Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onzekerheid over christenjoden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onzekerheid over christenjoden

Jeruzalem ziet mogelijke komst van Falasj Moera niet enthousiast tegemoet

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

JERUZALEM - De 2600 tot 3000 joden die nog in Ethiopië zijn, zullen naar verwachting binnen een halfjaar in Israël zijn gearriveerd. Het blijft echter onzeker wat het lot zal zijn van de Falasj Moera (joden die zich tot het christendom hebben bekeerd). Dit zeggen Israëlische functionarissen die betrokken zijn bij de joodse emigratie uit Ethiopië.

W Van onze correspondent

Bij de sensationele operatie-Salomo, eind mei dit jaar, werden 14.300 Ethiopische joden in overvolle vliegtuigen naar Israël gevlogen. Er zijn echter nog 2600 tot 3000 joden die in Ethiopië achterbleven. Daarvan bevonden zich er 500 in Addis Abeba. Ongeveer 250 zijn al in Israël gearriveerd en een dezer dagen worden er nog 120 tot 130 verwacht. De overige circa 130 zijn oorspronkelijk afkomstig uit andere steden of uit het leger. Het nieuwe voormalige regime zal eerst -op individuele basis- checken of zij contact hebben gehad met het regime van Mengistoe. Als hun gedrag is goedgekeurd, zullen ook zij mogen gaan.

De overige 2200 tot 2500 joden bevinden zich in een afgelegen gebied in Noord-Ethiopië, genaamd Qara. Functionarissen van het Joodse Agentschap zullen hen naar Addis Abeba brengen. Deze joden in Qara konden begin dit jaar niet naar de hoofdstad worden vervoerd vanwege de burgeroorlog. De uitreisprocedure geschiedt in overeenkomst met de Ethiopische wetgeving. Zo zullen ze een bewijs moeten bemachtigen dat stelt dat ze geen schulden hebben. Ze zullen eveneens een paspoort moeten aanvragen. Het Joodse Agentschap verwacht dat de eersten in november zullen emigreren. Vervolgens zullen elke week 100 tot 150 mogen vertrekken.

Wet op de terugkeer

De hele operatie zal binnen een half jaar moeten worden afgerond. Er zal geen speciale luchtbrug worden geopend. Het nieuwe bewind wil geen ophef over de emigratie. De landverlaters zullen eerst naar Europa en dan naar Israël worden gevlogen. „De Ethiopische regering laat de joden nu komen op basis van familiehereniging en op humanitaire gronden", zegt Micha Feldman van het Joodse Agentschap en het brein achter de Ethiopische emigratie in de afgelopen negen jaar. „Ze willen er heel weinig publiciteit over".

Het Joodse Agentschap in Israël is voorlopig niet van plan de Falasj Moera (christenjoden) naar Israël te brengen. Het criterium dat het agentschap hanteert, is de "wet op de terugkeer". Deze wet bepaalt dat elke jood terug kan komen naar het land der voorvaderen. Maar de vraag is natuurlijk wie een jood is. Een uit 1970 daterend amendement zegt dat iemand joods is als hij „uit een joodse moeder is geboren of zich heeft bekeerd tot het judaïsme en geen lid is van een andere religie". De Falasj Moera zijn overgegaan tot het christendom en komen dus niet in aanmerking voor emigratie naar Israël, zo wordt door de autoriteiten betoogd. Vele Ethiopische joden in Israël zijn hierover teleurgesteld. Zij hebben onder de Falasj Moera namelijk nog familieleden en ze zouden het liefste zien dat zij zo spoedig mogelijk naar Israël komen.

De Israëlische premier, Jitschak Sjamir, heeft enkele maanden geleden een commissie aangesteld —onder leiding van kabinetssecretaris Elyakim Rubinstein en bestaande uit afgevaardigden van de Ethiopisch-joodse gemeenschap, het Joodse Agentschap, het Opperrabbinaat en de ministeries van absorptie en buitenlandse zaken- om advies uit te brengen over de Falasj Moera.

De commissie kwam tot de conclusie dat er een delegatie naar Ethiopië moet worden gezonden om de kwestie van de Falasj Moera verder te onderzoeken. Deze delegatie zal precies moeten bepalen wat de status van de Falasj Moera is. Deze delegatie zal bestaan uit kessim (Ethiopische geestelijke leiders), Israëlische rabbijnen (waaronder rabbijn Menachem Waldman) en academische specialisten op het gebied van het Ethiopische jodendom.

