Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Met oranje wordt het nooit wat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Met oranje wordt het nooit wat

„Nederland gaat ten onder aan de trainingspakkenterreur"

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Oranje hoort bij het koningshuis en bij voetbal. Als modekleur is het daarom onmogelijk. Vorig jaar zomer was de wereld naar de mening van de modeontwerpers rijp voor oranje, maar in Nederland werd het een flop. De uitverkooprekken hingen er vol mee.

Marijke Mulder, algemeen mode-coördinatrice bij het Nederlands Mode-instituut, is wèg van oranje. Ze had zich dan ook met veel genoegen een paar schoenen in die kleur aangeschaft, gewoon omdat ze ze mooi vond. Toen ze er op Schiphol mee rondliep, kreeg ze echter spijt als haren op haar hoofd. Tegelijkertijd waren er namelijk hele groepen voetbalfans, op weg naar de wereldkampioenschappen. Haar schoeisel viel nogal in de smaak. Een gejuich ging op...
„Ik heb er in geloofd, dat het nu wel zou lukken. Dat oranje z'n belasting kwijt zou zijn. Maar nu denk ik dat het met die kleur altijd moeilijk zal blijven. De consument heeft andere waarden dan de modewereld. En de waarden van de consument tellen".

Schema's, schetsen

Het Nederlands Mode-instituut speelt achter de schermen een sturende rol bij wat er op de confectiemarkt verschijnt. Het geeft aan zijn leden —kledingindustrie en stoffenfabrikanten— door wat er op het gebied van de mode allemaal staat te gebeuren. Op het moment dat ons gesprek plaatsheeft, is men er razend druk met het afronden van de winter van '92/'93. De kamer van Marijke Mulder ligt vol schema's, schetsen en lapjes stof. Eind september worden de ideeën die het mode-instituut -vier medewerkers— voor dat seizoen heeft, aan de leden gepresenteerd. Geen uitgewerkte modellen, patronen en kleurcombinaties, maar aanwijzingen welke kant het op zal gaan. De kraagpunten worden bij voorbeeld weer langer, valt uit de schetsen op te maken. Hoe lang precies, dat bepalen de ontwerpers van de aangesloten bedrijven min of meer zelf.
Bruin krijgt als basiskleur —naast zwart en blauw— weer een belangrijker plaats, verwacht Marijke Mulder. „Zwart gecombineerd met een felle kleur: dat is toch eigenlijk wel héél voorspelbaar. Ik denk dat we de komende jaren veel meer onverwachte combinaties krijgen. Bruin met paars: dat geeft een heel apart effect. Blauw zie je natuurlijk al jaren, ik denk dat die kleur wel zal blijven. Geel wordt ook belangrijk".

Gewassen zijde

De algemene begaanheid met het milieu laat ook de modewereld niet ongemoeid. Er is een groeiende belangstelling voor natuurlijke materialen, in het bijzonder wol en katoen. „Dat is natuurlijk verlakkerij. In de industrie zijn deze stoffen juist heel vervuilend". Gewassen zijde is zo ongeveer over haar hoogtepunt heen, mede door de opkomst van microfibre: een synthetisch gemaakte stof die alle eigenschappen van zijde heeft en bovendien waterdicht is. „Comfort is heel belangrijk, de silhouetten worden natuurlijker. Je ziet daaraan ook dat het sociaal-economische gevolgen heeft voor de mode. Toen er voor het eerst vrouwen op de werkvloer verschenen, zo begin jaren '80, werd dameskleding opeens voorzien van enorme schoudervullingen. De mode werd mannenpak-achtig, ze moesten concurreren. Nu hoeft dat niet meer zo nodig: weg schoudervullingen. Zelfs bij de mannen mogen hangende schouders nu weer. Het ziet er allemaal wat natuurlijker uit".

Droevige kleuren

Marijke Mulder houdt zich zo ongeveer op het allerhoogste niveau bezig met het uitzetten van lijnen naar de toekomst. Ze is namelijk voorzitter van Intercolor, een internationale vergadering waar vertegenwoordigers van 25 landen min of meer de trend zetten. Alle stylisten krijgen gelegenheid om hun verhaal te vertellen en uiteindelijk rolt er dan een soort kleuren- en modellenpalet uit. Het gaat daarbij om algemene tendensen; ieder land kan later zelf de nuances aan gaan geven.
„Europa is heel anders van kleurgevoel dan Amerika. Wij hebben een grotere traditie, we zijn beter opgevoed. Maar Italianen zijn weer veel fijngevoeliger dan wij".
Mode is volgens Marijke Mulder voor een belangrijk deel een golfbeweging. „Na heel veel kleur heeft het publiek behoefte aan rust. Deze winter zie je bij voorbeeld heel veel zwart- en grijstinten. Als je er langer mee bezig bent, leer je zien waar de markt aan toe is. Dat is een bepaald gevoel, het heeft misschien ook te maken met intuïtie. Je hebt in ieder geval een jarenlange ervaring nodig voor je er iets zinnigs over kunt zeggen". Marijke is van origine mode-ontwerpster. Jarenlang heeft ze een eigen merk gehad. Daarna heeft ze in Amerika gewerkt en ontwierp ze kledingcollecties voor het Verre Oosten.
"Op de kleurvergaderingen was Oost-Europa ook altijd zwaar vertegenwoordigd. Zij kwamen altijd met droevige kleurkaarten, de ellende straalde er van af. Nu is het juist andersom. Zij zijn heel kleurrijk, wij nemen haast hun saaiheid over".

Trainingspakken

Voor de smaak van de gemiddelde Nederlander heeft mevrouw Mulder weinig goede woorden over. „Het gewone volk —al klinkt dat wat denigrerend— vind ik ordinair. We dreigen allemaal ten onder te gaan aan de trainingspakkenterreur. Afschuwelijke vlakverdelingen, in mintgroen en lila, in de meest akelige stofjes. Ik kijk altijd naar tribunes, om een idee te krijgen van wat men mooi vindt. Laatst in het Dolfinarium in Harderwijk deed ik dat ook: het was allemaal mintgroen en lila. Denim-stof heeft dan ten minste nog iets authentieks, dat is niet zo goedkoop".
Met stemverheffing: „Als je ook ziet hoe iedereen maar klakkeloos een legging (voetvrije broek van strak aansluitend tricot, GO) aantrekt! Dan vraag ik me af: Kijken ze wel eens in de spiegel??"
Nee, dan Italië. Cultuur wordt iedereen daar als het ware met de paplepel ingegoten. Op iedere straathoek staat een respectabel monument. Dat heeft volgens Marijke Mulder tot gevolg dat de mensen er veel meer gevoel voor stijl hebben. „Ze voelen aan dat die kleur rood net goed is. Dat zal Nederlanders een zorg zijn. Blauw is blauw, als het niet helemaal bij een ander kledingstuk past, is dat jammer. In Florence op straat rijden jongeren allemaal in de meest schitterende designkleren rond op de nieuwste scootertjes". Vergoelijkend: „Maar ja, als je dan ziet waar ze wonen. Drie hoog achter".

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 1991

Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's

Met oranje wordt het nooit wat

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 1991

Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's