Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De goudwinkel van Trowbridge

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De goudwinkel van Trowbridge

In de voetsporen van John Warburton, linnenwever en prediker (II)

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

........ochtend. Het is nog .......rond de Hope Chapel in de .....Street te Rochedale is het een drukte van belang. De pastorie wordt leeggeruimd en de schamele bezittingen van een predikantsgezin krijgen met gemak een plaatsje op de wagen die door een paard wordt getrokken. ...Een man, een vrouw en acht .......Rochedale. ....wijst naar het zuiden.

Het gaat naar de grote stad Manchester, waar op dinsdagavond nog „lieflijk" wordt gekerkt bij ds. William Gadsby aan de Rochedale Road. Op woensdag gaat de reis naar Birmingham, waar overnacht wordt, donderdagsavonds pauzeert men in Bristol en op vrijdavond houdt de wolkkolom halt boven het dorpje Trowbridge. John Warburton, linnenwever/prediker, is aangeland in zijn tweede gemeente.

We zijn de familie op deze reis gevolgd. Het ging alleen wat sneller, ook al is het nog steeds een afstand van zo'n vierhonderd kilometer. Trowbridge ligt in het graafschap Wiltshire, niet zo erg ver van ten zuiden van de M-4, de Motorway die zich van Londen dwars door Zuid-Engeland naar Wales slingert.

Driehonderd

Trowbridge. Toen een klein dorp. Nu een kleine stad van zo'n tienduizend inwoners, gerieflijk liggend in een zacht glooiend en echt mooi landschap. Hier en daar velden, dan weer vlakten, een meertje of een rivier, alles liggend onder een eindeloze stilte. Aan de einder een toren die verlangend omhoog streeft naar de zachte, donkere liefkozing van het schemerend uitspansel. Een mager avondrood glijdt voor de wolken en geeft ze bizarre kartelranden. Een samengebalde wolkenberg trekt voort, traag in de wind.

Warburton heeft als een berg tegen Trowbridge opgezien, maar de Heere maakte de berg tot een vlak veld. Hij vond er een gemeente die bijeenkwam in een zaal aan de Fourstreet die ongeveer drie-, vierhonderd mensen kon bevatten. God was in hun midden en gaf rijk getuigenis aan het Woord Zijner genade. Warburton bracht in Trowbridge dezelfde waarheid die hij in Rochedale had gebracht. De woorden Gods waren ook hier als een tweesnijdend zwaard. Maar Warburton wees ook op de liefde van God, „die geheel vrijwillig geschonken was, een vlekkeloos kleed om de naakte te kleden, een kostelijke fontein om de vuile zondaar te wassen, en te reinigen, een heerlijke zaligheid voor de verlorenen, onbewegelijk vast in alle eeuwigheid".

„Het arme Sion Gods heeft hier vrucht en stichting uit zijn prediking mogen trekken". Een bediening die „een goudwinkel" werd. Boven m'n hoofd klapwiekt een duif.

Zegen

Aan Trowbridge werd uitgedeeld „brood voor de hongerigen, wijn voor de zwakken, sterkte voor de wankelenden, ogen voor de blinden en vergiffenis voor hen die zich schuldig hadden leren kennen aan al de geboden Gods".

De zaal aan de Fourstreet puilde spoedig uit en men zag om naar een grotere kapel. In 1816 raapten Warburton en zij n gemeente alle moed bij elkaar en men bouwde Zion Chapel aan de Union Street. Hier preekte Warburton de rest van zijn leven, „veelal in zwakheid, in vrees en in veel beven. En ik ben ervan overtuigd", zegt hij zelf, „dat mijn rede en mijn prediking niet is geweest in bewegelijke woorden der menselijke wijsheid, maar God lof, het was de kracht Gods tot zaligheid voor vele dierbare zielen".

Zion Chapel

De Heere bleek daar in Wiltshire veel volk te hebben en als John Kershaw later Trowbridge bezoekt, komt hij „diep onder de indruk van de overvloedige zegen over de arbeid van Gods knecht John Warburton. Nergens in West-Engeland vindt hij een grotere begeerte naar de waarheid dan in Trowbridge".