Bekeren

Het probleem is echter dat de Ethiopische regering niet toestaat dat de delegatie komt. De reden is dat de regering de Falasj Moera niet wil laten gaan, omdat dat een verzwakking zou betekenen voor het land.

Diplomatieke bronnen in Jeruzalem zeggen dat de Israëlische regering ook geen druk zal uitoefenen op Addis Abbeba om de delegatie te ontvangen. De kwestie van de Falasj Moera wordt namelijk beschouwd als een interne aangelegenheid. Een functionaris merkte op dat de Falasj Moera hun toekomst zelf zullen moeten aansnijden bij de Ethiopische regering. De Israëlische autoriteiten zijn —op zijn zachtst gezegd— niet enthousiast over een mogelijke komst van de Falasj Moera. Er zijn namelijk meer Falasj Moera dan 'gewone' Ethiopische joden. In Addis Abeba wachten 2500 Falasj Moera op vertrek naar Israël. Maar de specialist Micha Feldman schat het totale aantal in Ethiopië op maar liefst 40.000 tot 50.000. Als de Falasj Moera van Addis Abeba mogen komen, dan is het hek van de dam, zo betogen sommigen.

Feldman: „De Falasj Moera hebben geen joodse manier van leven. Toen wij naar een van hun dorpen toegingen, zagen we dat ze in de kerken baden, dat ze hun kinderen doopten, dat ze hun doden op christelijke begraafplaatsen begroeven en dat ze de joodse feestdagen niet hielden. Maar ze zijn van joodse origine. Sommigen bekeerden zich een generatie geleden tot het christendom, anderen tot vijf generaties geleden. Ze worden geaccepteerd door de Ethiopische kerk, maar de maatschappij noemt hen gewoon "Beta Israël". Er bestaan echter geen gemengde huwelijken tussen de Falasj Moera en de christenen".

Mochten de poorten in de toekomst toch nog open gaan voor de Falasj Moera, dan zal op individuele basis worden bekeken of ze in aanmerking komen voor emigratie. Waarschijnlijk zal van hen eerst worden gevraagd dat ze zich 'terugbekeren' tot het judaïsme. Ze zullen daarbij ook bepaalde bekeringsrituelen moeten ondergaan. Ethiopische joden in Israël zeggen dat de Falasj Moera terug willen naar het joodse geloof en dat ze onder dwang tot het christendom zijn overgegaan. Volgens specialisten in Israël is er van dwang geen sprake geweest. Ze hebben zich echter tot het christendom bekeerd omdat dit economische voordelen bood.

„Testen"

Feldman meent dat Israël „erg voorzichtig" moet zijn in het toelaten van de Falasj Moera om „de absorptie van de Ethiopische joden geen schade te berokkenen". Hij gelooft dat, als het de Falasj Moera toegestaan wordt te emigreren, dat over de jaren verspreid en in kleine groepjes moet gebeuren.

Daarbij moet worden 'getest' of ze hun bekering tot het judaïsme werkelijk menen. Er moet worden gekeken hoe „ze als joden in een joodse maatschappij" leven. „Als enige honderden het christendom blijven praktizeren, zal dat het positieve beeld van de Ethiopische joden in Israël een onherroepelijke schade berokkenen", vindt Feldman.

Het is in principe echter mogelijk dat in de loop van de jaren de hele gemeenschap van de Falasj Moera -40.000 tot 50.000 mensen- naar Israël komt. Dit zal dus ook afhangen van de bereidheid van de Ethiopische regering hen te laten gaan.

Feldman kan zich niet herinneren dat hij in de hectische 36,5 uur van operatie-Salomo speciale gevoelens had: hij had het daarvoor gewoon te druk. „Maar na operatie-Salomo ging ik terug naar Ethiopië. Ik reisde 50 kilometer naar het westen en 125 kilometer naar het noorden van Addis Abeba. Daar zag ik geen jood. Dit liet me beseffen wat we eigenlijk presteerden. Behalve in Qara en hier en daar een familie zijn er geen joden meer in Ethiopië. We hebben het mooi voor elkaar". De immigratie uit Ethiopië in getallen: voor "operatie-Mozes' 1985)-ongeveer 7000 tijdens "operatie-Mozes veer 8000 (1984- ongena "operatie-Mozes 8000 tijdens "operatie-Salomo" veer 14.300 ongeveer ongenu nog in Ethiopië - ongeveer 2600

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 oktober 1991

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's

Onzekerheid over christenjoden

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 oktober 1991

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's