Dementie: een loden last verlicht
„Familie van dementerenden kan meer hulp gebruiken"
AMSTERDAM - „Mijn man houdt zich in een gesprek met de huisarts en de specialist goed en daar trappen zij dan in. Ze geloven maar alles wat hij zegt en mij kappen ze af als ik daar mijn ervaringen tegenover zet".
Mevrouw Van A. (64) verzorgt haar man -die Alzheimer-patiënt is- sinds zeven jaar. Ze is vreselijk bang dat hij naar een verpleeghuis moet en zet alles op alles om dat te voorkomen. Familieleden vormen een onmisbare schakel in de thuiszorg voor dementerenden. Voldoende steun van hulpverieners is hierbij hard nodig.
Loden last
De Vereniging voor Psychogeriatrie en de Alzheimer Stichting bogen zich gisteren over "Dementie: een loden last verlicht". Het programma was opgezet in het kader van het zevende Internationale Congres van Alzheimers's Disease International, dat van maandag tot en met vandaag in Amsterdam is gehouden.
De zorg van de wijkverpleging, gezinsverzorging en het Riagg is voor de meeste dementie-patiënten ontoereikend, is de ervaring van psycholoog Mia Duijnstee van het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn. „Wat eruitziet als een onschuldig begin van wel eens wat vergeten, vindt zijn einde in een meestal onomkeerbaar proces waardoor de demente uiteindelijk hulp nodig heeft, bij alle dagelijkse levensfuncties. Juist een demente heeft iemand nodig, die er altijd is, die voortdurend toezicht houdt en bij kan springen als het nodig is. Meestal is dit een familielid".
Degenen die dag en nacht bij de verzorging betrokken zijn -echtgenoten, dochters, schoondochters en zonen- voelen de verzorging van de demente niet allemaal als een loden last op hun schouders rusten. Anderen cijferen zichzelf volledig weg en dreigen in grote psychische problemen te raken. De ene demente is bij voorbeeld heel meegaand, terwijl de andere niets van hulp moet weten of achterdochtig wordt.
Verschillend
Ook zijn er verschillen in de gezondheid van de verzorgers zelf. Sommigen zijn nog redelijk jong en vitaal, anderen krijgen zelf te maken met ouderdomskwalen. In de film "Vergeten", die gisteren voor het eerst werd getoond, worden een paar schrijnende situaties in beeld gebracht. Een Amsterdamse vrouw zegt tegen haar dochter dat ze haar man niet meer uit bed kan krijgen. In plat Amsterdams heet het dan: „Ik ben door m'n rug heen. Ik ken die ouwe niet meer tillen". De dementieverschijnselen bij haar man begonnen heel geleidelijk, maar nu krijgt ze het steeds zwaarder te verduren. „Ik hou het zo niet langer uit. Ik mag de deur niet meer uit om een boodschap te doen. Als dit zo doorgaat, loop ik weg. En het ergste lijkt me nog dat-ie me straks niet meer kent".
Er zijn ook familieleden die de verzorging van een demente met een baan weten te combineren. Een deel voelt zich volgens Mia Duijnstee dubbel belast, terwijl anderen vertellen dat deze afleiding juist helpt hen op de been te houden.
Mevrouw Van A. heeft geleerd water bij de wijn te doen in de omgang met haar man. In het begin van het aftakelingsproces was ze boos op anderen, maar vooral op haar man. Ze ging hem ontzien en bemoederen en cijferde zichzelf volle-1 dig weg.
Onder ogen zien
Nu ze de situatie werkelijk onder ogen ziet, weet ze beter met het veranderende gedrag van haar man om te gaan. „Nadat ik de beker gal tot op de bodem heb leeggedronken, heb ik me volledig bij de situatie neergelegd. Die man is nu eenmaal zo. daar is niks aan te doen. Ik heb ermee te leven en ik heb geleerd ermee te leven".
Ze heeft nu een veelzijdig aanpak onwikkeld. Ze neemt hem niet langer alles uit handen en gaat geen discussies meer met haar man aan als hij iets fout doet. Ze maakt er geen drama, maar soms zelfs een grap van. Ze benadrukt wat hij nog wel kan en geeft hem het gevoel dat hij niet nutteloos is. Een discussie over het al of niet toepassen van euthenasie bij demente bejaarden werd gisteren uit de weggegaan.
Bij de forumdiscussie kwam vanuit de zaal de vraag of bij beginnende dementie patiënten niet veel meer vertrouwd gemaakt moeten worden met de mogelijkheid van euthanasie. De vragenstelster vertelde dat haar man een half jaar geleden te horen kreeg dat hij dementieverschijnselen had. „We hebben toen een eeriijke inschatting voor de toekomst gemaakt. M'n man heeft gezegd dat hij in geen geval in een verpleeghuis opgenomen wil worden. Met instemming van mij en de kinderen heeft hij toen de nodige maatregelen genomen dat er bij hem euthanasie toegepast moet worden als hij niet meer thuis verzorgd kan worden".
Dr. D. J. B. Ringoir vond de situatie te complex om er een antwoord op te geven en volstond met de opmerking dat er „over dit onderwerp apart een dag gediscussieerd kan worden".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 september 1991
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 september 1991
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's