De avond is al aan het vallen als ik Trowbridge binnenval. Vrijwel direct en geheel onverwacht valt de Zion Chapel op m'n netvlies. De kerk staat aan de Union Street, op het punt waar deze overgaat in de Timpbrellstreet. In de kale voortuin staat een bord: „Zion Baptist Church, pastor J. Wackett, box 743136". Zondags is er dienst om 11.00 en 6.30 uur, tussen beide diensten door is er bijbelclub. Ook door de week is men daar, volgens het bord, bijzonder druk; op maandag komen jongeren bijeen, dinsdags is er gebedsbijeenkomst, de woensdag is voor de vrouwen en de moeders, vrijdags vergadert de jeugd. „You are all welcome". Rechts staat „Romeinen 15:13", links een korte geloofsbelijdenis.

„Zion Chapel, 1810" staat er op de steen boven de voordeur. 1810 kan niet kloppen, dat moet 1816 zijn. Het is er, althans vanaf de buitenkant, nog net als toen. Alleen de ijzeren boog boven het hek is verdwenen. Links en rechts staan nog dezelfde gebouwen, zij het sterk veranderd. Onder het pad naar de voordeur van de kerk liggen de graven van twee van Warburtons kinderen: Rhoda Warburton, gestorven in 1820, op de leeftijd van drie jaar; Manoah Warburton, gestorven in 1840, op de leeftijd van 29 jaar. Maar de stenen zijn onvindbaar.

Het duurt even, maar dan is er een vriendelijk, opgeschoten joch met een sleutelbos. Via een achterdeur kom ik binnen.

Kanselbijbel

Warburtons kansel verdween in 1870. Er staat nu zoiets onduidelijks als een katheder. De kanselbiibel van Warburton is er nog wel. Hij ligt niet óp de katheder, maar er onder. Aan de binnenzijde staat: „Gegeven aan mr. J. Warburton, predikant van de Zion Chapel, Trowbridge, door de jeugd van de gemeente, als teken van respect en noogachting, 4 april 1852". De oude kanselbijbel was in gebruik van 4 april 1852 tot 9 september 1984. Toen was het tijd voor een nieuwere vertaling, dachten ze.

Trowbridge's Zion Chapel is tamelijk klein, kleiner dan Hope Chapel in Rochedale, Warburtons eerste gemeente. De lucht van de waarheid hangt hier niet. Er is een klein galerijtje, dat nog dienst doet als opslagplaats voor overtollige goederen. Op de begane grond staat een elektronium, een onding zonder pedaal. In deze Chapel preekten nog Joseph Charles Philpot, John Kershaw en William Gadsby. Kershaw noemde de gemeente van Trowbridge „een van de best georganiseerde gemeenten van het land. Ik verblijd mij als ik hun ordening en de vastigheid van hun geloof in Christus Jezus zie".

In de Zion Chapel kerkt nóg de baptistengemeente. Maar de prediking geschiedt niet meer in de lijn van Warburton. In 1894 scheidde zich een groepje bijbelgetrouwe baptisten af, die twee jaar later aan The Halve een vergaderplaats vonden: de Strict Baptists, Gospel Standard. Hun predikant is mr. J. R. Broome, een bijzonder innemend mens, wonend aan Grasmere Estate nr. 50. Er is niets van Warburton dat hij niet weet. Nou, dat treft zeg!

Elf pond

In 1963 werd achter de Zion Chapel aan de Union Street een grote vergaderruimte gebouwd. Onder deze zaal ligt het kerkhofje uit Warburtons dagen. Daar liggen zo'n vijfhonderd mensen begraven. Het opgeschoten joch sjouwt lawaaierig over de oood heen.

Wat nu toilet is, was toen consistorie. In de nieuwe kerkeraadskamer staat nóg de avondmaalsbeker die Warburton gebruikte bij de bediening van het heilig sacrament. Er hangt een schilderij zoals hij was toen hij kwam, ook een schilderij zoals hij was voordat hij ging. Voor altijd naar huis.

