Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jubilerende GZB geeft schets eigen zendingstaak

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jubilerende GZB geeft schets eigen zendingstaak

Oorzaak oprichting ligt in „principe en geschiedenis"

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

DRIEBERGEN - „In het geheel van de Hervormde Kerk en haar zendingsactiviteiten neemt de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) met zijn werkzaamheden hier en elders evenwel een eigen plaats in. Vanwaar deze bijzondere positie? Als antwoord kan gewezen worden op de geschiedenis, maar niet minder op principe". Dat schrijft drs. P. Koeman, de voorzitter van de GZB, naar aanleiding van het negentigjarig bestaan van deze bond.

„Abnormaal is de toestand waarbij de zending buiten de kerk omgaat!" Zo zet ds. Koeman zijn artikel, onder de kop "GZB - negentig jaar een apart gebeuren", in. Hij merkt op dat dit gevoelen „tot op heden" leeft bij de GZB en dat het al te lang duurde voor de Hervormde Kerk de zending als Gods opdracht als wezenlijke roeping zag en daaraan gestalte gaf. Structureel verwoordde de Hervormde Kerk pas in 1951 in de nieuwe kerkorde haar taak in dezen. Onlangs werd in een bijzondere hervormde synodezitting te Oegstgeest herdacht dat de Raad voor de Zending als officieel orgaan van bijstand veertig jaar bestond.

Vervreemding

In een historisch overzicht gaat de GZB-voorzitter in op het ontstaan (in 1797) van het Nederlands Zendingsgenootschap. In 1861 werd de Nederlandsch Gereformeerde Zendingsvereeniging (NGZ) opgericht. „Deze vereniging is in 1892 met de zending van de Afgescheidenen opgenomen in de zending van de Gereformeerde Kerken. Voor hen die in de Hervormde Kerk achterbleven en zich aan Schrift en belijdenis wensten te houden, betekende dit een groot verlies. Geconstateerd moet worden dat dit verlies een grote kring buiten alle zendingswerk heeft gebracht en gehouden". Aldus ging ds. Koeman in op de vervreemding toen van het zendingswerk.

Lijn Voetius

De predikant uit Woudenberg stelt verder dat de GZB eigenlijk het werk van de NGZ heeft overgenomen „in en ten bate van de Hervormde Kerk". Vandaaruit verklaart ds. Koeman zowel het ontstaan (op 6 februari 1901), als de naam van de Gereformeerde Zendingsbond. Ds. Koeman stelt dat de GZB, met als bron en norm de Bijbel en met als uitgangspunten de reformatorische leer, in de lijn van Voetius staat.

Verder constateert hij „dat het bestuur van de GZB vanaf het begin de noodzaak van kerkelijke zending heeft bepleit en waar mogelijk heeft gepraktiseerd en dit nog doet!"

Juist om het principe, verklaart ds. Koeman, kon het bestuur van de GZB geen gehoor geven aan de oproep in 1951 om de verantwoordelijkheden over te dragen aan de Raad voor de Zending: „En dat vanwege het eigen karakter van de GZB, alsook vanwege de situatie binnen het geheel van de Hervormde Kerk. Die uitzonderinspositie is overigens kerkordelijk vastgelegd.

Normeren

Ds. Koeman verzet zich tegen de gedachte dat deze stap zou voortvloeien uit machtsdenken, angst voor de achterban, financiële motieven of uit starheid. Namens het bestuur verwerpt hij deze beweringen absoluut. Hij wijst er op dat zending behoort te geschieden naar "Schrift en belijdenis". „Dit principe hoort heel het beleid en het werk te normeren en te stempelen". Uitvoerig gaat ds. Koeman hier verder op in. Hij wijst daarbij op de tekortkomingen, maar concludeert dat de GZB in „Bijbels spoor en in een katholiek-reformatorische breedte" wil gaan en staan om zo in de zending van God en Zijn Kerk bezig te zijn, samen met vele anderen in de wereld".

Ten slotte noemt ds. Koeman het leerproces dat de GZB onderging. „Wie de geschiedenis van de GZB nagaat, onderkent naast de gereformeerde lijn ook de inslag van het piëtisme. Daarbij vergeten we niet wat door de ethische geestesstroming in de zendingstheologie is ingedragen". Ook wijst hij op „datgene wat de Geest ook in andere kerken in de wereld leert en doet belijden en beleven". De GZB-voorzitter spreekt de hoop uit „dat wij bidden en hopen, dat er meerderen komen die zich voor zendingstaken beschikbaar stellen".

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 8 oktober 1991

Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's

Jubilerende GZB geeft schets eigen zendingstaak

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 8 oktober 1991

Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's