling van Nunspeet, Elspeet en Ermelo wordt door sommigen wel „een historische vergissing" genoemd. De dorpen lagen ver van elkaar en hadden bovendien niets gemeenschappelijks.

Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 1851 bereikten deze tegenstellingen een hoogtepunt. De jonge Vitringa zag maar één oplossing. Hij stelde voor om de gemeente financieel te spUtsen in drie dorpen. De gemeenteraad nam dit voorstel over. Vanaf die tijd was het mogelijk om projecten van enige omvang te ontwikkelen.

Vitringa junior nam op 25 april 1975 in verband met zijn gezondheidstoestand afscheid. Enkele maanden later overleed hij.

Een andere straat die de Ermeloërs bekend in de oren klinkt, is de Burgemeester mr. A. M. van Oordtstraat. Hij bekleedde het ambt van 1878 tot 1898. Toen hij werd geïnstalleerd, verkeerde Ermelo in een roerige tijd. Wethouder J. van Malestein, naar wie overigens ook een straat is vernoemd, had een actie op touw gezet om de gemeente te splitsen. Waarschijnlijk is door het toedoen van de nieuwe burgemeester het voorstel van de wethouder door de raad verworpen.

In ganzepas

Van Oordt voerde de zogenaamde „zitdagen" voor Ermeloërs weer in. Hij hield eerst spreekuur in het stadhuis van Harderwijk. Na enkele jaren (1886) werd het gebouw Stationsstraat 36 in gebruik genomen als gemeentehuis. Van Oordt had hier een eigen kamer. De gang in het pand was vrij smal. Bruidsparen konden er niet naast elkaar lopen. De toekomstige echtelieden kwamen daarom altijd achter elkaar de trouwzaal in.

Anno 1991 is in dit pand een winkel gevestigd. In de gevel van het voormahge gemeentehuis is een gedenksteen te vinden met het opschrift „Eerste steen gelegd door Mr. A. M. van Oordt, burgemeester van Ermel^ op 1 juli 1886". t In de ambtsperiode van Van Oordt kreeg het dorp Ermelo een spoorwegstation. Dit is vooral te danken aan M. J. Chevallier, die bereid was uit eigen middelen 10.000 gulden ter beschikking te stellen voor de eventuele verliezen van het station. Ook de naam Chevallier is terug te vinden irt het Ermelose straatnamenregister, ss

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 3 september 1991

Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's

Burgemeester betaalde eigen gemeentehuis

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 3 september 1991

Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's