In oude kerkboeken vind ik gegevens over zijn begrafenis. De kosten bedroegen 11 pond. Warburtons traktement was drie pond per zondag. Zijn stoel staat er ook nog. Maar of dit écht zijn stoel nog is? Het oude doopregister bevat de namen van Warburtons kinderen, geschreven in bijzonder sierlijk schrift: James, Elisabeth, Liah, Rachel, Gideon, Manoah, Ruth, John, Rhoda. De laatste twee werden geboren in Trowbridge, de anderen in Stand -nu Whitefield- of Rochedale.

Er is een gastenboek. Een enkeling uit Nederland was hier: Barneveld, Scherpenzeel, Amersfoort. Ook achter-, achter-, achterkleinkinderen van dominee Warburton. Apeldoorn is er nu ook geweest.

Woningen

Warburton moet in Trowbridge eerst enkele jaren gewoond hebben in een niet meer bestaande woning aan de Brickplattstreet. Maar de dominee had een mooier huis gezien aan Trowle Common. Een flink huis, met een grote tuin, een boomgaard vol appelbomen en een moestuin, net buiten de stad. Het was te huur. Warburton meende dat die moestuin en die appelbotnen geld in het laatje zouden brengen; dit was dè gelegenheid om eindelijk eens uit de schulden te geraken. Het gezin verhuisde van Bricklatt naar Trowle Common, zeer tegen de zin van Warburtons vrouw. Zij had reeds gezien dat de dingen die Warburton ter hand zou nemen naast de prediking van het Evangelie om, niet zouden gedijen.

Warburton hield op Trowle Common vijftien varkens, maar ze brachten het zout in de pap nog niet op. Hij verbouwde aardappelen, maar deze verrotten in de grond en zijn mooie appels werden waardeloos. Zijn varkens braken eens in de week uit het hok en wroetten de hele moestuin om. Warburtons kasteeltje tuimelde om, maar hij gaf het nog maar zo niet op. Wat God de ene dag afbrak, bouwde Warburton de volgende dag weer op. „Als Hij op deze plaats mijn weg met doornen omtuinde, was ik op een andere plaats druk bezig er doorheen te breken".

Het is wel even zoeken in de velden rond Trowbridge. Maar dan is daar aan de Westwoodroad nr. 39 toch het bewuste huis waar het predikantengezin gewoond zou hebben. "The Malt House" Tieet het. Een langgerekt en oud gebouw, dat midden in de weidsheid van de velden iets geheel eigens heeft. De bebouwde kom van Trowbridge komt wel dreigend dichterbij.

Boven de tv

In "The Malt House" -lang geleden brouwde men hier bier- woont nu het hoogbejaarde echtpaar Rummings. Hij werkt wat in de tuin, zij zit breeduit voor de televisie. En boven de televisie blijkt het échte woonhuis van Warburton op de foto te staan. In "The Malt House" heeft Warburton nooit gewoond, wel ernaast: een imposant, langgerekt buitenhuis met een glooiende, rieten kap.

John Warburton woonde nier zo'n maand of tien, 's Heeren wil en Zijn slaande hand trotserend. Uiteindelijk loofde en prees hij God dat Hij „een weg had willen openen, dat ik het huis verlaten kon. Loofde Heere, mijn ziel, riep ik uit. Hij is de machtige om te helpen". „Op de Trowle Common was het mij tot klaarheid gebracht dat God wilde dat ik van het Evangelie leven zou".

Aanbellen?

Warburtons derde huis vond hij aan de Waterloo Place, ook wel Waterloo Terrace genoemd. Het was waarschijnlijk nr. 30, een leegstaande hoekwoning van een massief blokje, vlakbij Zion Chapel. Warburton verhuisde in het aardse nog één keer. Zijn laatste woning vond hij aan The Halve, schuin tegenover de plaats waar nu The Strict Baptist Chapel, Gospel Standard, is gevestigd.

