Landbouw en overdrachtsbelasting
Waar geld omgaat, wordt belasting geheven. Deze regel is al zo oud als de belastingheffing. Neem de oude tolheffing van de middeleeuwse steden. Handelsgoederen komen binnen om verkocht te worden. Een deel van het ontvangen geld moet afgedragen worden aan de overheid.
Een ander voorbeeld zijn de al heel lang bestaande successierechten. De erfgenamen krijgen geld en goederen in de schoot geworpen. Hetzelfde gebeurt bij de aanschaf van onroerend goed, huizen, grond, installaties. Zoals bij veel belastingen bestaan er voor de landbouwsector de nodige uitzonderingen.
Onder de naam "overdrachtsbelasting" wordt een belasting geheven bij de verwerving van in Nederland gelegen onroerende goederen. Als u een huis koopt, moet u, als verkrijger, dus belasting betalen. Het tarief is 6 procent over de waarde. Meestal is dit de aankoopprijs. Wanneer de prijs lager is dan de werkelijke waarde, moet de werkelijke waarde worden genomen. Dit komt weleens voor bij verkoop aan familie. De belasting moet door de koper op aangifte worden betaald. Vrijwel altijd zorgt de notaris hiervoor. Hij is trouwens aansprakelijk voor het afdragen van het juiste bedrag, zoals dat uit de akte blijkt.
Uitzonderingen
Natuurlijk zijn er ook bij deze belasting vele uitzonderingen. 2x> is geen belasting verschulcligd als het om nieuwbouw gaat of om bouwrijp gemaakte grond, die door een ondernemer of gemeente wordt verkocht. In deze gevallen zijn kopers echter nog duurder uit. Ze betalen geen 6 procent overdrachtsbelasting, maar wel 18,5 procent btw. Dit is wat je noemt van de regen in de drup. Kopers van gemeentegrond opgelet! Kort geleden heeft de Hoge Raad beslist dat de btw-heffing alleen van toepassing is op grond waaraan al werkzaamheden verricht zijn. Veel particulieren hebben bouwgrond gekocht van gemeenten, waaraan nog niets gebeurd is. Toch werd volgens de "oude leer" btw in rekening gebracht. Dit is dus ten onrechte, voorzover echt niets aan het perceel zelf is gedaan. Dergelijke kopers kunnen de btw terugvragen aan de gemeente.
Verder is de verwerving van gebouwen en grond vrij van overdrachtsbelasting als de verkoper het bezit minder dan drie maanden geleden gekocht had. Wel moet dan belasting worden betaald over het verschil tussen de verkoopprijs en de aankoopprijs van (minder dan) drie maanden geleden.
In de buurt
Het voert te ver om alle vrijstellingen van overdrachtsbelasting te noemen. Óver een daarvan is pas geleden een uitspraak gedaan. Vrij van overdrachtsbelasting is namelijk de verkrijging van landbouwgrond door boeren die de grond voor het eigen bedrijf gaan gebruiken. Hieraan zijn wel een aantal strikte voorwaarden verbonden.
De vrijstelling geldt alleen als de gekochte grond niet groter is dan de al in bezit zijnde grond. Bovendien moet de nieuwe grond in de buurt van de oude landerijen liggen. Die oude grond moet de boer al vijf jaar in bezit hebben gehad. Tenslotte moet de aankoop in het belang zijn van de verbetering van de landbouwstructuur. Daardoor is het algemeen belang met de aankoop verbonden, zodat een vrijstelling gerechtvaardigd is.
Boer Pieterse koopt in oktober 1985 een stuk bouwland, groot ongeveer 10 hectare, tegen een prijs van 800.000 gulden, inclusief bouwvergunning, hinderwetvergunning en wat bouwmaterialen. Pieterse heeft een boerderij met bijna 29,5 hectare grond erbij. Daarop oefent hij een gemengd bedrijf uit, samen met zijn zoon. Daarnaast heeft hij er met een andere zoon een varkensmesterij. Bij de aankoop van de tien hectare wordt een beroep gedaan op de vrijstelling van overdrachtsbelasting, die anders 6 procent van 800.000 gulden, dat is 48.000 gulden, zou zijn geweest. J
Afstand
Op de gekochte grond bouwt Pieterse met zijn ene zoon (die van de varkens) een varkensstal. Op de rest van de grond wordt maïs verbouwd, ruwvoer voor het met de andere zoon gedreven rundveebedrijf. De afstand tussen de nieuwe grond en de uiterste rand van de oude grond is zeven kilometer. Je kunt van het ene stuk naar het andere stuk komen over goed berijdbare wegen, zij het dat je één kilometer over een drukke provinciale weg moet. Er is geen verklaring aanwezig van de Directeur Landelijke Gebieden en kwaliteitszorg in de provincie Limburg, dat de aankoop in het belang van de verbering van de landbouwstructuur is.
De inspecteur is het niet eens met de vrijstelling. Volgens hem zijn de landerijen niet „naburig" en is het de vraag of de verwerving de landbouwstructuur heeft verbeterd. Het Gerechtshof is het met hem eens. „Naburig" is naar de mening van het Hof „nabij gelegen". Hiermee los je nog niets op. Want wat is nu precies „nabij gelegen"? Welnu, zegt het Hof, dat is iets verder dan „aangrenzend". De stukken grond hoeven niet aan elkaar vast te zitten, maar mogen niet ver van elkaar afliggen.
Zeven kilometer is veel te ver. Dat je over goede wegen van het ene stuk naar het andere kunt komen, is wel van belang, maar ook dan is zeven kilometer echt te ver. Of er sprake was van verbetering van de landbouwstructuur kan dus in het midden blijven. De Hoge Raad stemt hiermee in. Zeven kilometer is geen beperkte afstand. Pieterse moet alsnog belasting betalen. Landbouwers, denk dus om de afstand!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 16 september 1991
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van maandag 16 september 1991
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's