Foute vulling reactor oorzaak ramp Cindu
Directie Cindu wijst kritiek Socialistiese Partij af
UITHOORN (ANP) - De ramp woensdag bij Nevcin Polymers, onderdeel van de chemische fabriek Cindu in Uithoorn, is veroorzaakt door twee menselijke fouten. Om te beginnen is een reactor gevuld met de verkeerde samenstelling chemische stoffen, waardoor verkeerde, sterk reactieve produkten voor een explosie zorgden. De tweede fout is dat niemand van het produktieteam die verkeerde samenstelling van stoffen in de reactor heeft opgemerkt. Een ramp kon niet meer voorkomen worden.
Dit hebben A. Staalstra, lid van de raad van bestuur van Cindu, en A. Eijkenboom, directeur van Nevcin Polymers, gisteravond bekendgemaakt. Bij Cindu volgde woensdagochtend na _ een ontploffing een grote brand, waarbij drie bedrijfsbrandweerlieden omkwamen. Tien mensen raakten gewond, van wie er nog enkelen in het ziekenhuis liggen.
Volgens de directie van Cindu is er geen enkele aanwijzing voor technische mankementen aan de ketels en zijn het echt verkeerde, ernstige menselijke handelingen geweest die de ramp veroorzaakten. Verklaringen van personeelsleden en metingen hebben dat uitgewezen.
Dinsdagavond tegen middernacht kwam door een verkeerde receptuur een veel te reactief mengsel in de reactor terecht. De temperatuur in de tank steeg daarna tot 300 graden waardoor de druk toenam. Vanwege de stijging van de temperatuur in de ketel werd de bedrijfsbrandweer gewaarschuwd om het reactorvat koel te houden.
Runaway
Kort voor de explosie, tegen tien uur woensdagochtend, ontdekte een personeelslid van de administratie de verkeerde samenstelling. Een explosie was toen al niet meer te voorkomen. Het reactorvat klapte uit elkaar. In de chemische wereld is een dergelijk proces van niet meer in de hand te houden temperatuurstijging bekend onder de naam "runaway".
Onjuiste kritiek
Na de ontploffing ging damp de lucht in die uit zichzelf ontbrandde. De ketel en de vloeistof in de ketel raakten vervolgens in brand, waarna de brandende vloeistof over het terrein werd verspreid. Delen van de ontplofte ketel werden vervolgens weggeslingerd en raakten weer andere tanks, die daarop ontploften.
De kritiek van het MilieuAlarmteam van de Socialistiese Partij dat anderhalf uur voor de ontploffing al geconstateerd was dat de druk in de ketel te hoog opliep, wees de directie van Cindu van de hand. Ook de mening van de Socialistiese Partij dat de bedrijfsbrandweer de oververhitte ketel maar door onbemande spuiten had moeten laten afkoelen wees de directie van de hand. Volgens Eijkenboom is dit afkoelen alleen mogelijk als brandweermensen zelf de brandspuit bedienen.
De onderzoeken naar de gang van zaken bij het chemische bedrijf Cindu zijn voorlopig nog niet afgelopen. Binnenkort zal de ramp nog eens nagespeeld worden voor onafhankelijke deskundigen. Ook het openbaar ministerie en de arbeidsinspectie zijn onderzoeken gestart naar mogelijke onregelmatigheden bij de Cindu-fabriek in Uithoorn.
Identiteit
De identiteit van de drie mensen die om het leven zijn gekomen door de ontploffing bij de chemische fabriek Cindu is door Justitie inmiddels officieel vastgesteld. Het gaat om de 47jarige G. Th. G. Gijzen, de 34-jarige H. R. A. M. de Meijer en de 40-jarige C. de Bruin, alle drie uit Uithoorn. De slachtoffers waren lid van de bedrijfsbrandweer van Cindu.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 juli 1992
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 juli 1992
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's