De voormalige pastorie (naast het fotografendomein van Cousins and Wright) is nu verwilderd en vervallen. Ze is onbewoond. Of onbewoonbaar verklaard? De prachtige erkerruiten zijn dichtgetimmerd. Het aanbouwseltje aan de zijkant met de gebroken kap, is er nog steeds. Het voortuintje is een woestijn. Het is de hoekwoning van een blokje van drie. Welk huisnummer had de familie Warburton? De middelste woning lijkt volgepropt met studenten. „Hier woont Jack", schreeuwt een naargeestig bord.

Even achterom lukt niet. Alles is daar dichtgebouwd met lichte industrie. En aanbellen heeft geen zin. Over The Halve brult het verkeer. De tijd keert terug.

Klein eindje

 „Hier leidde een godzalige leraar een zondestervend en een zondedodend leven". Vanuit deze woning schreef een in de dienst des Heeren vergrijsde Warburton aan zijn zoon John de later uitgegeven "Eenige brieven van den Heer John Warburton, dienaar des Evangeliums te Trowbridge".

Hier leerde hij zichzelf kennen als „een draak, een uil, een volkomen dwaas, zulk een kind in kennis en zulk een oude schelm in de zonde".

Vanuit deze woning wandelde hij zondags het korte eindje naar de Zion Chapel. Het was alleen maar even het hoekje om, maar de duivel brulde dan soms de gehele weg: „Gij dwaas, de mensen zullen u door en door bezien, want gij gaat op met dezelfde stof als gij verleden zondag gepredikt hebt. (...) En dit was werkelijk de volle waarheid, want laat de tekst zijn die hij zij, ik moest toch op hetzelfde punt of wel niet ver daarvandaan terechtkomen, namelijk: trachten aan te tonen de verloren, erbarmelijke staat en het totale onvermogen van de mens, hetzij vrome of goddeloze. Daartegenover moest ik verhogen de vrije, soevereine, verkiezende en onderscheidende genade in de Heilige Drieëenheid, geopenbaard in het zaligen van de uitverkorene, die daarvan getuigenis ontvangt in zijn hart, door de onderwijzing van de Heilige Geest".

Nauw en ruim

In oktober 1856 werd Warburton ernstig ziek. Het ziekbed werd een sterfbed. Maar net werd na een nauw leven wél een ruim sterven: „Is dit de oude Warburton, de bedelaar? Wat! Loofde Heere! Al de bedelaars in de stad behoorden mijn lijkbaar te volgen, want ik ben ervan overtuigd, dat ik de grootste van die allen ben". Op 2 april 1857 ging John Warburton, 's avonds om kwart over zeven, heen, omhoogwijzend met allebei zijn handen. „Een arme, beproefde, bestreden, heen en weer geslingerde en dikwijls schipbreuk lijdende ziel, ging de haven van de eeuwige rust binnen, boordevol van de liefde van zijn Verbonds-God en Zaligmaker, zingend tot in alle eeuwigheid: Hem, die ons heeft liefgehad, en ons van onze zonden gewassen heeft door Zijn eigen bloed, zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid".

Restauratie

John Warburton werd op Goede Vrijdag, de Betaaldag voor Gods Kerk, begraven op het kerkhof aan Road The Down te Trowbridge (in de richting van Staverton Hold). Meer dan tweeduizend mensen volgden zijn baar. Om Warburtons graf heen begroef men naderhand talloze leden van de Zion Chapel in Trowbridge. Er wordt wel gezegd dat er op de gehele wereld „geen godvruchtiger plekje te vinden is dan dit oude kerkhof.

Warburtons vrouw Lydia en zijn dochter Rachael werden in hetzelfde graf begraven. Enkele maanden geleden is het grafmonument gerestaureerd in opdracht van de Strict Baptist Chapel, Gospel Standard. De graftekst is weer helder en duidelijk te zien: „In zijn bediening streed hij voor de leer en het getuigenis van de gezegende Geest in het hart, en werd in een langdurige ziekte ondersteund met Zijn vertroostingen. Stierf triumferend in Jezus. 2 Timotheüs 4:7 en 8".

VA^KANTl^

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 januari 1992

Reformatorisch Dagblad | 38 Pagina's

De goudwinkel van Trowbridge

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 januari 1992

Reformatorisch Dagblad | 38 Pagina's